Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kromme voorzienigheid. Nagelaten werk (ca. 1945)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kromme voorzienigheid. Nagelaten werk
Afbeelding van De kromme voorzienigheid. Nagelaten werkToon afbeelding van titelpagina van De kromme voorzienigheid. Nagelaten werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.40 MB)

Scans (6.58 MB)

ebook (3.65 MB)

XML (0.30 MB)

tekstbestand






Editeurs

C.J. Kelk

Johan van der Woude



Genre

proza

Subgenre

verhalen
verzameld werk


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kromme voorzienigheid. Nagelaten werk

(ca. 1945)–Walter Brandligt–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige


illustratie

[pagina 150]
[p. 150]

Naspel

Het décor is geheel zwart. De figuren die in dit naspel iets te zeggen hebben komen beurtelings van links en van rechts op.
 
Annie:
(gekleed als in de laatste scène)
 
Met zorg is mijn hart, mijn liefde hart, vermoord.
 
Maar 'k vloek het huw'lijk niet, en mijn mislukte leven,
 
Is voor u niet gespeeld om het bewijs te geven
 
Dat bij het bruidsbed steeds de doodkist hoort.
 
Tom:
 
En bange zielen vragen om het wonder,
 
Als d'ernst des levens maant, dan klopt de dood.
 
Maar niemand geeft zich zelve gaarne bloot;
 
De angst blijft een geheim, de glimlach staat gezonder!
 
Aanspreker:
 
Ik ben als pop aan u gelijk, dat heet: van binnen hol.
 
En wijl dit dood'lijk is, en ieder graag wil leven,
 
Vreet ik de vrucht des doods zoo veel mij wordt gegeven.
 
Slechts wie dit goed begrijpt blijft onophoud'lijk vol!
 
Heks:
 
Er is geen sterveling, die 'k geen verveling wensch,
 
Want ieder ander lot is moeizaam en verdrietig.
[pagina 151]
[p. 151]
 
Vermeerder uw bezit, het resultaat blijft nietig;
 
Zoo het zijn ziele schade doet, wat baat het dan den mensch?
 
Bob:
 
Men kent geen late uren meer, een ieder zoekt het licht.
 
En toch, de menschen die om liefde vragen,
 
Vinden den schemer van de late dagen.
 
Helaas fluistert een stem, ook dàn nog, steeds van plicht!
 
Jan Klaassen:
 
De menschen gaan in drommen,
 
Groote en kleine menschen,
 
Sprekenden en stommen.
 
En geen mensch die zich niets heeft voorgesteld
 
Van den weg, dien hij zal gaan en dien niemand hem heeft verteld:
 
Toch blijft het leven een beroerde boel;
 
Het is onteerend om 's avonds in een stoel
 
Bij de radio te zitten klaverjassen
 
Echter, na een dag bij de firma Heukelom & Sanders
 
Is het een uitkomst; je verveelt je tenminste anders.
 
En op iets anders komt het maar aan.
 
Al is het wel zoo eenvoudig om op te staan,
 
Je aan te kleeden en je te laten gaan
 
Met den stroom, met de kleurlooze drommen
 
Groote en kleine menschen,
 
Met de verstandigen en dommen,
 
Met de sprekenden en stommen.
 
 
 
Je staat naast een ander in dien tragen stroom
 
En je weet: hij tobt ergens over
 
Net als jezelf, en bij je eigen zuchten
 
Voegt hij de zijne, maar zoo worden de luchten
 
Vol van geween en jammerlijk klagen;
 
Rebellie wordt steeds gestraft, dus rest er zuchtend vragen.
 
Want zelfs het poppenvrouwtje Annie is bitter te beklagen;
 
De dood, voorwaar, kwam hier een halve eeuw te laat!
 
Doch voor ge zoover zijt, dient ge U af te vragen
 
Wie toch uw deernis treft, een pop, of nicht Agaat
 
Of Machteld, Antoon of hoe de menschen heeten mogen,
 
Dit is zeer kardinaal, de rest is maar gelogen.
 
En daar 't de leugen is die alle liefde breekt
 
Zoo hoort maar zwijgend toe, terwijl Jan Klaassen spreekt.
[pagina 152]
[p. 152]
 
De zwijgende drommen
 
Groote en kleine menschen,
 
Sprekenden en stommen
 
Zullen zich gaan verzetten
 
Tegen den tragen stroom,
 
Tegen de trage wetten.
 
Ze zullen gaan rebelleeren,
 
Ze zullen zich gaan keeren
 
Tegen eeuwen fatsoen
 
En zullen het anders gaan doen,
 
De weg is hun bekend.
 
 
 
Want er bloeien roode rozen
 
Langs den berm; en de weg heeft geen end
 
Er er bloeien duizend roode rozen
 
En geen bloem heeft veel gewicht,
 
Zoo zal de liefde zijn: vederlicht!
 
 
 
Maar de drommen zullen zich gaan verzetten
 
Tegen de duizenden wetten
 
En zullen niet langer met zuchten
 
Van millioenen levens vernemen,
 
Ze zullen niet meer de luchten
 
Vervullen met luid misbaar.
 
Maar rebelleeren tegen den haat
 
Tegen de botte verveling en tegen het kwaad
 
Der kleurlooze rust.
(Na een korte pauze):
 
Het poppenspel is uit, een ander wordt geboren,
 
Jan Klaassen is een nar, een spotter om den broode,
 
Maar hij, als goed pias, heeft bitt're ernst van noode,
 
Want zonder dat is ieder spel verloren.

DOEK


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken