Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Zomerwolken (1922)

Informatie terzijde

Titelpagina van Zomerwolken
Afbeelding van ZomerwolkenToon afbeelding van titelpagina van Zomerwolken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.40 MB)

Scans (3.92 MB)

ebook (2.89 MB)

XML (0.10 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Zomerwolken

(1922)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 14]
[p. 14]

Mei-morgen

Al om te vinden troost
So ben ic hier tot u gecomen:
Staet op, lief, wilt ontfaen
Den mey met sinen blomen.
 
Hart dat aldoor moet volharden
 
Om in bloeien te verbloeden
 
(Buiten kleurt door lichte gaarden
 
't Korte wonder van den Mei
 
Zijn blosvluchtige vermoeden
 
Van een eeuwger lentetij):
 
 
 
Zie, uw lief komt uitgetogen.
 
Boven witte bloesemhagen
 
Stralen oogen in uw oogen
 
Hun weêrspiegelend verwijt:
 
‘Waartoe afgezonderd dragen
 
Dezen last van zaligheid?
 
 
[pagina 15]
[p. 15]
 
Wat nieuw wonder bleeft gij beiden,
 
Sinds met de eerste zonnewende
 
Wij op liefdes paden scheidden,
 
Toen ten nedergang van 't jaar
 
Wij elkander onderkenden
 
En onszelven aan elkaêr?
 
 
 
Waarin heb ik u bedrogen?
 
Slechts de neevlen die gij weefde
 
Voor den afgrond mijner oogen,
 
Zijn verteerd als avondrood.
 
Maar ons kussen overleefde
 
't Leven in mijn donkren schoot.
 
 
 
Die als wij elkander weten,
 
Wier kus de eeuwen overspande,
 
Voelen zich weerzijds bezeten,
 
Door al nieuwer driften rouw,
 
In de bitterzoete schande
 
Eener onverzoenbre trouw.
 
 
[pagina 16]
[p. 16]
 
Ik, als 't leven in de voren,
 
Aldoor aan mijzelve ontstorven,
 
Aldoor weêr vernieuwd herboren
 
Tot volschoone tijdlijkheid -
 
Gij, in wreede wake ontzworven
 
Aan den droom die kent geen tijd.
 
 
 
Duizende' oogen die ik kuste,
 
Lijdlijk dwaallichtende harten,
 
Daalden jaarlijks als gebluschte
 
Sterren in de ondiepe sneeuw -
 
Slechts van die als gij mij tartten,
 
Weet mijn heugenis zich weêuw.
 
 
 
Onder al de blijde kindren
 
Die zich uit mijn borsten voedden,
 
Telt mijn hart als zijn bemindre
 
't Duister eigenzinnig oir
 
Van zijn felste hartstocht-woeden
 
Dat u won en u verloor.
 
 
[pagina 17]
[p. 17]
 
Uit de zaalge sterrenachten
 
Waar mijn maagdlijkheid zich paarde
 
Aan uw heimwees donker smachten,
 
Stamt het vreemd gemengde broed
 
Dat bevolken gaat deze aarde
 
Met zijn schoonheids nieuwen vloed.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken