Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 932]
[p. 932]


illustratie

De feesten van kerkwijding

Jaarlijks herdenken wij de verjaardag van de consecratie der grote basilieken te Rome: van de Lateraanbasiliek op 9 November, van de basilieken van Sint Pieter en Sint Paulus buiten de muren op 18 November. Ieder jaar ook vieren wij op de daartoe vastgestelde tijden de verjaardagen van de wijding der kathedraal, de moederkerk van ons bisdom, en van de wijding onzer eigen parochiekerk. Op deze dagen zullen wij overwegen, hoe het kerkgebouw een door God geheiligde plaats is, hoe dit kerkgebouw het beeld is van de Moederkerk waarin Gods genade ons wordt geschonken, en hoe het daardoor tevens de voorafbeelding is van het eeuwige Jerusalem der hemelse heerlijkheid.

 

‘Ecclesia’ heet het kerkgebouw in het Latijn: gemeente, verzamelplaats der gelovigen. Maar het is niet in de eerste plaats een vergaderruimte, niet alleen een plaats waar de christenen samenkomen om naar preek en leervoordracht te luisteren. Het is de ruimte waarin de grote geheimen worden gevierd; het is de plaats waar zich de liturgie der Kerk voltrekt, welke de aardse verwerkelijking is van de hemelse en eeuwige liturgie der engelen en oudsten voor Gods troon. In deze heilige ruimte is het, dat wij door de viering der Eucharistie en door de sacramenten deel krijgen aan de genade van Christus' heil; hier zingt de Kerk Gods lof en prijst zij de wonderwerken des Heren; hier vooral heeft de bediening plaats van het woord van God. Daarom noemen wij ieder katholiek kerkgebouw ‘de poort des hemels’, ja ‘de woning Gods’.

Het kerkgebouw is geheiligd door de zalving met chrisma, door de relieken der martelaren welke er worden bewaard, en bovenal door de viering der heilige Eucharistie. Voordat de uitgebreide plechtigheden der kerkconsecratie, welke nu door het Romeinse Pontificale worden voorgeschreven, tot ontwikkeling kwamen, achtte men de plechtige overbrenging der relieken en de eerste mis welke de bisschop er celebreerde, voldoende om het kerkgebouw aan ieder profaan gebruik te onttrekken en aan de dienst van God te wijden.

[pagina 933]
[p. 933]

Is het kerkgebouw Gods woning, het altaar is ‘Christus zelf, volgens het getuigenis van den heiligen Joannes, die in zijn Openbaring zegt, dat hij voor de troon van den Allerhoogste het gouden altaar zag, waarop en waardoor de offeranden der gelovigen aan God den Vader worden toegewijd’ (Pontificale, bij de wijding der subdiakens). Als een koningstroon staat het op een verhoog; de priester kust het en eert het met wierook. De zalving en wijding van het altaar is de voornaamste plechtigheid van de consecratie van het kerkgebouw.

 

De luister van het kerkgebouw, waarvan wij in de gezangen en gebeden ter ere der kerkwijding getuigen, is de luister van de Moederkerk. Het kerkgebouw is heilig omdat de Kerk de heilige Bruid van Christus is. Het kerkgebouw is het huis van God, omdat God de rijkdom der heilige Kerk is. Het kerkgebouw is de poort des hemels, omdat de heilige Kerk de voorafbeelding is der hemelse heerlijkheid. Wij eren het kerkgebouw, omdat wij daarin worden geheiligd door de zichtbare tekenen, in welke ons de onzichtbare genade der heilige Kerk wordt medegedeeld. In het kerkgebouw eren wij het geheim der heilige Kerk, welke tevens het geheim is van het rijk der eeuwige zaligheid. Daarom valt de lof der kerkwijding samen met de lof der Moederkerk en wordt de jubel om de luister van Gods huis telkens doorkruist door de vreugde over het hemelse Jerusalem.

 

Als wij over de ‘Kerk van Christus’ spreken, dienen wij wel te onderscheiden wat wij hieronder verstaan. In de eerste plaats bedoelen wij daarmede de grote gemeenschap, welke in de uiterlijk waarneembare en door Christus gewilde organisatie is verenigd; er zijn zondaars onder, die eten en drinken ten oordeel en die door den Heer op de jongste dag als kaf zullen worden uitgescheiden. Bovendien noemen wij ‘de Kerk’ de gemeente van hen, die door de genade van Christus in dit mystieke lichaam des Heren met God zijn verbonden; zij zijn in waarheid de Kerk der uitverkorenen. Ten slotte noemen wij ‘de Kerk’ de inzetting van het heil, waardoor Christus ons de door Hem verdiende genade doet toekomen. Dit is de heilige Kerk, welke wij onze Moeder noemen; zij is de Bruid die Christus Zich verwierf aan het kruis. Zij is de Moeder, die de volheid draagt van den Heiligen Geest, de Moeder die de Heer ons beloofde, toen Hij zeide ons niet als wezen te zullen achterlaten. In haar is Christus steeds onder ons tegenwoordig; uit haar doet Hij voortdurend nieuwe kinderen Gods geboren worden, en door haar voedt Hij hen door zijn heiliging tot de mannenmaat van zijn heerlijkheid.

Deze bruid van Christus, deze Moeder, bezingen wij op het feest der Kerkwijding; want zij wordt door de heiliging van het kerkgebouw verbeeld. Wij prijzen haar als de nieuwe Eva, die aan het kruis uit de zijdewonde van den nieuwen Adam is voortgekomen. Wij zien haar afgebeeld in de maagdelijke Moeder des Heren, die in haar genadevolheid en verheffing tegelijk het oerbeeld is der Kerk en haar machtigste voorspraak. Het geheim van deze Moederkerk overwegen wij in de voorafbeelding van de ark van

[pagina 934]
[p. 934]

Noë; wij herkennen het in het visioen van sint Petrus, die een wade uit de hemel zag dalen vol met dieren: de reine dieren welke de gelovigen uit het jodendom verzinnebeeldden, vermengd met volgens de oude wet onreine dieren, die het beeld waren van de geroepenen uit de heidenen. En steeds opnieuw bezingen wij de Moederkerk als het eerste begin van het hemels rijk. Want haar onzichtbare rijkdom zal eens openbaar worden als het geluk en de heerlijkheid der zaligen: en de kinderen die verwekt worden uit haar schoot, zullen de burgers zijn van het eeuwige Jerusalem.

 

Overweging over het geheim der heilige Kerk (naar den heiligen Augustinus) - Overwegen wij het geheim van de Kerk, van de Moeder aller gelovigen, die haar kinderen baart vanuit de dood tot eeuwig leven. Het is waar dat zij eerst werd geroepen na de synagoge der Joden; maar reeds vóór de synagoge werd zij beloofd. Haar eerste voorafbeelding is Eva; want gelijk Eva werd gemaakt uit Adams zijde, zo kwam de Kerk der Verlossing voort uit de zijdewonde van Christus aan het kruis. Deze Kerk zien wij ten tijde van de zondvloed behouden in de ark, waardoor de weldaad des kruises en het geheim van het doopsel der Kerk werden voorafgebeeld. Zij werd aangekondigd door Sara, die in haar onvruchtbare ouderdom een kind ontving, gelijk de Kerk in de ouderdom der tijden den eniggeborene van het volk Gods zou baren. Zij is de trap, welke Jacob in zijn droom zag opgericht; want door haar leidt Christus ons van de aarde naar de hemel. Zij is de koningin die aan de rechterzijde des Heren staat, in een gulden kleed en in veelkleurige tooi (Ps. 44). Zij is de koningin, die uit Saba naar Jerusalem kwam om, als de Kerk uit de heidenen, de wijsheid van Salomon, dit is van den vredevorst Christus, te vernemen.

De onzichtbare heerlijkheid van de Bruid van Christus zien wij in de zichtbare tekenen waarmede zij ons de genade der verlossing mededeelt, in de zichtbare plechtigheid van de viering der Eucharistie, ja in de zichtbaarheid van het kerkhuis waarin zij haar kinderen tot de lofprijzing Gods verzamelt. De Moeder wordt ons op deze wijze zichtbaar, gelijk haar Bruidegom zichtbaar is geworden toen Hij ons vlees aannam en ons door zijn zichtbaar lijden heeft willen verlossen. In alle tekenen van de heilsbediening is zij zichtbaar voor ons, opdat wij daardoor zouden worden vervoerd tot de overtuiging en kennis van het onzichtbare. Door wat uiterlijk waarneembaar is, schouwen wij de onzichtbare vruchtbaarheid der Kerk die haar geestelijke kinderen baart en voedt tot het eeuwige leven. Door wat wij met de ogen zien en met de oren horen, leren wij begrijpen dat van de onzichtbare Kerk Christus de grondslag is en de hoeksteen; dat van de eeuwige tempel van het hemels Jerusalem, waarvan de Moederkerk het aardse begin is en ieder kerkhuis een aardse voorafbeelding, de verlosten de levende stenen vormen, samengeschikt op het ene fundament en rondom de ene hoeksteen.

Hier treft ons nog een laatste overweging met betrekking tot

[pagina 935]
[p. 935]

de overvolheid van het geheim der Kerk. Wij zijn stenen, die naar de maat van grondslag en hoeksteen moeten worden bereid om de hemelstad te helpen bouwen. Want zolang er mensen zullen zijn, die tezamen het aards gezin der Moederkerk vormen, is de hemelse tempel niet voltooid; worden er stenen uit de bergen gehouwen door de hand van hen die de waarheid prediken; worden deze stenen gepolijst om naar de juiste maat te worden ingemetseld. Nog zijn er vele stenen in de hand van den eeuwigen Bouwmeester. Mogen zij niet in stukken vallen, maar geheel en al toebereid in de tempel van het hemelse Jerusalem worden geplaatst.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken