Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzen (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzen
Afbeelding van VerzenToon afbeelding van titelpagina van Verzen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.37 MB)

Scans (1.76 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzen

(1898)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 111]
[p. 111]

Dat ik moog leven.

Voor G.
 
Dat ik moog leven tot dien dag,
 
Waarop gij zeker komen zult; -
 
Drink, ziel, uw eigen tranen van geduld,
 
Totdat in tranen breek' dees zonnestrakke lach.
 
 
 
Lach niet tot mij; ik ween zoo gauw, -
 
En iedre lach wordt met geschrei bezonnen;
 
Morgen aan morgen rees mijn hoofd uit dauw
 
Van tranendroomen met uw lach begonnen.
[pagina 112]
[p. 112]
 
Ik zag uw lach, en in zijn diepe licht
 
Tranen oneindig, ongeschreid,
 
Als onder hooge maan de oneindigheid
 
Van een stil meer, waarom het duister dicht.
 
 
 
Lach niet tot mij; ik zelf zal veilig
 
Lachen den gouden tijd over u henen;
 
Van dit licht leven zijn al uren heilig,
 
Heiligst is éene.
 
 
 
Eens zult ge vragend opzien naar den tijd
 
Uit uw verblijen,
 
En zien van uren al gewijd
 
Het uur van schreien.
 
 
 
Den tranenbloei van uw lieve oogen,
 
De licht-begeerlijke,
 
Zullen mijn arme dagen mogen
 
Verheerlijken.
[pagina 113]
[p. 113]
 
Hemelsche zon en maan
 
Zullen om ons weenen
 
Haar goud- en zilvermisten,
 
En door haar teedre gloriën henen
 
Zal van u gaan
 
Tranenbaan
 
Van vlammende amethysten.
 
 
 
Uw bleekschoon hoofd in schaduwschijne' haren
 
Zal wegen op mijn fluisterkloppend hart,
 
En, starre sterren, zullen mijn twee oogen staren
 
En zien de dagen en de nachten varen
 
Als glimpen langs der tijden steile zwart.
 
 
 
Aan verre grens, waar dag en nacht vervagen,
 
Gaan de eeuwen openen haar elpen deuren
 
Der leedontbloeide ziel, die in hel treuren,
 
Op eigen tranenstroom gedragen,
[pagina 114]
[p. 114]
 
Met vlammenschoon den schemernacht zal scheuren
 
En redden door zijn sidderende vlagen
 
Haar eeuwigwondre geuren.
 
 
 
Dan zal der blijdschap diep verborgen schat
 
In zon van eeuwigheid, aan eindeloosheids kimmen
 
Liggen voor ons als een morgenstad,
 
Uit hoogen hemel neêrgevallen, -
 
 
 
En al uw tranen zullen in haar luister klimmen
 
En, late sterren, in den nieuwen dag verglimmen,
 
Waar goden lachen in de gouden hallen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken