Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling 1930-1940. Deel 1 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1
Afbeelding van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

XML (1.28 MB)

tekstbestand






Editeur

H. van Galen Last



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


Bekijk de verrijkte versie van mennoterbraak.nl



In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling 1930-1940. Deel 1

(1962)–Menno ter Braak, E. du Perron–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 48]
[p. 48]

24. M. ter Braak aan E. du Perron
4 Febr. 1931

B.E. Mijn gewone blocnote, die ik bij voorkeur gebruik, is épuisé en door mijn griep niet aangevuld; vandaar dit bizar formaat. Ik ben echter gelukkig eindelijk vandaag koortsvrij en kan dus nu eindelijk de brief, die ik in een paar potloodkrabbels opgezet had, schrijven. Je zult nu briefje met Afscheid van Domineesland, benevens proeven van één en ander, wel ontvangen hebben.

Ik heb Zondag Eva nog eens doorgelezen, omdat ik mijn oordeel inderdaad niet versch vond. Maar: ik mag je geen gelijk geven, ik moet het ditmaal vrij positief met je oneens zijn. Natuurlijk niet in details, zooals de buitensporige lengte en de te vele o's, die mij nu ook onaangenaam aandeden; maar om de hoofdzaak. Je laat je door je antipathie tegen den toon verleiden tot schandelijke onbillijkheid, als je zegt, dat Eva tenslotte hetzelfde is als de boeken van andere holl. vrouwen. Dat is onjuist. Wat de boeken van de holl. vrouwen zoo onuitstaanbaar maakt, is, dat zij sexueele en huiselijke gevalletjes gaan beschouwen als dingen, die om zichzelf belang hebben (Selbstzweck), m.a.w., dat zij in een zekere moralistische begrensdheid (die bij de Zondaar toevallig erg ver gaat, maar even stom beperkt blijft) blijven steken, dat zij daarin een soort van religie of voor mijn part kunst zien. Het verschil begint, zoodra blijkt, dat de schrijver die feiten als symbool van een ‘amoreele’ wereld kan zien, waarin dus al die keezerij en hysterische non-keezerij en gevalletjes en handelingen om theepotten etc. geen belang meer hebben om zichzelf. Dat nu trof mij bij het lezen van ‘Eva’ destijds zoo onmiddellijk (ik las het met tegenzin, omdat ik een andere roman van haar gelezen had, De Verlatene, die mij niets zei), dat ik het bij mijn Barnabooth-sensatie zou kunnen vergelijken! Bij het herlezen trof het me weer, en ik begrijp niet, dat je daarover heen leest! Natuurlijk kan het niet halen bij Barnabooth, ook niet bij Bashkirtsheff, maar het blijft voor mij: een boek van ‘le bon genre’ (qui n'est pas ennuyeux), zeker, het ruikt naar de hoofdacte, zooals ook Prometheus; maar zoo zal

[pagina 49]
[p. 49]

jij wel naar de tropen en ik wel naar de ‘dominee’ rieken. Dat is geen argument in dezen. Het argument is niet in zulke sferische voor-omstandigheden te zoeken. (Ik kom er dadelijk nog op terug). Hoofdzaak is, dat C.v.B. dit beroerde onderwijzersleventje niet met zelfvoldane of humoristische genoegzaamheid ‘abmalt’ (of verneuriet ev.), maar dat zij, evengoed als Barnabooth zich niet bij den millionnairsstand indeelt, aan het onderwijzerschap geen enkele andere beteekenis toekent, dan die van een zuiver toevallige levensmodus, waarin zij ter wereld is gekomen. Natuurlijk blijft zij toch de eigenschappen van haar ras en stand in haar stijl behouden, maar dat zijn dingen van het tweede plan, zoodra gebleken is, dat ze geen ‘Selbstzweck’ zijn. Ook je argument, dat een française van dat gegrübel niets zou begrijpen, houdt geen steek, want het is omkeerbaar; van de toevallige eigenschappen en gedachtencomplexen van een française zal een holl. Jodin ook niets begrijpen, een amerikaansche Iersche ook niet. Je had dat pas tegen het boek kunnen aanvoeren, als C.v.B. in deze sferische hysterie van haar ras en milieu was blijven steken, nu niet. - Verder is Eva inderdaad holl.-joodsch, met veel verf en gewetensbezwaren; maar het gaat principieel tegen eigen verf en geweten en dat is de prima causa salutis. Mijn stuk erover is zeker te eenzijdig, het veronachtzaamt te zeer de vorm-onvolkomenheden; maar het is dan ook geschreven als pleidooi tegen Letje, en als zoodanig handhaaf ik het.

Stel daar nu tegenover, dat Bij Gebrek aan Ernst mij ijskoud laat. Hoogstens amuseer ik me, maar vaak heb ik me verveeld. Je hebt dit genre in Nutteloos Verzet wel uitstekend opgevoerd, howel het ook daar soms nog hachelijk blijft. Ik geloof, dat je in B.G.a.E. wel het maximum van bloedeloosheid bereikt hebt, dat je ook maar godsmogelijkerwijze zou kunnen fokken. Het is m.i. je slechtste boek. En ik moet bekennen: om den vorm, om al die Musae en Namenones en Erasmi, die ik als probleem wel herken, maar die zoo levenloos blijven staan, dat je er foto's bij zou willen. Het is me bijna volkomen onmogelijk, deze bundel met jou te vereenzelvigen. Een beetje hysterie zou in die

[pagina 50]
[p. 50]

periode misschien niet eens kwaad zijn geweest, want je ‘gebrek aan ernst’ is in wezen een doodelijke ernst voor het psychologisch geraamte! Werkelijk, ik moet dan Eva kiezen, met haar ondoorvorschten schoot! Natuurlijk is er tusschen de verschillende verhalen qualiteitsverschil, maar ze zeggen me geen van alle iets. Geef mij het naïeve mannetje van Mont Martre, of geef mij Gogol's Doode Zielen dat ik nog weer eens las. Tschitschikow is een speciale darling van me, die aartsburger. Tot nu toe aanvaard ik van je werk volstrekt: Gebed, een groot deel van je poëzie, de Cahiers; met voorbehoud: Nutteloos Verzet, rest poëzie, en Een Voorbereiding. Poging tot Afstand boeit mij stukken meer dan G.a.E. Jezus, wat versmaad ik dat boek!

Malraux heb ik nog niet heelemaal uit, maar ik begin er nu toch de bedoeling van te voelen. De radio's in het begin zijn inderdaad sfeerscheppend, maar ik bleef er toch buiten, ben er nog buiten. Ik had me een boek van dien man veel directer en kernachtiger gedacht. De karakteristiek van Garine en dien heiligen Chinees is uitstekend, maar er zijn zooveel lacunes.

Nu ik erover nadenk, staan er toch ook wel betere dingen in B.G. aan E. Dit niet als hoffelijke concessie; maar ik zie, dat ik ongeproportioneerd overdrijf, omdat de sfeer me zoo tegenstaat. Zooals jou waarschijnlijk de zweet-S.D.A.P.-zilveren linten-lucht van Eva. Zouden we ons op dit waarschijnlijk toch niet geheel toevallige punt niet kunnen verzoenen, door er achter te komen, wat jou zoo tegen Eva, en mij zoo tegen B.G. aan E. deed uitvaren? Ik zou er b.v. geen prijs op stellen, als je me dit boekje wilde opdragen! En dan te denken, hoe ik van je Cahiers gevreten heb! Je ziet, ik wil je tot slot toch nog iets vriendelijks zeggen, maar ik meen het ook. Hart. gr. van je

Menno

N.B. Zeg, ik had je gevraagd in Februari hier te komen! Doe alzoo!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Forum

  • over Van oude en nieuwe christenen

  • over Uren met Dirk Coster

  • over Het tweede gezicht

  • over De smalle mens

  • over Schandaal in Holland

  • over Politicus zonder partij

  • over De man van Lebak

  • over Het land van herkomst

  • over Dr. Dumay verliest...


auteurs

  • over A. den Doolaard

  • over Dirk Coster

  • over N.A. Donkersloot

  • over Frans Coenen

  • over Everard Bouws

  • over D.A.M. Binnendijk

  • over Anton van Duinkerken

  • over Jan Engelman

  • over Jacques Gans

  • over G.H. 's- Gravesande

  • over Jan Greshoff

  • over Albert Helman

  • over Johan Huizinga

  • over W. Kramer

  • over Jef Last

  • over H. Marsman

  • over Multatuli

  • over Martinus Nijhoff

  • over Maurice Roelants

  • over A. Roland Holst

  • over Arthur van Schendel

  • over J. Slauerhoff

  • over A.A.M. Stols

  • over Simon Vestdijk

  • over Theun de Vries

  • over Victor E. van Vriesland

  • over D. Zijlstra


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan E. du Perron

  • brief van Menno ter Braak


datums

  • 4 februari 1931