Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Stemmen (1907)

Informatie terzijde

Titelpagina van Stemmen
Afbeelding van StemmenToon afbeelding van titelpagina van Stemmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Stemmen

(1907)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 212]
[p. 212]

Van verdriet en vreugd

 
Luister, donkerblond Verdriet,
 
Sluit die onrust-oogen niet
 
Aan de peluw van mijn borst,
 
Of gij mij niet zeggen dorst
 
Iedren twijfel, elke waarheid,
 
't Raadsel dat de jonge klaarheid
 
Nevelt van uw oogenschijn
 
Tot een ouden, troeblen wijn.
 
 
 
Laat ons niet als nachten al
 
Hopen naar den verren val
 
Van slaaps koele watertochten,
 
Of ze ons eindlijk tegenbrochten
 
Laafnis na de lange taak
 
Van de bleeke nachtewaak,
 
't Eindloos strand dat glooierept
 
Naar een zee die aldoor ebt
 
Tot haar overbruist de gloed
 
Van te vroegen morgenvloed...
 
 
 
Dacht gij dan, dat ik sliep, kind;
 
Gij alleen door nachtewind
 
Hoorde 't kloppen van den tijd
 
Aan de deur der eenzaamheid
 
Zwellend tot in 't oor verward
 
Met de bons van 't eigen hart?
 
Nimmer heeft mijn ziel gesmaakt
 
Zweem van rust zoolang gij waakt.
 
Eerst uw adems zijden gang
 
Wordt haar eigen wiegezang,
 
Nachtebloemegeur die lauw
 
Op haar oogleên koelt in dauw
 
Tot zij veilig, sluimerdicht,
 
In slaaps teeder evenwicht,
 
Drinkt den nachtelijken dood
 
Diep uit levens donkren schoot.
[pagina 213]
[p. 213]
 
Uit het droomverdronken land
 
Waar de slaap zijn lotos plant
 
En de volle velden staan
 
Spiegeldubblend in de maan,
 
Waar de bleeke erinnring eet
 
Tot zij blij zichzelf vergeet,
 
Riep al ademzachte zucht
 
Loome boot in ommevlucht
 
Wakker, bij u, in éen ruk,
 
Snel als vrees komt tot geluk.
 
En mijn armen wiegden u nachtlang
 
Onder wisselenden wachtzang
 
Tot in dommelige vert'
 
Morgen rozig wakker werd
 
En zijn vogelvol verschiet
 
Overstemde 't eenzaam lied.
 
 
 
Hoeveel liedren ik niet zong,
 
Toen gij zelf nog bijster-jong
 
Maar de melodieën hoorde,
 
Niet den diepren troost der woorden.
 
Onverbiddlijk in uw eisch
 
Van een altijd nieuwe wijs!
 
 
 
In het eeuwig lied der zee
 
Zong ik lange strofen meê,
 
En muziek werd 't bloemeranken,
 
En de sterren schenen klanken,
 
Om u heb 'k me nauw bevriend
 
Met dien goeden speelman wind.
 
Ja, ik bedelde en ik roofde
 
Naar 't mijn liefste kind behoefde,
 
Wreed ver boven uw bevatting
 
Eischte ik in uw naam als schatting -
 
Voor meêdoogenloos monarch! -
[pagina 214]
[p. 214]
 
Schoonheids bloed en schoonheids merg!
 
'k Heb in eenzaamsombre pracht
 
Koninklijk u grootgebracht
 
Boven eigen klein vermogen,
 
Om een lichtstraal uwer oogen
 
Heb 'k der armsten loon vertiend,
 
Jaren u alleen gediend...
 
 
 
Nimmer vroeg ik u verblijen,
 
Maar veel liever was me uw schreien
 
Dan de huiverige kilte
 
Van uw spiegeleffen stilte...
 
Kus mij als ge vroeger placht,
 
Rimpel even goedennacht...
 
 
 
Is mijn eigen oog misschien
 
Niet als gistren en voordien?
 
Hebt gij al zijn schemerpaden
 
Toch doorzien
 
En zijn diepst geheim geraden?
 
 
 
Luister naar mijn late biecht:
 
'k Kan niet zijn als een die liegt
 
Voor het somber gloeddoortogen
 
Nachtewater uwer oogen,
 
Dat door 't ijle donker schreit
 
Mijner ontrouw vocht verwijt.
 
 
 
'k Heb u hartbewust bedrogen,
 
Met bedoeld en welgewogen
 
Woordenspel van mond en oogen
 
Dagen, weken u misvleid.
 
Door de wateren kanalen
 
Van uw zuivere oogestralen
 
Waar uw ziel in openleit,
[pagina 215]
[p. 215]
 
Zonneklare vrije haven,
 
Scheepten mijn vertrouwde slaven
 
Onder schijn van voedend brood
 
Leugens heimelijken dood.
 
'k Zag in daggetreed verkwijnen
 
Uw licht-innigst leven dwijnen,
 
Blinden honger onvermoed
 
In oogschijnbren overvloed...
 
Uit den rijkdom uwer trouw
 
Luister naar mijn arm berouw.
 
 
 
'k Liet u veilig, slaapgeborgen,
 
Op een vroeg-in-Meischen morgen
 
Vóor de zon aan eerste stralen
 
Reeg de glazen dauwkoralen:
 
Diep in zaliggroenend land
 
Onder gelen hemelbrand
 
In de witte helderheden
 
Van de dageraadsche steden
 
Vond mij Vreugd, de hooge vrouw,
 
Die we uit scheemring-open rouw
 
Wel van ver door venstren zagen
 
Altijd spoorslags langsgedragen
 
Zonder blik voor ons of groet
 
In haar kleurenrijken stoet
 
Over avondlijke paden
 
Als door looveren arkaden
 
Van der bosschen zomerzaal
 
Wind-verglijdt de zonnestraal.
 
 
 
Schaamte dorst niet duchten dat
 
Lang na de echo van haar groeten
 
Zilverstil op grazen pad
 
Haar geluidelooze voeten
 
Poosden tot uit diepe vrees
[pagina 216]
[p. 216]
 
Ik de scheemrende oogen rees,
 
En in lichtkring van hun lach
 
Oog terug uit oogen zag,
 
Diep als rimp'lloos wellend water
 
Onder middagzongeklater
 
Blauwt uit stralende oevernis
 
Peilloos koel geheimenis.
 
En haar stem hief aan te zingen
 
Met onweêrstaanbaar doordringen
 
Als de kristallijne schrik
 
Van onzichtbren leeuwerik
 
Die, in 't diepe blauw geborgen,
 
Heel de blijdschap van den morgen
 
Naar zich in den hemel haalt
 
En in zuivren schal vertaalt.
 
 
 
't Was dezelfde stem als hare
 
Waar mijn dagen vol van waren,
 
Die geen andre klanken leed,
 
In den tijd dien gij niet weet;
 
't Was de stem van haar naar wier
 
Leefbedrijf en zoet bestier
 
Gij mij vraagt als liefste sproke
 
Eer de lamp wordt aangestoken,
 
Dat ik ongezien kan schreien
 
Waar wij zitten met ons beien
 
Wijl de scheemring 't donker zeef'
 
Van het laatste lichtgeleef.
 
 
 
In dat zoetgekeelde lied
 
Kwam uw eigen naam, Verdriet,
 
Met melodieuzen keer
 
Tellekens en blijder weêr
 
Als donker laag-ingezet
 
Smartmotief dat leilings met
[pagina 217]
[p. 217]
 
Tonenvlucht van symfonie
 
Stijgt in heller harmonie
 
Tot het, louter, steromstraald,
 
Boven in de heemlen faalt.
 
 
 
Datmaal en nog vele keeren
 
Vond ik haar en toog te leeren
 
Met den morgen de overdaad
 
Van haar zonneblij beraad.
 
Luistren veel en weinig zeggen
 
Was mijn deel in 't overleggen;
 
Want zij wist ons heele doen
 
Van den morgen tot den noen,
 
En verschemerde avondwacht
 
En den saamdoorslapen nacht, -
 
Tot zij mij met woorden zeide
 
Hoe ze ons stille trouwe beiden
 
Uit haar eenzaam huis benijdde,
 
En wat moeder zij zou zijn
 
Voor mijn droeve kindekijn...
 
 
 
Zoo beloofde ik haar te komen
 
Halen vóor het vroege doomen
 
Van het smeltend morgengoud,
 
Heimlijk, als gij slapen zoudt,
 
En wij wilden u ter zijde
 
Uw ontwaken stil verbeiden
 
Tot éen groot drievoud verblijden...
 
 
 
't Venster waar de merel slaat,
 
Staat bebloemd van dageraad,
 
En de dauw blankt op de halmen -
 
Kind, ik mag niet langer talmen.
 
Even laat ik u alleen,
 
Nog een kus, en tot met-een...
[pagina 218]
[p. 218]
 
O Verdriet, zijn dit uw oogen,
 
Dit uw handen, dit uw haren,
 
Dit de teêre volle bogen
 
Uwer borsten als zij waren
 
Gistren en eergistren nog? -
 
O mijn tastbaar zoet bedrog:
 
Geen verdriet houdt mijn verlangen.
 
Maar mijn vreugde zelf omvangen!
 
Neen, niet Vreugd en niet Verdriet,
 
Maar het rijke volle Leven
 
Dat zich wel als smart wil geven,
 
En mij diep uitschreien liet,
 
Maar weêr vreugde worden moet
 
Voor den man die trouw en goed
 
Het verzorgt en pleegt en voedt
 
Uit zijns harten overvloed...
 
Vreugd, vreugd zal ons leven wezen:
 
Tusschen ons is niets te weten,
 
Tusschen ons niets te vergeten,
 
En de dooden zijn herrezen:
 
Om der wereld groenen bal
 
Stort het licht van overal.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken