Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Briefwisseling 1930-1940. Deel 2 (1964)

Informatie terzijde

Titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 2
Afbeelding van Briefwisseling 1930-1940. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Briefwisseling 1930-1940. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.73 MB)

XML (1.26 MB)

tekstbestand






Editeur

H. van Galen Last



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/brieven


Bekijk de verrijkte versie van mennoterbraak.nl



In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Briefwisseling 1930-1940. Deel 2

(1964)–Menno ter Braak, E. du Perron–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

524. E. du Perron aan M. ter Braak
Parijs, 28 Januari. [1934]

aant.

Beste Menno, Ik heb het stuk van Theun nog eens goed gelezen, en behalve het feit dat de man die hard werkt en groote oplagen bereikt, de ware invloed heeft op het lezend publiek - voor hem het feit der feiten! - staat er toch nog van allerlei in, waardoor dit stuk werkelijk de proclamatie geworden is van de nieuwe, gedisciplineerde, collectieve generatie! Ik vind dat het absoluut plicht van Forum is, op dit stuk te antwoorden. De begripsverwarring van Theun moet worden gereleveerd; tegenover de museum-stukken die hij van ‘ons’ maken wil, geldt één woord: zij zijn een collectie collectieve mode-auteurs. Dit alles allemaal nog zonder te spreken van den rang van hun producties, die er bij het publiek zoo mooi ingaan!

Als wij hierop niet antwoorden, alleen maar smalend glimlachen,

[pagina 294]
[p. 294]

zijn wij inderdaad een partij oude pruiken. [Het smalend glimlachen is altijd een privilege van de gearriveerde ouderen geweest.] Deze ‘denker’ moet een paar grondige argumenten in zijn maag terug krijgen, - altijd afgescheiden van het feit dat hij leeren moet een kunstenaar te onderscheiden van een boekenleverancier.

Kortom, voor Febr. is het te laat; maar het Maart-Forum moet, volgens mij, openen met een antwoord op deze ‘Balans’. Deze Theun - let op mijn woorden - is de streberigste, verbetenste gannef onder de heele bende, en daar hij ongetwijfeld ‘stylistisch begaafd’ is, zooals dat heet, moet men nu al rekening met hem houden. Het gaat trouwens niet tegen hem alleen. Zijn geval is gauw geanalyseerd: het is een kleinburger (winkelierszoontje, wat iets anders is dan de bourgeoiszoontjes die wij volgens hem zijn, en zeker ook zijn!) [Ik althans heb bijna Ducroo geschreven om dat te beamen - vooral in dézen tijd!] en als zoodanig heeft hij van jongsaf leeren vertrouwen op de glans van de Literatuur. Hij heeft begrepen - wij hebben hem dat verteld! - dat de Holl. letteren te burgerlijk waren, [Nu in den zin van te huiskamerachtig; maar dat is hetzelfde volgens hem, want wij zijn maar omgekeerde burgers (ook in dezen zin)] en hij was zoo overtuigd dat de glans van de literatuur van alles goud kon maken - dat was bij zijn eerste versjes al zoo voortreffelijk opgegaan! - dat hij meteen zijn eerzucht aan het werk (het ‘harde werken’) heeft gezet. Vandaar Rembrandt, en Dr. José, de groote humanist, en de Jezuïeten, uit R. Fülöp-Miller, en Spanje, uit een boek-met-kaarten-over-Spanje. De inhoud vindt hij wel op zijn openbare leeszaal in Sneek; zijn genie = de glans van zijn stijl, doet de rest! Holland is dùs gered, vooral waar eenige reizende geesten als Den Doolaard en Fabricius, die ook de pen kunnen hanteeren, met of zonder brein is voor Holland van geen belang, er nog achter staan!

Ons land is daarom verpest, omdat bij ons de goede schrijvers nooit de kans zullen krijgen om het op den duur te winnen van de rotzooi; het directe publieke succes beslist. Een Holl. auteur wordt niet herdrukt; getuige Couperus. En er zijn bij ons, op

[pagina 295]
[p. 295]

Multatuli en Couperus na, helaas geen schrijvers die èn publiek èn groot zijn - onze Dostojevsky's, Tolstoi's, Balzacs ontbreken zoowat totaal, - wij hebben òf boekenleveranciers voor den middenstand - waartoe de heele reut behoort, door Theuntje opgesomd - of z.g. ‘aesthetische’, ‘literaire’ schrijvers voor weinigen: waartoe zelfs Slauerhoff behoort, die toch de meest ‘openbare’ is van ons allen.

Gaan wij dus in competitie treden tegen de ‘kracht’ van het romans-leggen, dan zijn wij inderdaad verloren. Marsman, en jij, en Slau, het wordt nooit wat zij vragen. Niet alleen qualitatief, maar vooral quantitatief. Wat deze sufferds alleen moeten begrijpen is dat de 10 sonnetten van Nerval die Les Chimères heeten, meer beteekenen dan de complete romans van Henri Bordeaux en René Bazin, en Paul Bourget ook nog. De verzen van Marsman [of jouw essays] zijn - of het publiek wil of nietvoor Holland van een heel wat grooter belang dan al deze ‘krachtvolle’ romans; het verschil tusschen ‘talent’ en ‘hardwerken’ mag deze collectieve confraters ook worden voorgehouden, al was het maar voor de lezers.

Ik zou dit stuk zoo kunnen schrijven, maar het is strategisch totaal verkeerd als ik het doe. Ten 1e. om het ‘afscheid van Kostersloot’; 2e omdat ik het altijd doe! Jij zou het best kunnen (in 2 beteekenissen); tenzij je voor de krant te veel doet en dus abruti bent. - Ik bèn bovendien abruti: door het vertalen, en door een stuk over Holl. letteren dat ik voor Die Sammlung moet schrijven (maak je niet ongerust: niet in het Duitsch!) - Ik zou dus zeggen: doe jij het, of laat Vestdijk het doen. - Als je aan dezen brief wat hebt, daarvoor, you are heartily welcome to it, en Vestdijk natuurlijk ook. Ik denk niet zoozeer aan een persoonlijk essay, maar aan een antwoord van ‘onze generatie’, dus ook voor Slauerhoff, Marsman, Engelman en mij (Binnendijk en Klinkenberg zullen we maar vergeten, of het zou moeten zijn om Wagener en Edith Werkendam bij de krachtmenschen te zetten).

Doe nu niet supreem; beschouw deze Balans ‘cultuurhistorisch’ als de nieuwe wind die waait, en zorg als redacteur van Forum

[pagina 296]
[p. 296]

voor een allesbehalve afgeleefd stuk in het Maart-nr. Anders ga ik mij neerleggen bij onze lulligheid!

Over andere dingen later. Hartelijk steeds je

E.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • over Forum

  • over Van oude en nieuwe christenen

  • over Uren met Dirk Coster

  • over Het tweede gezicht

  • over De smalle mens

  • over Schandaal in Holland

  • over Politicus zonder partij

  • over De man van Lebak

  • over Het land van herkomst

  • over Dr. Dumay verliest...


auteurs

  • over Theun de Vries

  • over Victor E. van Vriesland

  • over D. Zijlstra

  • over Simon Vestdijk

  • over D.A.M. Binnendijk

  • over Everard Bouws

  • over Frans Coenen

  • over Dirk Coster

  • over N.A. Donkersloot

  • over A. den Doolaard

  • over Anton van Duinkerken

  • over Jan Engelman

  • over Jacques Gans

  • over G.H. 's- Gravesande

  • over Jan Greshoff

  • over Albert Helman

  • over Johan Huizinga

  • over W. Kramer

  • over Jef Last

  • over H. Marsman

  • over Multatuli

  • over Martinus Nijhoff

  • over Maurice Roelants

  • over A. Roland Holst

  • over Arthur van Schendel

  • over J. Slauerhoff

  • over A.A.M. Stols


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • brief aan Menno ter Braak

  • brief van E. du Perron


datums

  • 28 januari 1934