Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het godgeklaagde feest (1967)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het godgeklaagde feest
Afbeelding van Het godgeklaagde feestToon afbeelding van titelpagina van Het godgeklaagde feest

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (1.66 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.28 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het godgeklaagde feest

(1967)–Willem Brakman–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[III]

Na de kerststal moeten de eerste schreden in het totale duister worden gedaan en Vogelaar prees zich gelukkig in het bezit te zijn van een wandelstok waaraan een zilveren knop met inscriptie. Deze stok hield hij met gestrekte arm voor zich uit zoals blinden die de straat oversteken. Zo kon hij weliswaar nergens tegen aanlopen, echter wel struikelen, in kloven, berekuilen en greppels storten zodat hij het raadzaam vond de voeten hoog op te tillen en tastend weer neer te zetten. Op deze wijze betrad hij voorzichtig de duisternis, aanvankelijk wat spookachtig stappend alsof hij zich strijdend maar op de tenen van het kerstgebeuren verwijderde en, naarmate zijn ogen meer aan het donker gewend raakten, steeds meer met de zekere tred der normalen. De stok hield hij nog een tijdje voor zich uitgestrekt.

Na verloop van tijd draaide hij zich om en bezag met droefenis de kerststal in de verte, een kleine scherp verlichte etalage, een heel verleden al. De schijnwerpers verlichtten ook helder enkele gedraaide bomen er omheen waartussen echter grillige stukken nacht zodat het was als werd de stal bekeken door er omheen hurkende gestalten.

Vogelaar kende de weg nog wel van vroeger, na enige tijd passeerde hij het kozakkenpark, een speeltuin die

[pagina 27]
[p. 27]

hij niet anders had gekend dan gesloten, de glijbaan en de looptonnen van steeds bleker hout, de stangen der machines steeds doffer en roestiger. In de tijd van Napoleon hadden op die plaats de kozakken gekampeerd die uit Duitsland kwamen.

Voorbij de ingang van de speeltuin werd de weg onverhard. Vogelaar hoorde hoe het dorre stalgras kraakte onder zijn schoenen. Het werd nog steeds donkerder, de wind stak wat op en nu en dan ruiste het in de takken. In de verte brandde een zwak lichtje, heel diep in de bossen, maar het bleek al spoedig dat de weg er langs voerde. Hij stond stil, legde beide handen op de knop van zijn wandelstok en staarde naar het bleekverlichte venster. Er zat iets droevigs in dat vierkantje waar omheen al dat mateloze zwart. Iets van het wonderlijke van de mens zelf, een oplichtend schilderij van geboorte, ziekte, dood en het er weet van hebben. Een warm maar eenzaam eilandje tussen al dat hout en aarde. Met een uitgestrekte hand liet hij het venstertje verdwijnen en weer verschijnen, maar hij kon het toch niet zo begrijpen als hij wilde. Hij voelde het onbegrip zitten in zijn hoofd, helemaal boven in zijn schedel en dan iets naar achteren. Voorzichtig tastend met stok en voeten stapte hij van de weg af naar het venster toe. Hij rilde even maar toch stapte hij voort tot hij op weinige schreden na het raampje had bereikt. Ingespannen tuurde hij door de kleine ruitjes van het venster, maar het was nog te ver af om daarbinnen iets te kunnen onderscheiden.

‘Nee’ mompelde hij ‘zo gaat het niet. Ik zal er vlak voor

[pagina 28]
[p. 28]

gaan staan, ik moet weten wat er gebeurt.’ Op de tenen sloop hij naar het raam en gluurde naar binnen. Daar zat een lelijk wijf, maar daar achter in het vertrek, wat was dat? Die hoop vodden moest toch geen bed verbeelden? Ja toch, daar lag zowaar een mens op, een levend geraamte dat de lippen bewoog in het vreemde gelige licht van het vertrek. Vogelaar legde zijn oor tegen het raam en voelde de snijdende kou van het glas diep in zijn hoofd doordringen.

- Had ik maar een kopje melk Kee.

Vogelaar knikte afwezig en streelde met de wang het kozijn.

- Niet huilen Kee, niet huilen lieve vrouw. Och Kee, dat de goede God ons deze nacht maar weghaalde, jou en mij te zamen Kee.

Hij deed een stap terug, de takjes knapten onder zijn schoenen, en zat kennelijk vorst in de lucht. Het hoofd wat scheef staarde hij naar het venster, klein boekblad, klein bloedwarm luikje, en hij dankte de grote machten om Vogelaar die zijn wereld wilden verwarmen. Misschien had zijn lieve moeder het venster daar in het bos opgehangen omdat ze wel wist dat hij treurig werd 's avonds. Wat zal hij blij zijn dat hij niet is vergeten, straks kreeg hij zijn korfje met het brood, de boter, een fles wijn, wat kopergeld. God zegen je Dik Trom, je bent een beste brave jongen, bedank je moeder maar hartelijk... en dan tranen in het oog van een iegelijk.

Hij verheugde zich over de reutelende oude, de magere borstkas, het bevuilde bed. Misschien kwam dat omdat

[pagina 29]
[p. 29]

het ging sneeuwen, dat maakte gelukkig. ‘Lieve God’ bad hij ‘laat het toch sneeuwen.’

De laatste woorden sprak hij hardop, innig en dwingend, de ogen gesloten en hij richtte zijn woorden schuin naar boven en wat voor zich uit waar God pleegt te luisteren bij het bidden. Zodoende schrok hij heftig toen hij op de schouders werd getikt, de stok met zilveren knop ontsnapte aan zijn greep en viel met een droge slag tegen de grond.

Terwijl hij rondgrabbelde tussen de stronken en bladeren, op zoek naar de knop, bedacht hij dat hij gevaar liep op het hoofd te worden geslagen, uitgeschud en naakt achtergelaten langs de weg. Normaal immers roept men ‘beilo...’ of ‘pas op uw tellen waarde heer...’ jaagt zodoende de aanvaller de schrik op het lijf en doet hem een goed heenkomen zoeken. Hij echter krabbelde over de grond met gebogen rug en onverdedigde schedel. Toch kwam hij wel wat te weten in deze merkwaardige houding; Behemoth die zelf zijn onderste helft verlichtte, droeg solide knooplaarzen met brede bolle neuzen en dikke zolen, alsmede een broek van dikke zwarte stof die aan de zijkant was versierd met een rode bies. Naast de broek hing een dode haas, grauwrood en met glanzend wijd oog, de voorpootjes waren tegen de kin gedrukt. De wereld had de licht verontrustende neiging wat zonderlinge en clowneske trekken aan te nemen.

Hij richtte zich moeizaam op, plaatste in het licht van de lantaren beide handen weer op de knop van zijn stok, wat een rustgevende indruk moest maken en staarde

[pagina 30]
[p. 30]

naar zijn aanvaller. In het midden van hem, ongeveer ter hoogte van zijn buik, brandde een lantaren, een kaarslantaren, een flakkerend vlammetje in het bos tegen een glimmende, ronde reflector. De lantaren schommelde zacht en wierp nu en dan wat licht over een mager gezicht dat bijna werd gehalveerd door een zwarte snor. Verder stonden in het licht een rij koperen knopen en nog wat rode biezen. Op het voorhoofd droeg de man een gouden leeuw die in glans de knopen ver achter zich liet. Als het ware om een gat van licht stond daar een veldwachter. Een ogenblik dacht hij aan de planeten en sterren die hoog boven het bos veilig en rustig cirkelden, een flits oneindigheid met veel duisternis tussen hem en de hemel.

Een hoffelijk diendersgezicht staarde hem aan waarop duidelijk stond te lezen dat daar geen begrip voorhanden was voor alles wat buiten de plicht viel.

‘Habemus papam’ zei Vogelaar berustend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken