Gezelschapsliederen Oud en Nieuw(1875)–M.A. Brandts-Buys– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op 't vrije Nederland. Nieuwere wijze van 't Wilhelmus-lied. 1.[regelnummer] Laat klin-ken in deez' dagen een har-tig Neêr-landsch lied. De bloo-daards mo-gen sa - gen maar wij ver - sa-gen niet. Wie 't met de ha - zen hou-ê, wij blij - - ven in den nood het Va-der-land ge-trou-we, ge-trouw tot in den dood. [pagina 9] [p. 9] 2.[regelnummer] Wij gunnen 't groot Germanje Zijn eenheid en zijn recht, Maar blijven aan Oranje En eigen stam gehecht. Elk Nederlander voede Den ouden vrijheidsdorst, En bouwe op Uwe hoede, O God der Vorsten Vorst! 3.[regelnummer] Elk volk, dat vrij wil wezen, Wijst juist op Nederland, En hoe het eens vóór dezen Den Spanjaard heeft vermand. De stem van 's Lands historie Roept: Nederlanders, ziet! Bevlekt der vadren glorie, De zaak der vrijheid niet! 4.[regelnummer] Ja vrij moet blijvend wezen Ons dierbaar vaderland! Uit wier en slib verrezen, Gevormd als met de hand; Met eigen taal en zeden, En eigen grootsch verleên, Als Zwitserland en Zweden Heldhaftig, rustig, kleen. 5.[regelnummer] Voorwaar, zoolang een koning, Zoo goed als Willem Drie! In wakkre moedsbetooning Ons voorgaat, wat geschiê, - Dan blijft ons volk het ouwe, Oranjes bondgenoot, En 't Vaderland getrouwe, Getrouw tot in den dood. j. jongeneel, geb. 1831. Vorige Volgende