Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gegeven keur (1942)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gegeven keur
Afbeelding van Gegeven keurToon afbeelding van titelpagina van Gegeven keur

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.69 MB)

Scans (5.24 MB)

ebook (3.21 MB)

XML (0.13 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gegeven keur

(1942)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 136]
[p. 136]

Alphabetische volgorde der beginregels

* blz.
Alleen van vele broedren over 36
Als de aard nog nat is 16
Als vlotgedreven van de kimmebanken 79
Bermherticheit ghi wondercruut, 73
Blijft gij nooit éen blanken uchtend, 77
Daar is niets zaligend als U verwachten 134
Daar steekt de nacht op en de zwarte wind - 31
Dauw en tranen komen 26
De dag lag bleek neêr op bleeke sponde. 9
De dag staat als een maal bereid. 25
De koelte van den avond streelt mij wakker en gevangen: 114
De laatste ruil heeft alles weêr vergoed 132
De maan is al boven de seringen; 99
De schaduw overdauwt het gras 105
Dees wereldgolf van duister en van licht 126
Die bij den avondval als aan taveerne 50
Die grote sonne, die mane, 71
Die hebben doorgevoeld en doorgedacht 127
Die niets der wereld vragen, 100
Die schoon is, taalt niet naar een ander kleed. 134
Die wonen bi den ouden Rhyn, 75
Dien de blinden blinde smaden, 56
Eén ding schonken mij 95
Eén kinderlach, éen hartezuivre zucht 129
Een stille knaap was ik toen ik voor 't eerst 109
En kwam er morgen éen getogen, 81
Geluk heeft ook zijn stormen: onder blauw 51
Gewijden door lijden, en dan gezaligd, 118
‘Gij hebt haar gekend als kind? 44
Gij komt als 't lust, en let op uur noch tijd, 129
‘Gij kunt niet raden met wat liefde wonderbaar 29
Gij laat mij nimmer in den steek: Uw groeten 134
Gij zijt nog nooit verschenen 106
Hef ziel nog eenmaal op uit dit afgrondig 126
Het dunne zand van sluimering 40
Het maanlicht vult de zuivre heemlen 66

[pagina 137]
[p. 137]

* blz.
Hier al houdt stand in dit ons wrak geheugen 130
Hoe hebt Ge Uw uur vooruitgeweten, 122
Hoe laat is 't aan den tijd? 47
‘Hoe over 't brandend blind bazalt 38
Hoe scheidt nog ooit van hier, 89
Hoe schijnt van avondstrand 23
Hoe weet ik ooit wat menschlijk goed en slecht is; 128
Ic hadde in myns herten hovekyn 69
Ik ben maar half bij alles wat ik doe. 130
Ik denk aldoor aan rozen, 22
Ik doof de lamp -: klaarwakker ligt 93
Ik was een stil en eenzaam kind, 120
Ik weet dat gij mij nog verschijnen zult, 87
Ik zag de schemerlijven 102
In de spanne luwe stilte 80
In drooggevallen kil weinige pinken 52
In nachtschaduw 14
In onverstand hebben we U eens bezeten; 132
Kom ik tot u?... Van waar gij zijt, 104
Kom niet, Schoonheid, eer we u zijn bereid 33
Laat mij nimmermeer berusten, 30
Laat nimmer af te vragen 62
Lief, ik kan niet om hem weenen 65
Lief, ontwaak: de late sterren dooven 98
Met de' eersten opslag van den morgen rijs ik wakker, 111
Minnen is beter dan bemind te worden, 54
Mijn bleeke denken dwaalt tot u door diepe nachten 11
Mijn hart wou nergens tieren 119
Mijn oog voorvoelt het scheren van de vlijm 135
Nu gij ver wègzijt, komen al de nachten 13
Nu kom ik elken nacht, Moeder, slapen bij u thuis: 60
O aardes eêlste vrucht, o voedend brood, 117
O donkre klok ver van uw wijzerplaat, 126
O land van bergen, in wat drang naar vreugde 19
O liefde, liefde, die als lijden zijt, 10
O maskerdans van uitgebloede dooden, 128

[pagina 138]
[p. 138]

* blz
O te luistren naar de zee, 45
O vastheid in dit wisselziek verraad, 133
Om 't even of Gij mij of andren stuurt 133
Ons spreken stond om 't eerste woord verlegen. 131
Ook hier al hebt Gij tot dit voorbeleven 127
Opeens, met éen blik te overbruggen, valt verslonken 125
Oude wijn van vreugd gekelderd, 78
Rooder ranken met elk jaar de rozen 115
Spreek over dit leed niet, geef het geen naam. 12
Stil, wees stil: op zilvren voeten 59
Tusschen 't dorre goud der doode blâren 103
Uit kleinst gegeven zuiver U bezinnen 131
Uw jonge melodieënvolle vingeren 49
Uw oogen waren er niet, 21
Vader wiens strenge stem gebood of bad, 53
Van anderen nam ik wat mij lustte. 123
Vergeef, vergeet wat ooit mijn lippen morden. 132
Waar tijd en eeuwigheid elkaêr beroeren, 55
Wanneer komt de Westenregen? 124
Wat hebt gij daaglijks onvermoeid gezocht 129
Wat is u aan mij gelegen? 82
Wat was in haat en doodslaag, weêr en wind, 130
Wat wilt ge oplossen? Wat verklaren? Konde er 127
Wegsterft het dun geteem der koppelaars... 135
Wij die onze eenzaamheid 67
Wij hebben buiten elk contract gediend; 133
Wij hebben ons vandaag verlaat! 57
Wij leefden maar nadien en vantevoren. 131
Zingen, lief, is zich belijden 58
Zoo komt er nooit een eind aan 't geven: 88
Zij ploegen, zaaien, wieden altijddoor... 128


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken