Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het daget uyt den oosten (1976)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het daget uyt den oosten
Afbeelding van Het daget uyt den oostenToon afbeelding van titelpagina van Het daget uyt den oosten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.33 MB)

XML (0.60 MB)

tekstbestand






Editeur

B.C. Damsteegt



Genre

drama

Subgenre

tragedie/treurspel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het daget uyt den oosten

(1976)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 74]
[p. 74]

Bibliografische aantekening

Bredero's spel Het daget uyt den Oosten werd in 1638 voor het eerst gepubliceerd. Het maakte deel uit van de eerste volledige uitgave van zijn dramatische poëzie, die onder de titel van Alle de Wercken door Van der Plasse werd gepubliceerd (zie J.H.W. Ungers bibliografie, Haarlem 1884, in het hoofdstuk Werken onder C). Deze uitgave werd herdrukt in 1644 (Unger: D). Evenals de andere stukken is Het daget voorzien van een eigen titelpagina met vignet en afzonderlijk gepagineerd, zodat het boekje ook afzonderlijk verkocht kon worden. Unger vermeldt de afzonderlijke exemplaren op blz. 68 en 69.

Het boekje bestaat uit zeven katernen, genummerd A tot en met G, die elk 8 pagina's tellen. Ungers opgave ‘VI en 58 blz. in 4o.’ (blz. 68) moet gelezen worden als ‘VI en 50 blz. in 4o.’ Het voorwerk bestaat uit de titelpagina, de Ode van Evert Pels, de Voor-reden, het Liedt en de Personagien.

Van de Wercken van 1638 heb ik zeven exemplaren onder de ogen gehad, nl. twee in de universiteitsbibliotheek te Leiden, twee in de U.B. Amsterdam, twee in de Koninklijke Bibliotheek en een in de Stadsbibliotheek te Haarlem. Van de losse exemplaren van Het daget heb ik er twee gezien, één in Leiden en één in Den Haag. De signaturen staan vermeld in de voetnoot op blz. 51. Ik heb een aantal van deze exemplaren op enige kritische punten vergeleken en daarbij geen onderlinge verschillen kunnen constateren. Daarom, maar vooral omdat zich in de tekst, behoudens de plaatsing van de ondertekening G.A. Brederode na vs. 471 geen moeilijkheden voordeden die door tekstkritisch onderzoek opgehelderd zouden moeten worden, heb ik volledige collationering van de bereikbare exemplaren achterwege gelaten. Wel is de tekst van 1638 gecollationeerd met die van de in 1644 verschenen herdruk van de Wercken (Unger D). Deze herdruk vertoont slechts geringe verschillen ten opzichte van de druk A. Voor de collationering is gebruik gemaakt van het exemplaar te Leiden met de signatuur 2436 F30.

De hierna afgedrukte tekst is die van het Leidse exemplaar van Alle de Wercken (1638) met de signatuur 1402 H 3.

De typografie van het titelblad blijkt uit het hierachter opgenomen facsimile;

[pagina 75]
[p. 75]

de Ode, het Liedt en de Personagien zijn in romein gezet met enkele woorden cursief, de Voor-reden in fractuur met de titels en de naam van Bredero in romein, de ondertekening in romein en cursief. De tekst van het spel is in fractuur gezet, de liederen en de reien echter in romein met uitzondering van het lied van de heremiet (vs. 1472-1507). De toneelaanwijzingen en de namen van de sprekende personen zijn in romein. Cursieve letter is gebruikt voor sommige scènetitels, de ondertekeningen en de afkondiging in V, 5. De uitzonderingen op het algemene lettertype van een pagina zijn in deze uitgave aangegeven door klein kapitaal en waar nodig aan de voet van de bladzij in aantekeningen verantwoord.

Het weergeven van de tekst uit 1638 biedt geen bijzondere problemen, behalve voorzover deze druk maar één teken gebruikt als hoofdletter van de i en van de j: een kapitaal in fractuur die visueel tussen beide in staat, terwijl de moderne I en J onderling sterk verschillen. Aangezien noch de consequente toepassing van de I, noch die van de J tot een bevredigend resultaat leidt, is in dit geval gebruik gemaakt van beide kapitalen, met dien verstande dat de J systematisch vóór een volgende klinker is geplaatst. Dit betreft dus alleen de kapitalen; bij de onderkast, waar het gebruik van de i en de j niet steeds consequent blijkt te zijn, is niet genormaliseerd, zo min als bij andere lettertypen dan fractuur. Op soortgelijke wijze is gehandeld met de hoofdletter in fractuur van u en v; die is door een U weergegeven waar thans een klinker, door V waar een medeklinker geschreven zou worden.

Voor het overige gelden de onderstaande richtlijnen, zoals die in onderling overleg door de tekstverzorgers van deze Bredero-editie zijn vastgesteld:

Evidente drukfouten worden in de tekst verbeterd, maar met verantwoording dienaangaande in de voetnoten.

Een lange ʃ wordt vervangen door een s, een ronde r door een gewone.

Een schuine streep, in gotisch schrift, wordt vervangen door een komma.

De weinig talrijke afkortingen worden aangevuld.

Wisseling van lettertype bij gehele reien of liederen wordt niet gehandhaafd, maar wel in een voetnoot vermeld.

Romeins lettertype bij eigennamen, vreemde woorden, korte citaten enz. in de tekst in fractuur wordt steeds aangeduid door klein kapitaal.

Namen van sprekende personen worden zowel naar de spelling als in typografisch opzicht genormaliseerd door ze steeds voluit in klein kapitaal boven de versregels te plaatsen.

Toneelaanwijzingen worden eveneens genormaliseerd door ze steeds cursief, met de eigennamen voluit, en zonodig door een punt afgesloten, tussen de versregels te plaatsen.

[pagina 76]
[p. 76]

Bij een toneelaanwijzing die tevens de aankondiging van een volgende spreker betekent, wordt de eigennaam in klein kapitaal gedrukt, de rest cursief.

De oorspronkelijke aanduidingen van bedrijven en tonelen blijven gehandhaafd. Indien ze kennelijk ergens ontbreken of in enig opzicht foutief zijn, wordt zonodig een regel wit in de tekst tussengevoegd, met verantwoording dienaangaande in de voetnoot.

Om het oorspronkelijke versbeeld zoveel mogelijk te behouden, worden in de tekst geen verwijzingstekens geplaatst. Wel worden de versregels per vijftal genummerd.

De noten die de weergave van de tekst betreffen, worden op iedere bladzijde direct onder het tekstgedeelte afgedrukt.

Varianten uit andere vroege drukken, in dit geval enkel die van 1644, worden vermeld, tenzij ze alleen de spelling betreffen.

De noten ter verklaring van bepaalde woorden en zinswendingen, worden onder aan de bladzijde in twee kolommen afgedrukt.

Indien uitvoeriger verklaringen nodig zijn, worden deze afgedrukt achter de gehele tekst. Naar deze Aantekeningen wordt verwezen door middel van een sterretje in het voetnotenapparaat.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken