Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling 1930-1940. Deel 1 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1
Afbeelding van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

XML (1.28 MB)

tekstbestand






Editeur

H. van Galen Last



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


Bekijk de verrijkte versie van mennoterbraak.nl



In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling 1930-1940. Deel 1

(1962)–Menno ter Braak, E. du Perron–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

40. E. du Perron aan M. ter Braak
Brussel, Donderdag. [12 Maart 1931]

Beste Menno, Dank voor je lange potloodkrabbel. Ik hoop dat je weer wat van je griep af bent; dat G. die heeft wèggekust. (Word je goed verzorgd? afgescheiden daarvan.) Hier gaat alles iets beter, al blijft de toestand précair.

Over Barois zou ik je nog van alles willen zeggen, maar dat bij gelegenheid. Het meest curieuze vind ik, te constateeren dat ik dus eig. heel wat ‘katholieker’ ben dan jij! Men doet niet ongestraft zijn eerste (en volgende) heilige communie, al is het dan onder zachte dwang. De Dreyfus-affaire voel ik ook nog anders dan jij, d.w.z. logisch en objectief gezien heb je 10 × gelijk, maar ik voel toch hoézeer die Dreyfuszaak voor Roger Martin du Gard een definitief element is geweest, het geval bij uitnemendheid waarin een man zijn karakter kon toonen. Hij heeft er wschl. nog den vollen invloed van ondergaan, in zijn jeugd, en het is dan ook een van de gekste dingen geweest die men zich denken kan: het beste van Frankrijk op de been en tegenover elkaar, voor dien betrekkelijk karakterloozen en zeker uiterst-mediocren Jood. In een dik boek als dit, dat zich over de groote lijnen zoo meesterlijk handhaaft, is zoo'n digressie ook niet erg; en ik herinner mij dat ik b.v. erg meegeleefd heb met het optreden van Cresteil d'Allize (de man die later zijn snor scheert alvorens zelfmoord te plegen in een trein: ‘ce souci de disparaître’!)

Nu iets van veel directer belang. Ik krijg daarnet een brief van Jany Holst, die o.a. schrijft: ‘Weet jij ook of ter Braak zijn roman al aan de Vrije Bladen beloofde? Pom N., die een dag bij mij was, vroeg mij of wij 't niet voor de Gids zouden kunnen krijgen, en ik zou er ook veel voor voelen hem te vragen het, als 't nog vrij is, in elk geval in te sturen. Maar ik weet zijn adres niet’. - Ik schrijf hem dat adres gelijk hiermee. Zijn adres is: Nesdijk, Bergen-binnen (N.H.). Is het niet iets voor je om direct aan te grijpen? In 4 nrs. is alles in de Gids wel klaar (in 5 hoogstens). Wschl. zal je den boerelul en de flapdrollen dan moeten veranderen - maar dat is gauw gedaan, en een essentieel

[pagina 73]
[p. 73]

belang hebben die epitheten niet, vermoed ik. (Maak er ‘boereknul’ van en ‘fluimen’!)

Pas op voor te vroeg uitgaan - zelfs met G.

Ik weet niet of Bouws deze Zaterdag hier komt; ik méén van wel. Slau is, zooals je nat. weet, in een hospitaal te Leiden opgenomen, mogen ze nu eindelijk eens uitmaken wat hij eig. heeft! Nu, hoû je taai en doe mijn groeten aan Geertrui en G. Een poot van je

E.

Ik vind evenals jij de verhouding van Barois tot zijn vrouw en vooral het laatste boek wel de hoogtepunten van dien roman. Maar net als bij Putouarey zie ik Luce heel goed: het moet een mannetje geweest zijn à la Clemenceau. Klein, taai en dapper, maar iets zachter, iets minder ‘tijger’. Ik vond dat gesprek van Luce met den abbé - na het laatste bezoek aan Barois - ook meesterlijk. Heb je opgemerkt hoe verdomd zuiver de toon van iederen spreker is bij Martin du G.? het is misschien wel zijn fort; ook in Les Thibault.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Forum

  • over Van oude en nieuwe christenen

  • over Uren met Dirk Coster

  • over Het tweede gezicht

  • over De smalle mens

  • over Schandaal in Holland

  • over Politicus zonder partij

  • over De man van Lebak

  • over Het land van herkomst

  • over Dr. Dumay verliest...


auteurs

  • over A. den Doolaard

  • over Dirk Coster

  • over N.A. Donkersloot

  • over Frans Coenen

  • over Everard Bouws

  • over D.A.M. Binnendijk

  • over Anton van Duinkerken

  • over Jan Engelman

  • over Jacques Gans

  • over G.H. 's- Gravesande

  • over Jan Greshoff

  • over Albert Helman

  • over Johan Huizinga

  • over W. Kramer

  • over Jef Last

  • over H. Marsman

  • over Multatuli

  • over Martinus Nijhoff

  • over Maurice Roelants

  • over A. Roland Holst

  • over Arthur van Schendel

  • over J. Slauerhoff

  • over A.A.M. Stols

  • over Simon Vestdijk

  • over Theun de Vries

  • over Victor E. van Vriesland

  • over D. Zijlstra


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan Menno ter Braak

  • brief van E. du Perron


datums

  • 12 maart 1931