Briefwisseling 1930-1940. Deel 2

502. E. du Perron aan M. ter Braak
Parijs, 7 December. [1933]

aant.

Beste Menno, Daarnet kreeg ik je schrijven, waaruit ik tot mijn schrik bespeur dat de verhalen eerst in Januari geplaatst worden. Wat komt er deze maand dan van mij in? Alleen dat panopticum-stukje?

Ik vind het trouwens best, maar heb je nu werkelijk opgebeld dat ze me de verhalen in voorschot uitbetalen? Wij hebben vandaag samen 20 francs over, en onze vrienden hier zitten allemaal zelf in de purée! Geld leenen is bovendien een verkeerde methode, vooral als er wat verdiend is. Ik heb van je fl. 32. Guilloux terugbetaald (wat trouwens noodig was) omdat ik dacht dat mijn verhalen in het December-nr. zouden staan en ik het geld dus vandaag uiterlijk hier gehad zou hebben. Ik stuur je nu deze noodbrief.

Wil je direct naar Nijgh & Van Ditmar telephoneeren dat ze mij mijn 2 exx. Forum sturen (ik heb 28 Nov. uit Bretagne aan de administratie daarvoor geschreven!) en mijn ± fl. 80. - voor verhalen, panopticum en essay van Bep over Gobineau. Verlies er geen moment mee, ook als je denkt dat ze het vast al verzonden hebben. Bep zal hierachter nog wat schrijven; ze is heelemaal beroerd van de situatie.

[p. 265]

Hart. groeten voor jullie beiden en het beste met de lijkrede van George.

Je

E.