Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

De lofzang ‘Akathistos’

De meest bekende hymne der Oosterse Kerken ter ere van de Moeder Gods is de lofzang ‘Akathistos’, zo genoemd omdat men hem staande bidt. In de getijden volgens de Byzantijnse ritus zingt men deze lofzang in de getijden van Zaterdag in de vijfde Vastenweek. Waarschijnlijk werd hij in het jaar 626 vervaardigd door patriarch Sergius van Konstantinopel, hoewel ook het auteurschap van den beroemden dichter Romanus nog verdedigers vindt. - De vier en twintig strofen beginnen in het origineel met telkens een volgende letter van het Griekse alfabet. De oneven strofen eindigen in een reeks begroetingen, waarin de uitverkiezing van Maria wordt bezongen. Uiteindelijk gelden deze begroetingen en lofprijzingen echter het geheim van Christus' menswording, met welk mysterie immers Maria als de Moeder Gods onverbrekelijk is verbonden.

De eerste der engelen werd uit de hemel gezonden te zeggen tot de Moeder Gods: Gegroet. En U aanschouwend, Heer, hoe Gij een lichaam naamt, stond hij verbaasd, en met zijn onlichamelijke stem riep hij haar toe aldus:

Gegroet, uit wie de blijdschap zal oplichten; gegroet, door wie de vloek een einde vindt.

Gegroet, herstel van den gevallen Adam; gegroet, die Eva's tranen droogt.

Gegroet, gij hoogte onbereikbaar voor menselijk denken; gegroet, gij diepte, zelfs voor ogen van engelen niet te peilen.

Gegroet, want gij zijt de troon van den Koning; gegroet, want gij draagt die alles draagt.

Gegroet, ster die de Zon doet verschijnen; gegroet, schoot van de menswording Gods.

Gegroet, door wie de schepping wordt vernieuwd; gegroet, door wie de Schepper een Kind wordt.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

De heilige, kennend hare zuiverheid, waagde tot Gabriël te spreken: Uw verwonderlijke woorden schijnen mijn ziel ongelofelijk; want hoe spreekt gij over zwangerschap zonder hulp van man, roepend: Alleluja.

 

Zoekend te weten ongeweten wetenschap, zeide de Maagd

[pagina 1138]
[p. 1138]

tot den dienaar: Uit ongerepte schoot hoe kan, verklaar het mij, een Zoon geboren worden? Tot haar, hoewel in vreze, sprak hij roepend:

Gegroet, ingewijde in onzegbare raadslag; gegroet, geloof van wie bidden in stilte.

Gegroet, aanvang der wonderen Christi; gegroet, hoofdsom van zijn leringen.

Gegroet, hemelse ladder, waarlangs God is afgedaald; gegroet, brug welke die van de aarde ten hemel leidt.

Gegroet, wijd befaamde verbazing der engelen; gegroet, tranenbrengende wonde der duivels.

Gegroet, die op onzegbare wijze het Licht hebt gebaard; gegroet, die niemand het hoe hiervan hebt doen kennen.

Gegroet, die der wijzen wetenschap te boven gaat; gegroet, die het inzicht der gelovigen verlicht.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Kracht des Allerhoogsten heeft toen overschaduwd en doen ontvangen die geen huwelijk kende, en heeft haar vruchtbare schoot getoond als liefelijke akker aan allen die heil willen oogsten, terwijl zij zingen: Alleluja.

 

God dragend in haar schoot, ijlde de Maagd naar Elisabeth, wier kind haar groetenis aanstonds heeft herkend en blijde, toen het opsprong, als in liederen, riep tot de Moeder Gods:

Gegroet, rank van onverwelkbaar ontspruiten; gegroet, oogst van onbederfelijke vrucht.

Gegroet, die op uw akker teelt den teler, minnaar der mensen; gegroet, die verwekt den verwekker van ons leven.

Gegroet, land dat bloeit in weelde van ontferming; gegroet, tafel welke rijkdom van genade draagt.

Gegroet, want gij doet groenen de beemden der vreugde; gegroet, want gij bereidt de haven der zielen.

Gegroet, gevallige wierook van voorspraak; gegroet, verzoening van geheel de wereld.

Gegroet, Gods welgevallen jegens de stervelingen; gegroet, der stervelingen vrijmoedigheid voor God.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Vloed van twijfels in zich dragend, ontstelde de wijze Joseph als hij naar u, ongehuwde, zag en heimelijk gehuwd u heeft verdacht, onschuldige; maar lerend uw ontvangenis uit Heiligen Geest, sprak hij: Alleluja.

 

De herders vernamen hoe de engelen bezongen de komst van Christus in het vlees, en heengeijld als naar hun herder, hebben zij aanschouwd Hem, Lam zonder vlek, weidend op Maria's schoot; en haar lofzingend spraken zij:

Gegroet, Moeder van Lam en van Herder; gegroet, van geestelijke schapen de stal.

Gegroet, bolwerk tegen onzichtbare vijanden; gegroet, ontsluiten der poorten van het paradijs.

Gegroet, want het hemelse verheugt zich met de aarde; gegroet, want het aardse jubelt met de hemelen.

[pagina 1139]
[p. 1139]

Gegroet, nimmer zwijgende mond der apostelen; gegroet nimmer verwonnen moed der bekransten.

Gegroet, sterke steun des geloofs; gegroet, stralend teken van genade.

Gegroet, door wie de onderwereld werd geplunderd; gegroet, door wie wij zijn bekleed met heerlijkheid.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Op het zien van de Godgerichte ster volgden de magiërs haar glans, en door haar te benutten als baken zochten zij den machtigen Koning; en den Onnaakbare naderend, verheugden zij zich en riepen Hem toe: Alleluja.

 

De zonen der Chaldeën zagen in de handen van de Maagd die met zijn hand de mensen heeft geschapen, en kennend Hem als Heer, hoewel Hij gedaante van een slaaf had aangenomen, haastten zij zich Hem met hun gaven te eren, en te roepen tot de gezegende: Gegroet, moeder van de ster zonder avond; gegroet, dageraad van de geheimvolle dag.

Gegroet, die blust de oven der dwaling; gegroet, die verlicht de ingewijden der Drievuldigheid.

Gegroet, die den onmenselijken heerser stoot uit zijn macht; gegroet, die ons Christus toont, den menslievenden Heer.

Gegroet, die bevrijdt van de afgodendienst der barbaren; gegroet, die ontrukt aan de werken van bederf.

Gegroet, die de aanbidding van het vuur doet staken; gegroet, die bevrijdt van de vlam der begeerten.

Gegroet, gids van der gelovigen zelftucht; gegroet, vreugde van alle geslachten. Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Herauten geworden van God, keerden de magiërs naar Babylon weder; zij hebben uw godsspraak vervuld en den Christus verkondigd aan allen, den dwaas Herodes verlatend die niet wist te zingen: Alleluja.

 

Toen Gij in Egypte de luister der waarheid deed stralen, hebt Gij het duister van de leugen uitgedreven; want zijn idolen vielen neer, omdat zij uw kracht, Verlosser, niet konden verduren; en die er van werden bevrijd, riepen tot de Moeder van God:

Gegroet, opheffing der mensen; gegroet, neerstorting der duivelen.

Gegroet, die de waan van het bedrog vertreedt; gegroet, die de leugen der beelden weerlegt.

Gegroet, zee die den geestelijken Pharao hebt verzwolgen; gegroet, rots die de dorstenden hebt gelaafd met het leven.

Gegroet, vurige zuil, baken voor wie zijn in het donker; gegroet, beschutting der wereld, die wijder zijt dan een wolk.

Gegroet, voedsel dat het manna vervangt; gegroet, dienares van heilige feestdis.

Gegroet, land van belofte; gegroet, uit wie honing vloeit en melk.

[pagina 1140]
[p. 1140]

Gegroet, ongehuwde bruid.

Toen Simeon uit dit leven vol bedrog ging scheiden, werd Gij hem als pasgeboren Kind gereikt, maar erkend ook door hem als volmaakte God; daarom was hij verbaasd over uw onzegbare wijsheid, en riep: Alleluja.

 

Een nieuwe schepping heeft getoond de Schepper, verschijnend aan ons die door Hem zijn gemaakt; want Hij is ontbloeid uit maagdelijke schoot en heeft deze, gelijk hij was, onverlet bewaard, opdat wij, dit wonder aanschouwend, haar zouden bezingen en roepen:

Gegroet, bloem der onbederfelijkheid; gegroet, krans der kuisheid.

Gegroet, die de voorafbeelding der verrijzenis doet stralen; gegroet, die het leven der engelen toont.

Gegroet, schoonbevruchte boom, waardoor de gelovigen worden gevoed; gegroet, lommerrijk hout, waaronder velen beschutting vinden.

Gegroet, die draagt den gids voor wie dwalen; gegroet, die baart den bevrijder der gevangenen.

Gegroet, verbidding van den rechtvaardigen Rechter; gegroet, vergeving van vele zondaars.

Gegroet, kleed voor wie ontbloot zijn van vertrouwen; gegroet, tederheid die alle lust verwint.

Gegroet, ongehuwde bruid.

Deze vreemde geboorte beschouwend, laat ons als vreemd aan de wereld de geest tot de hemel verheffen; hiertoe immers is de verheven God op aarde als nederig mens verschenen, daar Hij omhoog wil voeren die tot Hem roepen: Alleluja.

 

Geheel aanwezig hier beneden, toch allerminst afwezig in den hoge was het onbeschrijfelijke Woord; want goddelijke nederdaling was het en geen verandering van plaats; geboorte uit een Godgegrepen Maagd, die hoort hoe haar wordt gezegd:

Gegroet, ruimte van onruimtelijken God; gegroet, deur van eerbiedwaardig mysterie. Gegroet, van ongelovigen het onzeker gerucht; gegroet, van gelovigen de zekere roem.

Gegroet, alheilige wagen van die op de cherubim troont; gegroet, alheerlijk verblijf van die op de serafim is gezeten.

Gegroet, die tegendeel tot één tezamenbrengt; gegroet, die maagdelijkheid en moederschap verbindt.

Gegroet, door wie de overtreding werd gedelgd; gegroet, door wie het paradijs geopend werd.

Gegroet, sleutel van het koninkrijk van Christus; gegroet, verwachting van eeuwige goederen.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Geheel het geslacht der engelen was vol verbazing over het grote werk van uw menswording; want den ontoegankelijken God zagen zij als mens toegankelijk voor allen, verkerend onder ons, en horend hoe wij allen roepen: Alleluja.

[pagina 1141]
[p. 1141]

Redenaars welbespraakt zien wij voor u, Moeder van God, stom worden als vissen; want zij zijn onmachtig uit te zeggen hoe gij Maagd blijft en toch hebt kunnen baren. Maar wij, het geheim bewonderend, roepen in geloof:

Gegroet, vat van Gods wijsheid; gegroet, voorraadskamer van zijn voorzienigheid. Gegroet, die wijzen als onwijzen toont; gegroet, die woordmeesters als stommen beschaamt.

Gegroet, want tot dwazen werden de geduchte redetwisters; gegroet, want vernietigd werden de makers der fabels.

Gegroet, die de weefsels der Atheners hebt vaneengereten; gegroet, die de netten van vissers hebt gevuld.

Gegroet, die ontrukt aan afgrond van onwetendheid; gegroet, die velen met kennis verlicht.

Gegroet, boot van wie behouden willen worden; gegroet, haven van de schippers des levens.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

In zijn verlangen de wereld te redden is de Maker van het heelal uit eigen wil tot haar gekomen en, hoewel herder als God, is Hij om onzentwil als mens verschenen; want het gelijke roepend door het gelijke, hoort Hij als God: Alleluja.

 

Een muur der maagden zijt gij, Moeder Gods en Maagd, en van allen die tot u hun toevlucht nemen; want de Maker van hemel en aarde heeft u toebereid, ongerepte, toen Hij woonde in uw schoot en allen leerde u te begroeten: Gegroet, kolom van maagdelijkheid; gegroet, poort van verlossing.

Gegroet, oergrond van geestelijk herstel; gegroet, leidster van goddelijke goedheid.

Gegroet, want gij hebt wedergebaard die in schande waren ontvangen; gegroet, want gij hebt tot rede gebracht die van rede waren beroofd.

Gegroet, die den verderver der harten hebt ontkracht; gegroet, die den zaaier der reinheid hebt gebaard.

Gegroet, bruidsvertrek van maagdelijk huwelijk; gegroet, die de gelovigen paart aan den Heer.

Gegroet, schone voedster der maagden; gegroet, bruidleidster van heilige zielen.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Alle lofzang is te zwak, die zou willen voldoen aan de menigte uwer vele ontfermingen; al boden wij U zangen, heilige Koning, talrijk als het zand, niets zouden wij volbrengen wat waardig is aan wat Gij hebt geschonken ons die U roepen: Alleluja.

 

Als lichtend baken, dat glanst voor wie in donker zijn, beschouwen wij de heilige Maagd; want door het onstoffelijke licht te ontsteken leidt zij allen tot goddelijke kennis, en verlicht met haar schijnsel de geest, geprezen door deze onze zangen:

Gegroet, straal van de geestelijke Zon; gegroet, schicht van het Licht zonder avond.

[pagina 1142]
[p. 1142]

Gegroet, bliksem die de zielen beschijnt; gegroet, die als donder de vijanden doet ontstellen.

Gegroet, want gij doet opgaan de alom stralende luister; gegroet, want gij doet opwellen de alom vloeiende stroom. Gegroet, die het levend beeld zijt van het bad des doopsels; gegroet, die wegneemt de bevlekking der zonde.

Gegroet, vont die het geweten schoonwast; gegroet, mengvat dat de vreugde mengt. Gegroet, goede geur van de zoetheid van Christus; gegroet, leven van geheimnisvol gastmaal.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

Toen Hij die aller mensen boete delgt, genade wilde geven voor de oude schuld, heeft Hij uit eigen wil verblijf genomen bij wie verbleven ver van zijn genade; en nu Hij de schuldbrief heeft verscheurd, hoort Hij hoe allen zingen Hem: Alleluja.

 

Bezingend uw Kind, prijzen wij allen u als de levende tempel, o Moeder van God; in uw schoot immers woonde de Heer die alles omvat in zijn hand; Hij heiligde en verheerlijkte u, en leerde allen tot u te roepen:

Gegroet, tabernakel van God en het Woord; gegroet, heilige groter dan het heiligdom. Gegroet, ark verguld door den Geest; gegroet, onuitputtelijke schatkamer des levens. Gegroet, kostelijke diadeem van vrome koningen; gegroet, eerbiedwaardige roem van godvruchtige priesters.

Gegroet, onwrikbaar bolwerk van de Kerk; gegroet, onneembare muur van het rijk.

Gegroet, door wie de zegetekens worden opgericht; gegroet, door wie de vijanden ten onder gaan.

Gegroet, genezing van mijn vlees; gegroet, heil van mijn ziel.

Gegroet, ongehuwde bruid.

 

O albezongen Moeder, die hebt gebaard het boven alle heiligen allerheiligst Woord, bij het aanvaarden dezer gave, allen bevrijd ons van alle onheil, en verlos van komende straf die u roepen: Alleluja.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken