Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stemmen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stemmen
Afbeelding van StemmenToon afbeelding van titelpagina van Stemmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stemmen

(1907)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 197]
[p. 197]

De wolk

 
Alleen van vele broedren over
 
Zie ik het eind van 't schoone land;
 
Nog houdt mij op in strakken toover
 
Zons stralen hand.
 
 
 
Op verre reizen wolk na wolk verzonk er,
 
Ik bleef gerust:
 
Hun andre weg gaat dieper, donker
 
Naar de eendre kust.
 
 
 
Als lange nacht mijn droefenis verdichtte
 
Tot regenzwaren val,
 
Hief mij de warme tocht van 't vroege lichten
 
Weêr op in hemelheldre hal.
 
 
 
Als ik voor felle zomerzon vervluchtte
 
Naar blijheids ongeweten doel,
 
Bett'en de donkerdiepe sterreluchten
 
Mijn voorhoofd effen weêr en koel.
 
 
 
Zoo bleef ik onvervuld, dit blank verlangen:
 
In lust of leed vergaan.
 
De vrije winden voerden mij gevangen
 
Op hun onzeekre baan.
 
 
 
Ik dreef naar Oost en West, naar Noord en Zuien
 
Op glansgespannen wiek;
 
In volle zeilen floten blijde buien
 
Zachte muziek.
 
 
 
Ik zag in klare sterrestille meren
 
Een wonderbleek gezicht,
 
Maar huiverblij als het zich weêr kon keeren
 
Naar zonne- en manelicht.
[pagina 198]
[p. 198]
 
Over de groene landen, over blanke straten,
 
Over der schoone menschen vreugde en rouw,
 
Over hun slaap en doodgehevene gelaten
 
Vergleed ik als een lichte schaûw.
 
 
 
Nu walt dezelfde zee waaraan ik ben ontstegen,
 
Om einder avondros:
 
Laat mij vergaan in eindelijken regen -
 
Laat, zon, mij los.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken