Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens
Afbeelding van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levensToon afbeelding van titelpagina van Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (19.36 MB)

ebook (15.97 MB)

XML (4.50 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.B. Sleper



Genre

poëzie
non-fictie

Subgenre

liederen/liedjes
gebed(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot gebedenboek ten gebruike van katholieke christenen voor alle dagen en tijden van het jaar en alle omstandigheden des levens

(1951)–Cornelis Adrianus Bouman–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 1163]
[p. 1163]


illustratie

De verering der heiligen

Zolang wij in de ballingschap der aarde zijn, kunnen wij het leven na de dood niet begrijpen. Maar wij weten dat Christus de dood heeft overwonnen en in zijn verrijzenis en hemelvaart de verlosten is voorgegaan naar de heerlijkheid. Sindsdien heft de dood het leven niet langer op, maar verandert het slechts. Want de rechtvaardigen zullen leven met den Heer in eeuwigheid.

Zo groot was het geloof der oude christenen, dat zij van dit leven getuigden in de opschriften op de graven der doden. Het geloof in de gemeenschap der heiligen is zo oud als de Kerk. Reeds in de eerste eeuwen vroeg men den vromen die in Christus waren ‘ontslapen’, dat zij God voor de achtergeblevenen zouden bidden. In het bijzonder riep men de martelaren aan, die zo duidelijk als Christus' navolgers waren gestorven. De verjaardag van hun dood herdacht men met de eucharistische viering op hun graf.

Toen de tijd der vervolgingen voorbij was, begon men ook andere heiligen openlijk te eren en aan te roepen. De vrijwillige boetedoening der monniken en de maagdelijkheid om Christus' wil beschouwde men als een onbloedig martelaarschap. Tal van asceten en kerkvaders noemde men met de oude naam der martelaren ‘belijders’. In later tijd heeft de Kerk deze verering geregeld; slechts hen mogen wij heilig noemen die door het hoogste Kerkgezag in onfeilbare uitspraak als zodanig zijn erkend (canonisatie). Maar hoe groot het getal dezer erkende heiligen ook is, wij weten dat de heiligen in de hemelse heerlijkheid veel talrijker zijn, ‘een schaar die niemand tellen kan, uit alle naties en stammen en volken en talen’ (Openb. 7, 9).

De namen van de martelaren en andere heiligen wier ‘geboortedag’ (d.i. de dag van hun zalig afsterven) of bijzetting der relieken plechtig wordt herdacht, heeft men vanouds tot kalenders opgetekend. In ieder land en bisdom waren deze kalenders verschillend. Een van de meest bekende was het zogenaamde Martelarenboek van den heiligen Hiëronymus, waaruit op den duur het officiële Romeinse Martelarenboek der Latijnse Kerk is voortgekomen. Iedere dag gedurende de Prime (zie bladz. 146) wordt in klooster- en kapittelkerken hieruit een gedeelte voorgelezen. Een uittreksel van dit Martyrologium Romanum, vermeerderd met toevoegingen uit de kalenders der kloosterorden en Nederlandse en Belgische bisdommen, vindt men als kalender voor in dit boek (bladz. 44 vgl.).

 

Christus zelf heeft de heerlijkheid der heiligen betuigd, toen Hij zeide: ‘Zo iemand Mij heeft gediend, dan zal mijn Vader hem eren’ (Jo. 12, 26). De heiligen waren de navolgers van Christus; daarom zijn zij onze voorbeelden en hebben zij in het eeuwige rijk, waar zij met den Verlosser eens en voor altijd zijn binnengetreden, de macht onze voorsprekers te zijn. Op het concilie

[pagina 1164]
[p. 1164]

van Trente heeft de Kerk het duidelijk uitgesproken: ‘dat de heiligen die met Christus heersen. God voor de mensen bidden; dat het daarom goed is en nuttig hen als smekelingen aan te roepen, en, om weldaden van God te verkrijgen door zijn Zoon en onzen Heer en enigen Verlosser, ook tot hun voorbede, hulpvaardigheid en bijstand onze toevlucht te nemen’.

Met recht ook heeft de Kerk de gepaste verering van de beeltenissen en relieken der heiligen aanbevolen, niet alsof daarin een goddelijke kracht zou wonen, maar omdat deze verering teruggaat op de heiligen en omdat de overblijfselen van hun lichamen eenmaal door Christus ten eeuwigen leven zullen worden opgewekt en verheerlijkt.

Terecht bepaalt het concilie van Trente, dat wij de verering der heiligen nooit los mogen zien van de heerlijkheid des Heren welke ook hun verheerlijking is. Het sacrificie van Christus, dat steeds opnieuw op het altaar tegenwoordig wordt gesteld, is de grond voor hun verheffing in de hemel (offergebed van de mis Sacerdotes tui); om wille van deze verheffing in Christus kunnen zij onze voorsprekers zijn bij God en Hem door hun gebed onze offergaven en gebeden welgevallig doen zijn (offergebed van de mis In medio). Door hun machtige voorspraak kunnen zij ons aan de genaden der verlossing deelachtig doen worden, vooral aan die genade waarmede zij zelf op bijzondere wijze waren gesierd: de standvastigheid der martelaren, de kloekheid der belijders, de liefde der mystieken, de reinheid der maagden, de zuiverheid in het geloof der leraren, alles verschillende opzichten van de éne navolging van Christus, welke het wezen der heiligheid is. Want allen zijn zij heilig in en door Christus; dit mogen wij nimmer vergeten. Op velerlei wijze zien wij den Heer weerspiegeld in zijn heiligen; ieder van hen verbeeldt Hem naar de eigen maat van zijn onvolkomenheid, welke de grootste heiligen op aarde heeft doen zuchten om hun zondigheid. Maar één is de zon die hen allen overstraalt en doet schitteren in zijn licht; alleen de Heer, die heilig is uit Zichzelf.



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken