Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzen (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzen
Afbeelding van VerzenToon afbeelding van titelpagina van Verzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (1.76 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzen

(1898)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 37]
[p. 37]

Laat maar avondschaduw.

Aan * *
 
Laat maar avondschaduw groeien
 
Breed tot nachtdroefenis, -
 
Fel in duister zullen bloeien
 
Bloemen van gedachtenis.
 
 
 
Sterft aan laten avondhemel
 
Heugenis rood van dooden dag, -
 
Leven zal òns korte leven
 
Goude erinnering, gouder lach.
[pagina 38]
[p. 38]
 
Die Dag ging dood als een jong strijder,
 
Die sterft hoog in zijn moed, te blijder
 
Om roode wonde in blanke borst;
 
Die gaat met een lach ten doode
 
Als een feestelijk-genoode,
 
Een minlijk vorst.
 
 
 
Hij was een Koning der koningen,
 
Uit de tijden éen, toen die nog woningen
 
Maakten en leefden bij menschen,
 
Een heerscher blond, een wèl-genegene,
 
Mild in genade, rijk in zegenen,
 
Hoog boven wenschen.
 
 
 
Hoe het al verduisterde,
 
Toen de middag luisterde
 
Hel van zijn aangezicht, -
 
Nog deed hij heerlijk stralen,
 
Al zonk hij stil te dalen
 
Op blanke knie in avondlicht.
[pagina 39]
[p. 39]
 
Oogen waren nog blij van leven,
 
Gouden schild hooggeheven
 
Zonk neer met moeden arm,
 
Heerlijk lijf zachtgebogen
 
Lag blank, roodovertogen
 
Van bloede warm.
 
 
 
Wolken, de windgedragene,
 
Stelden zich tot blanke wagenen,
 
Voerden den Koning voort:
 
Over de Wester lichtebrug
 
Trok wonde Dag zich terug
 
In gulden Avondpoort.
 
 
 
Zijn knapen en dienaren,
 
De voetknechten en de scharen
 
Ruiters licht,
 
Die draven langs de morgenwegen,
 
Die in den middag legeren
 
Over de velden dicht, -
[pagina 40]
[p. 40]
 
Zij trokken onder de blanke banen
 
Van vlaggen en vanen
 
Zonder gedruisch, -
 
Langs al de horizonnen
 
Togen hun lichte kolonnen
 
Den Koning na in 't Avondhuis.
 
 
 
Aarde bleef stil en droeve,
 
Arm aan lust als groeve,
 
Die men sluit voor 't licht.
 
De lucht was bang en flauwe,
 
De bosschen donker van rouwe
 
Lagen droever droefheid op droef aardgezicht.
 
 
 
Lang nog bleven glinsteren
 
Verlichte Westervensteren,
 
Waar de Dag stierf.
 
Toen werd het alles duister;
 
Daar was geen schijnsel meer van dageluister,
 
Waar avondvogel zwierf.
[pagina 41]
[p. 41]
 
Over de boomen, over de verre heien
 
Was de Dag verbloed.
 
Daar ging geen wind te schreien
 
Langs der heuvelen voet.
 
 
 
Zijn lieven al, zijn kinderen,
 
De bloemen en vlinderen,
 
Onder zijn heerschappij geboren,
 
Waren met hem verloren.
 
 
 
De wateren vlak-geslagen
 
Lagen als zilverkoele dalen.
 
Hun matte glans maakte droever
 
Den groenen oever.
 
 
 
Er was overal teêr gemis
 
Van kracht gebroken,
 
Begin van droefenis
 
Onuitgesproken.
[pagina 42]
[p. 42]
 
De Nacht kwam met heur gaven. -
 
De nachten, die zijn de graven,
 
De koele cenotaven
 
Van dooden Dag;
 
De hooggewelfde, de rotsblauwe,
 
Die Dagekoningen zich houwen,
 
Hoog over de Aarde bouwen
 
Als koningen dood-gedachtig onder trotschen levenslach.
 
 
 
Open gingen de kluizen,
 
De hooge schathuizen:
 
Trezoren lagen bloot:
 
Kleinooden en paarlen vele,
 
Opgelegde juweelen
 
Tot breeden rijkdom in den vorstelijken dood.
[pagina 43]
[p. 43]
 
Sterft aan laten avondhemel
 
Heugenis rood van dooden Dag, -
 
Leven zal òns korte leven
 
Goude erinring, gouder lach.
 
 
 
Laat maar avondschaduw groeien
 
Breed tot nachtdroefenis, -
 
Fel in duister zullen bloeien
 
Bloemen van gedachtenis.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken