Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geestigh liedt-boecxken (1621)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geestigh liedt-boecxken
Afbeelding van Geestigh liedt-boecxkenToon afbeelding van titelpagina van Geestigh liedt-boecxken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.07 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.16 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geestigh liedt-boecxken

(1621)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 246]
[p. 246]

Klachtigh A. B. C. Liedt,

Stem:
Mijn hart versucht, eylaes, &c.

 
Aenschout, o Heer mijn hart! en wild dat eens vervormen:
 
Bereyt mijn na u wil, monstert uyt mijn het quaet,
 
Comt hellept mijn, o Godt! verwinnen en bestormen
 
Den loosen Sathan, die mijn salicheyt seer haet.
 
 
[pagina 247]
[p. 247]
 
2 Een duysent kunstenaer, is dese die met listen
 
Flucks met sijn schalckheydt snoodt, de arme Menschen dwinght.
 
Ginck 't mijn vyant na wensch, hy maeckten my on-Christen,
 
Helpt Heer mijn schoone siel, eer hy die we'er bespringht.
 
 
 
3 Ick wierdt eerst door mijn jeucht, gevangen en ghebonden,
 
'K en kon den droch noch niet, die met sijn listicheydt
 
Lustich had op gepronckt, de werelt en de sonden,
 
Met fier en schoo gelaet, dat my haest heeft verleyt.
 
 
 
4 Noch quam den schijn-wellust, met Iuffrou valsch behagen
[pagina 248]
[p. 248]
 
Omhelsen strengh mijn hals, met een waen-vreuchde soet,
 
Porden, jae drongen my dat ick haer ionst moest draghen,
 
Quetsen, och armen! dus mijn Godtvruchtich gemoet.
 
 
 
5 Reden wert daer gheboeyt, en sotheyt werdt verheven,
 
Siet wat een swacken ding is de menschelijcke stant:
 
Trouwens het is mijn schult, al wat ick heb bedreven,
 
Vergeeft my dat, o God! beschermt my met u hant.
 
 
 
6 Wilt u genadich oogh, o Prins! niet van mijn keeren,
[pagina 249]
[p. 249]
 
'Xerceert mijn in 't goet, 't welck ick noch niet en ken:
 
Yder sal dan met mijn u hooge goetheyt eeren,
 
Zo ghy mijn maeckt de geen die ick noyt was, noch ben.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken