Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Praeludiën (1902)

Informatie terzijde

Titelpagina van Praeludiën
Afbeelding van PraeludiënToon afbeelding van titelpagina van Praeludiën

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.38 MB)

Scans (1.89 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Praeludiën

(1902)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

[Toen leek de sneeuw in 't]

 
TOEN LEEK DE SNEEUW in 't blindendvolle vlokken
 
Zoo de beloofde koelte die geneest,
 
Dat uit haar droeve huis mijn ziel is uitgetrokken
 
Om deel te hebben aan dat witte feest.
 
 
 
Heur waren daglang wind en sneeuw gespelen,
 
Drie blanke vreugden in omdempte hal,
 
Een wit gestrook van kussen en krakeelen,
 
Vluggende voetjes in onhoorbren val.
[pagina 91]
[p. 91]
 
Maar eindlijk bleef ze alleen; de lieve logen
 
Der sneeuw lag roerloos, doodverslapen waan,
 
Met veel omkijken uit noô-scheidende oogen
 
Was wilde wind naar huis gegaan....
 
 
 
Toen, scherp en eenig, voelde zij den honger steken
 
Naar diepe, koele rust van ongemengden slaap,
 
En gaêrde gauw de sneeuw tot dichtdekkende deken
 
En taste ze op tot peel onder koortswarmen slaap.
 
 
 
Eén oogenblik sloeg over haar dichtwakkere oogen
 
Golvende illuzie, de aêm der droomende aard:
 
Met haar en al haar bloemen slapen mogen
 
Tot volgend voorjaar en zijn vast geluk bewaard....
[pagina 92]
[p. 92]
 
In tranen smolt de sneeuw om dat lentwarme wezen,
 
De doode aard onder haar werd lauw en vocht.
 
En rillend rees zij in teêr-angstig vreezen
 
Leven te wekken, dat zij niet te voeden mocht.
 
 
 
Toen stond ze en wist, en zag haar eigen verren winter
 
Kristallen kroon aan 't eind van diepen zomerplicht;
 
En groetend evenbeeld brak roode zonnesplinter
 
Door witte westerwolk zijn warmbloedende licht.


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken