Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1155]
[p. 1155]

Bijzondere oefeningen ter ere van de heilige maagd Maria

Van oudsher overwegen de christenen vooral tijdens de Advent de geheimen van het goddelijke moederschap van Maria. Reeds in de middeleeuwen echter vinden wij sporen van een bijzondere verering van de heilige Moeder Gods gedurende de Meimaand. Voornamelijk sinds de achttiende eeuw is deze devotie algemeen verbreid. Volgens vroom gebruik eert men voornamelijk gedurende deze tijd de Koningin des hemels door bijzondere avondoefeningen.

(Aan hen die het Mei-lof of een andere oefening ter ere van de heilige Moeder Gods bijwonen, wordt telkens een aflaat van 7 jaren verleend; een volle aflaat onder de gewone voorwaarden aan hen die gedurende de Meimaand deze oefeningen tenminste tien malen bijwonen.)

De roos is van oudsher een symbool van vreugde. En zozeer waren vromen als de zalige Herman-Joseph er van overtuigd, dat de boodschap des engels een boodschap van vreugde was - want betekent Gabriëls Ave in de Griekse evangelietekst niet: ‘verheug U’? - dat zij de heilige Maagd zelf een roos noemden en dat zij hun begroetingen vergeleken met een krans van rozen, welke zij vlochten om haar hoofd. Dit is de betekenis van het woord Rozenkrans, een reeks van Ave's waarmede men de Moeder Gods begroet. Evenals de begroetingen waarmede de Grieken in hun Akathistos-lofzang tot de Maagd Maria bidden, werd ook deze reeks begroetingen allengs geordend. De heilige Dominicus heeft deze vorm van godsvrucht bevorderd: daarom is zijn naam aan deze devotie verbonden gebleven. In latere eeuwen hebben zonen van den heiligen Dominicus het Rozenkransgebed zijn tegenwoordigen vorm gegeven, en de honderdvijftig Ave's - het psalterium van hen die geen gelegenheid hebben de evenzovele psalmen te bidden - verdeeld in tientallen volgens de ons bekende geheimen. De overweging van deze geheimen werd in de vijftiende eeuw met het bidden van de Rozenkrans verbonden.

De blijde geheimen

1.De boodschap des engels aan Maria.
2.Het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth.
3.De geboorte van Christus in de stal te Bethlehem.
4.De opdracht van Christus in de tempel.
5.De wedervinding van den twaalfjarigen Jesus in de tempel.

De droevige geheimen

1.De doodsangst des Heren in de hof van olijven.
2.De geseling van Christus.
3.De doornenkroning van Christus.
4.De kruisdraging van Christus.
5.Christus sterft aan het kruis.

De glorievolle geheimen

1.De verrijzenis des Heren.
2.De hemelvaart des Heren.
[pagina 1156]
[p. 1156]
3.De nederdaling van den Heiligen Geest over de apostelen.
4.Maria wordt ten hemel opgenomen.
5.Maria wordt in de hemel gekroond.

 

Volgens vroom gebruik bidt men dagelijks een derde gedeelte van de Rozenkrans. Op Maandag en Donderdag overweegt men de Blijde Geheimen; op Dinsdag en Vrijdag de Droevige Geheimen; op Zondag, Woensdag en Zaterdag de Glorievolle Geheimen. Op deze wijze herdenken wij iedere Vrijdag het heilig lijden des Heren, iedere Zaterdag de verheffing van de Moeder Gods en iedere Zondag de heerlijkheid des Heren. Op feestdagen zullen wij bij voorkeur de reeks geheimen overwegen waartoe het mysterie van de feestdag behoort.

Wij overwegen op deze wijze alle geheimen van ons heil, en wij doen dit in gemeenschap met de Moeder des Heren, die zulk een belangrijke plaats in het verlossingswerk inneemt, omdat zij als de eerste en voornaamste door Christus werd geheiligd, en door haar geloof, haar gehoorzaamheid en heiligheid mede verdiende ons aller Moeder en voorspreekster te worden. Zo wordt ons Rozenkransgebed een daad van ons geloof en vertrouwen in Christus' heil, en tegelijkertijd een groet aan de Moeder en een bewijs van dankbaarheid jegens haar, die niet moede wordt ons door haar voorspraak en bijstand aan dit heil deelachtig te doen worden.

Voor ieder tiental Ave's bidden wij (bij de grote kralen van de Rozenkrans) het Onze Vader, en ieder tiental besluiten wij met de korte lofprijzing van de allerheiligste Drievuldigheid: Ere zij den Vader.

 

Het is gewoonte het Rozenkransgebed te beginnen met de geloofsbelijdenis der apostelen en met een drievoudig Ave, ter ere van de Dochter van God den Vader, de Moeder van God den Zoon en de Bruid van God den Heiligen Geest.

(Aan het bidden van de Rozenkrans zijn de volgende aflaten verbonden. Een aflaat van 5 jaren voor het bidden van het derde gedeelte van de Rozenkrans; bidt men dit derde gedeelte gezamenlijk met anderen, in het openbaar of in besloten kring, dan kan men eenmaal per dag een aflaat van 10 jaren verdienen, en een volle aflaat onder de gewone voorwaarden op de laatste Zondag van de maand, als men de Rozenkrans ten minste drie maal op deze wijze gedurende elk van de voorafgaande weken heeft gebeden.
Een volle aflaat onder de gewone voorwaarden aan hen
, die een derde gedeelte van de Rozenkrans bidden voor het allerheiligste Sacrament, hetzij Dit ter aanbidding is uitgesteld of bewaard wordt in het tabernakel. Voor het verdienen van de aflaten is het niet nodig de ‘tientjes’ achter elkaar te bidden. - Als men bij het bidden gebruik maakt van een bidsnoer, dat gezegend is door een priester die hiertoe bijzondere volmachten heeft, kunnen behalve de boven genoemde nog andere aflaten worden verdiend.)

Bijzonder aan de godsvrucht van het Rozenkransgebed is de Octobermaand gewijd. Op de zevende van deze maand of op de eerste Zondag vieren wij het Feest ter ere van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans (zie bladz. 1048).

 

De godsvrucht van de negendaagse oefening of novene ter ere van de heilige Moeder Gods wordt bijzonder beoe-

[pagina 1157]
[p. 1157]

fend als voorbereiding op een harer feestdagen. Ook in de loop van het jaar kan men een novene houden ter ere van een der geheimen van Onze Lieve Vrouw. Men overweegt gedurende deze dagen in het bijzonder de voorrechten van de Moeder Gods en roept haar machtige voorspraak in; bepaalde oefeningen zijn hiertoe niet vastgesteld.

Volgens vrome gewoonte vereren vele christenen de heilige Moeder Gods in het bijzonder op de Zaterdag. In het Westen vinden we de eerste sporen van deze godsvrucht reeds in de elfde eeuw; mogelijk is deze verering een navolging van die in Konstantinopel, waar iedere Zaterdag het gelovige volk bijeenkwam voor de beroemde mozaïek van de Moeder Gods in de altaarruimte van de Blachernen-kerk. Sinds eeuwen is deze godsvrucht zo algemeen, dat de Kerk aan priesters en kloosterlingen dikwijls voorschrijft op Zaterdag ter ere van de Moeder Gods de Getijden te bidden en de Mis op te dragen. In de laatste tijd eren velen de heilige Maagd Maria op de Eerste Zaterdag der maand in het bijzonder om wille van de liefde van haar Onbevlekt Hart; zij vragen de Moeder Gods van God de genade van de heiliging der priesters te verkrijgen.

Gebed om de heiliging der priesters

Goddelijke Verlosser, Jesus Christus, Gij hebt uw verlossingswerk, de redding en het heil van de wereld, aan de priesters als uw plaatsbekleders toevertrouwd. Ik offer U door de handen van uw heilige Moeder voor de heiliging van uw priesters en toekomstige priesters geheel deze dag op: al mijn gebeden, werken, vreugden, offers en lijden. Schenk ons heilige priesters die, door het vuur van uw goddelijke liefde ontvlamd, niets anders zoeken dan de vermeerdering van uw eer en het heil van onze zielen.

En gij, Maria, liefdevolle Moeder der priesters, bescherm alle priesters in de gevaren van hun heilige roeping, bid voor hen en verkrijg hun de genade, dat zij aan hun verheven roeping altijd getrouw blijven. Amen.

 

Van oudsher hebben de christen leken zich gaarne nauwer aangesloten bij de kloostergemeenschappen om onder leiding der kloosterlingen tot grotere volmaaktheid te komen en naar hun wijze deel te nemen aan de geestelijke oefeningen der kloosters. In de middeleeuwen ontstonden op deze wijze tal van wereldlijke derdeorden en geestelijke broederschappen. Een grote liefde had men voor de Carmelieten, ‘de broeders van onze Lieve Vrouw’ die uitmunten door hun godsvrucht tot de heilige Moeder Gods, ter wier ere zij het feest van O.L. Vrouw van de Berg Carmel (16 Juli) instelden, dat in later tijd tot de gehele Latijnse Kerk werd uitgebreid. Op het eind der middeleeuwen ontstond het gebruik, dat de Carmelieten (of andere priesters die daartoe zijn gemachtigd) de vereerders van de Moeder Gods plechtig een gedeelte van hun kloosterkleed

[pagina 1158]
[p. 1158]

opleggen, het schouderkleed of Scapulier van O.L. Vrouw van de Berg Carmel. Zij die dit scapulier dragen, of althans een medaille welke tot dit doel is gezegend, stellen zich onder de bijzondere bescherming van de Moeder Gods en verbinden zich haar op bijzondere wijze te eren. Volgens de overlevering beloofde de Moeder Gods bij de verschijning aan den heiligen Simon Stock, dat de vromen die het scapulier dragen, door haar voorspraak niet verloren zullen gaan. Dat paus Joannes XXII een nog meer gepreciseerde belofte zou hebben ontvangen en deze in een Bul van 1322 zou hebben geformuleerd, is echter een legende. Wel hebben vele latere pausen de broederschap van het scapulier aanbevolen en daarbij gewezen op de bescherming van de Moeder Gods, welke zij bewijst aan hen die zich aan haar dienst hebben toegewijd. In het jaar 1950, bij de viering van het zevende eeuwfeest van de verschijning aan den heiligen Simon Stock, heeft paus Pius XII deze aanbevelingen nog eens nadrukkelijk herhaald.

Zegening en oplegging van het scapulier van Onze Lieve Vrouw van de berg Carmel

Zij die het scapulier zullen ontvangen, knielen voor den priester neer. Deze spreekt allereerst over het scapulier de volgende zegening uit:

 

℣. Toon ons, Heer, uw ontferming.

℟. En geef ons uw heil.

℣. Heer, verhoor mijn gebed.

℟. En mijn geroep kome tot U.

℣. De Heer zij met u.

℟. En met uw geest.

 

Laat ons bidden. - Heer Jesus Christus, Verlosser van het menselijk geslacht, heilig met uw rechterhand dit kleed, hetwelk uw dienaar (dienares) uit liefde tot U en tot uw Moeder, de Maagd Maria van de Berg Carmel, met godsvrucht zal dragen; opdat hij (zij), door de voorspraak van uw Moeder, tegen den bozen vijand worde beschermd, en tot de dood in uw genade volharde; Gij die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. ℟. Amen.

 

De priester besprenkelt het scapulier met wijwater en legt het vervolgens (aan ieder afzonderlijk) op, met de woorden:

 

Ontvang dit gezegende kleed, en bid de allerheiligste Maagd, dat gij het om wille van haar verdiensten onbevlekt moogt dragen, dat zij u tegen alle onheil verdedige en tot het eeuwige leven voere. ℟. Amen.

 

Ten slotte zegt de priester (slechts éénmaal, ook indien meer dan een persoon het scapulier heeft ontvangen):

 

Door de volmacht welke mij is verleend, neem ik u aan tot deelgenoot van alle geestelijke goederen welke, krachtens de barmhartigheid van Jesus Christus, door de kloosterlingen van de Berg Carmel worden volbracht. In de Naam van den Vader en den

[pagina 1159]
[p. 1159]

Zoon en den Heiligen Geest. ℟. Amen.

Zegene u de Schepper van hemel en aarde, God almachtig, die u heeft willen opnemen in de broederschap van de heilige Maagd Maria van de Berg Carmel. En haar bidden wij, dat zij in het uur van uw verscheiden de kop van de oude slang moge verpletteren, en dat gij eens de palm en de krans van het eeuwige erfdeel moogt verwerven. Door Christus onzen Heer. ℟. Amen.

 

¶ Slechts het eerste scapulier, dat men bij de oplegging ontvangt, wordt gezegend. Indien het oud geworden is, verbrande men het, en vervange men het zonder meer door een nieuw. Elke scapulier-medaille echter moet gezegend worden.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken