Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 532]
[p. 532]


illustratie
In 1622 blz. 10; pentekening en tekst zijn geplaatst in de lengte van de bladzijde, dus haaks, op de tekst van blz. 11. De tekening van de zwaanridder komt ook voor bij Lied CXC, maar met een ander onderschrift (zie blz. 598).


 
Cupido reyst van hier ghy zyt hier niet bescheyden,Ga naar voetnoot1
 
Vkrachten zijn hier dof, ghy zyt hier onbekent.
 
De GOD, der trouwen GOD vereenighde haar beydenGa naar voetnoot3
 
Met Liefde. Niet met Min, die qualyck loont int ent,Ga naar voetnoot 4
[pagina 533]
[p. 533]
Ga naar tekstkritische notentekstkritische noten

CLXVII Bruyd-Lofs-Gedicht
Ter Eeren Nicolaas van Sitteren, Ende Hendrickje Pieters Dr.

 
Siet hier gesegent paar! siet hier vereende Menschen!
 
U alderhooghste staat, die ghy hebt konnen wenschen.
 
O ghy wel saligh paar! Heer Bruygom en Vrou Bruydt,Ga naar voetnoot3
 
Die uwe vryery geluckelijck besluyt;Ga naar voetnoot4
5[regelnummer]
En inde reyne Echt u willigh hebt gegeven,Ga naar voetnoot5
 
Om inde vreese Gods eendrachtelijck te leven
 
In ware heylicheydt, Gods vruchtich, en vreedsaem
 
Tot lof, en pryse van Iehova groote naam.
 
En denckt niet Ionge-lien: dat ghy uyt het bewegenGa naar voetnoot9
10[regelnummer]
En neygingh uws natuurs die harts-tocht hebt gekreghen
 
Tot u vereenigingh: maer dat het is beleydtGa naar voetnoot11
 
Door d'Opper-Hemel-Voochts wyse voorsienicheydt:
 
Waer uyt d'Antreck'lijckheydt (ô Lievers!) eerst ontspruytGa naar voetnoot13
 
Dat d'Albestierder voert nae zijn behagen uyt.Ga naar voetnoot14
15[regelnummer]
Heer Bruygom en Vrou Bruydt u zielen onderlingen
 
Die waren al gepaart, al eer sy Lijf ontfingen.Ga naar voetnoot16
 
(O wonder schickingh Gods!) u jonst was voor den tijd,Ga naar voetnoot17
 
U Houwlyck was gemaackt eer dat ghy hebt gevrijd.
 
Al eer ghy hebt gemint waardy van Godt verkorenGa naar voetnoot19
20[regelnummer]
Tot wettich Man en Wijf. Al eer ghy waart geboren
[pagina 534]
[p. 534]
 
Met vleys en bloet gheformt dus uyterlijck van schijn,Ga naar voetnoot21
 
Soo waardy dat ghy syt, en sultet voortaen zijn:Ga naar voetnoot22
 
Ghy Twee waart Een voor God, die doet u weer vereenen
 
Nu ghy op aerden hier den ander zyt verschenen
25[regelnummer]
In lijflijcke gedaent. Gelijck hy Adam heeft
 
Sijn Eva toegebracht, soo ist oock dat hy geeftGa naar voetnoot26
 
Het Christelijck getal haer Echt en Ee-genoten,Ga naar voetnoot27
 
Na hy in zijn besluyt voorsienich heeft besloten.Ga naar voetnoot28
 
Ghy saacht ô Bruydegom! doen eerst u liefde viel,Ga naar voetnoot29
30[regelnummer]
Op 't lichaem niet soo seer, als op de schoone ziel
 
Van u beminde Bruydt; die met soo hooge zedenGa naar voetnoot31
 
En sinnen is versien. Die met welsprekenthedenGa naar voetnoot32
 
(Een Goddelijcke gaaf van helder klaar verstant)
 
Den yver heeft vernieuwt die in u was geplant.Ga naar voetnoot34
35[regelnummer]
Ghy loecht, ghy loecht haer toe: ghy sweemt in duysent vreugden,Ga naar voetnoot35
 
Als ghy den Dool-hof saaght van haer waardige deughden:Ga naar voetnoot36
 
Haar innicheyd tot God, haar liefde tot de Leer,Ga naar voetnoot37
 
Haar lichaams voeglyckheyt, haar suyverheyt, haer Eer,Ga naar voetnoot38
 
Haer goedicheyt des Geests, haar recklyckheyt van sinnen,Ga naar voetnoot39
40[regelnummer]
Haar vroomheyt van gemoed, haar vriendelijcke minnen,Ga naar voetnoot40
 
Haar lieffelijck gelaet, haer minnelijck gesicht,Ga naar voetnoot41
 
Doen wiert ghy teenemael ten lichaam uytgelicht,Ga naar voetnoot42
 
En smolt met ziel en sin so heugelijck te samen,
 
Datmen geen onderscheyt in beyden en kost ramen.Ga naar voetnoot44
45[regelnummer]
Gelijck als d'eene vrundt den ander helsent groet,Ga naar voetnoot45
[pagina 535]
[p. 535]
 
Als hy hem onverwacht in vreemde landen moet:Ga naar voetnoot46
 
Sy houden en sy sien, en staaren op melkander,
 
En staan gelijck gegroeyt (van vreughden) an den ander,Ga naar voetnoot48
 
Vermits de oude jonst, voor wylen wel gehadt:Ga naar voetnoot49
50[regelnummer]
Al even en alleens soo waart ghy oock omvat,Ga naar voetnoot50
 
Verwondert, en verblydt door't luckich overkomenGa naar voetnoot51
 
Der zielen, want ghy stont gelijck als opgenomen.Ga naar voetnoot52
 
Gekroonde waarde Bruydt, verwonnen u niet meestGa naar voetnoot53
 
De groote gaven van u wyse Bruygoms Geest?
55[regelnummer]
d'Oprechtheyt synes ziels, de krachten syner reden,Ga naar voetnoot55
 
Sijn weselijck gelaet, syn rechte deeghlyckheden,Ga naar voetnoot56
 
Sijn ongemeene deughd, sijn kennis en syn raet,Ga naar voetnoot57
 
In saken die de staat van zijn persoon aengaat?Ga naar voetnoot58
 
Syn errenst in 't geloof, die door een goe-gesintheyt
60[regelnummer]
De blinden yver haat der menschelijcker blintheyt,Ga naar voetnoot60
 
En waren dit niet meest de trecken, waar hy mee
 
U zieltjen in syn ziel volkomen komen dee?
 
Of sloeght ghy meer dyn oogh op zijn volmaackte leden,
 
En wel gestelde jeucht, en haar bequamichedenGa naar voetnoot64
65[regelnummer]
Als op zijn edel hart? o neen! dat kan niet zijn,
 
U oordeel is te goet, ghy siet wel door de schijn:Ga naar voetnoot66
 
Of wel zijn schoon gestalt des lichaams wort gepresen,Ga naar voetnoot67
 
Soo mach het voor zijn ziel doch niet gerekent wesen.Ga naar voetnoot68
 
Wats lichaams schoonheyt doch? niet dan een yd'le roem!Ga naar voetnoot69
70[regelnummer]
Niet anders als een bel! of als een fraeye bloem!
[pagina 536]
[p. 536]
 
Die voor een korte tijd wel wat te wesen schynen;
 
Doch in een kleyne wijl verdorren en verdwynen.
 
Of hebt ghy als het volck u sinlijckheyt gesteltGa naar voetnoot73
 
Wt woecker, niet van liefd', maer van 't vervloeckte gelt?Ga naar voetnoot74
75[regelnummer]
Dat hoop ick nimmermeer. Die om 't gelts wil verkiesen,Ga naar voetnoot75
 
De ware rust, en lust, en 't beste goet verliesen.Ga naar voetnoot76
 
Hoewel het goet is goet, gebruycktmen recht en wel,Ga naar voetnoot77
 
Maer 't misbruyck leyt de mensch gemeenlijck inde Hel.Ga naar voetnoot78
 
Wat vraagh ick te vergeefs? de Heere heeft u lieden
80[regelnummer]
Vereenight, en verknocht, en alst die wil gebiedenGa naar voetnoot80
 
Wie kan zijn wille en geboden wederstaen?
 
En wat syn Godheyd doet, is dat niet wel gedaen?
 
Gaet aan Heer Bruydegom! de liefde die u beyden
 
Gekoppelt heeft an een, die blijft tot u verscheyden,Ga naar voetnoot84
85[regelnummer]
Met waare Ionst en min, woonachtigh in u Huys,
 
Op dat ghy met verdragh draaght d'een des anders kruys.Ga naar voetnoot86
 
Indien zijn goetheyt u dat immer mocht toestuuren,Ga naar voetnoot87
 
Gedenckt het sal altoos niet eeuwelijcke duuren.Ga naar voetnoot88
 
Verslaat u niet te seer soo u het ong'luck treft,Ga naar voetnoot89
90[regelnummer]
En in u voorspoet u niet sottelijck verheft,
 
Gelijck de menschen doen, die door Rijckdom van have
 
Haar hart trecken van God, en bidden an zijn gaven,Ga naar voetnoot92
 
En dryven groote pracht, met tijdelijcke goetGa naar voetnoot93
 
Het welck het Schepsel doch ter wereldt laten moet.Ga naar voetnoot94
95[regelnummer]
Heer Bruygom en Vrou Bruydt ick wil u voorts vertrouwen,Ga naar voetnoot95
 
Hoe ghy u tegen een na Christus woord sult houwen:Ga naar voetnoot96
[pagina 537]
[p. 537]
 
Want soo'ck my niet bedriegh, soo is u dat verstantGa naar voetnoot97
 
Door voorgangh, tucht, en leer van kintsheyt ingeplant.Ga naar voetnoot98
 
En of, dat niet en is, u yets noch waar ontbroken,Ga naar voetnoot99
100[regelnummer]
Dat is u t'achternoen door Gods Geest ingesprokenGa naar voetnoot100
 
En andermaels vernieut, door syn heyligh GesantGa naar voetnoot101
 
Als ghy den ander gaaft u trouwe rechterkant.
 
Wilt die beloften, en de Ionsten steets gedenckenGa naar voetnoot103
 
Die u voor desen de'en u Trouw elck ander schencken.Ga naar voetnoot104
105[regelnummer]
Godt geef dat ick u gun, en u van herten wensch,Ga naar voetnoot105
 
Soo salt u gaan so wel als eenigh levend mensch:Ga naar voetnoot106
 
Ick wensch dat u de Heer gestadigh wil byblyven,
 
En dat ghy met geluck u handelingh moocht dryven.Ga naar voetnoot108
 
En dat ghy meucht u lust aen al u kind'ren sien,
110[regelnummer]
En wat ghy meerder wenscht, Amen, dat moet geschien.Ga naar voetnoot110
 
Soo ghy dit mede wenscht, Maeghden, en Iongelingen
 
Soo wilt nu al gelijck dit Bruylofts-liedtje singen:Ga naar voetnoot112
 
En verciert met u sangh 't geselschap, en de Feest,Ga naar voetnoot113
 
En toont met eerbaarheyt de blydschap van u Geest:
voetnoot1
bescheyden: ontboden.
voetnoot3
der trouwen: van de trouw, van het huwelijk.
voetnoot 4
Liefde: zedelijke liefde, verbonden met trouw; Min: zinnelijke liefde, verbonden met genot. De tegenstelling tussen Liefde en Min, ook aanwezig bij Hooft, is geformuleerd door Coornhert in zijn Wellevenskunste (1586).
[tekstkritische noot]CLXVII
In 1622 blz. 11-15. Geheel in romein; in vs. 1 het eerste woord in kapitaal met grote sierletter S; in de vzn. 3, 8, 15, 23, 25, 26, 29, 31, 53, 54, 83, 95 en 110 enkele woorden cursief. De ondertrouw van het bruidspaar Van Sitteren vond op 20 september 1616 plaats; zie Memoriaal van Bredero, blz. 149.
95 verkiesen, in 1622 geen komma.
voetnoot3
wel: heel, zeer.
voetnoot4
vryery: verkering.
voetnoot5
willigh: verlangend.
voetnoot9
En: negatie, behorende bij niet; bewegen En neygingh: aandoeningen.
voetnoot11
beleydt: beschikt, geregeld.
voetnoot13
d'Antreck'lijckheydt: het gevoel van tot elkaar aangetrokken te worden; Lievers: gelieven.
voetnoot14
Dat: wijst terug op Antreck'lijckheydt; voert... uyt: verwezenlijkt.
voetnoot16
Lijf: lichaam.
voetnoot17
u jonst enz.: uw liefde bestond al vóor de tijd een aanvang nam.
voetnoot19
waardy van: waart ge door.
voetnoot21
dus uyterlijck van schijn: zoals ge er nu uitziet.
voetnoot22
Soo waardy dat: waart ge al wat.
voetnoot26
toegebracht: bezorgd.
voetnoot27
Het Christelijck getal: aan alle christenen; Echt en Ee-genoten: echtgenoten en huwelijkspartners; Ee: huwelijk.
voetnoot28
Na: naar, zoals; besluyt: raadsbesluit; voorsienich: vooruitziende en voor alles en allen zorgende.
voetnoot29
saacht: zag.
voetnoot31
soo hooge zeden En sinnen: met zulke voortreffelijke karaktereigenschappen.
voetnoot32
versien: voorzien, toegerust.
voetnoot34
yver: liefde; geplant: vgl. vs. 15-22.
voetnoot35
loecht: lachte; sweemt: zwijmde, duizelde.
voetnoot36
Dool-hof: lusthof waarin men kan dwalen; waardige: uitnemende.
voetnoot37
innicheyd: devotie.
voetnoot38
suyverheyt: kuisheid.
voetnoot39
goedicheyt: welwillendheid; recklyckheyt: verdraagzaamheid.
voetnoot40
minnen: hartelijkheid.
voetnoot41
gelaet: gedrag, optreden; gesicht: blik, ogen.
voetnoot42
uytgelicht: ontheven, nl. in extase.
voetnoot44
kost ramen: kon waarnemen.
voetnoot45
helsent: omhelzende.
voetnoot46
moet: ontmoet.
voetnoot48
gelijck: als het ware.
voetnoot49
Vermits: wegens; jonst: genegenheid; voor wylen wel gehadt: die men eertijds krachtig heeft gevoeld.
voetnoot50
Al even en alleens soo: precies op dezelfde wijze; omvat: gegrepen.
voetnoot51
luckich: door het lot bepaalde; overkomen: overeenkomst; of ontmoeting.
voetnoot52
opgenomen: opgetogen, in extase; vgl. vs. 42.
voetnoot53
Gekroonde: de bruid droeg een bruidskrans, of zij zat onder een krans van groen en bloemen; verwonnen: overweldigden.
voetnoot55
reden: woorden.
voetnoot56
weselijck gelaet: eerbare houding; rechte: waarachtige.
voetnoot57
raet: inzicht.
voetnoot58
staat: plaats in de samenleving; aengaat: betreft; sake(n) is wschl. enkelvoud.
voetnoot60
blinden yver: fanatisme.
voetnoot64
wel gestelde: welgeschapen; bequamicheden: bevalligheden.
voetnoot66
door: door... heen.
voetnoot67
Of wel: indien al.
voetnoot68
voor zijn ziel: boven zijn ziel, als méer dan zijn ziel.
voetnoot69
Wats: wat is; yd'le roem: vgl. Psalm 90: 5-6; Spreuken 31: 30; Jesaja 40: 6-8.
voetnoot73
sinlijckheyt: begeerte.
voetnoot74
Wt woecker: op winst.
voetnoot75
verkiezen: de huwelijkskeuze doen.
voetnoot76
De ware lust enz.: die verliezen de ware rust, en de vreugde en het beste bezit.
voetnoot77
gebruycktmen: als het men het... gebruikt.
voetnoot78
Maer 't misbruyck enz.: het misbruik evenwel leidt de mens enz.
voetnoot80
alst die: als Die het.
voetnoot84
verscheyden: dood, overlijden.
voetnoot86
verdragh: geduld.
voetnoot87
zijn goetheyt: Gods goedheid; dat: nl. het kruis, het leed; immer: ooit.
voetnoot88
altoos: in elk geval.
voetnoot89
Verslaat u niet: wees niet verslagen.
voetnoot92
bidden an zijn gaven: Zijn gaven, dus de aardse zegeningen, aanbidden.
voetnoot93
dryven groote pracht: pronken uitdagend.
voetnoot94
laten: achterlaten.
voetnoot95
wil u... vertrouwen: vertrouw erop dat gij u ervan bewust bent.
voetnoot96
tegen een: tegenover elkaar; na: naar; houwen: gedragen.
voetnoot97
verstant: begrip.
voetnoot98
voorgangh: voorbeeld; tucht: opvoeding; leer: onderwijs.
voetnoot99
En of, dat niet en is: en indien, hetgeen niet het geval is; waar ontbroken: zou hebben ontbroken.
voetnoot100
t'achternoen: vanmiddag.
voetnoot101
vernieut: herhaald; syn heyligh Gesant: nl. de predikant tijdens de huwelijksinzegening.
voetnoot103
de Ionsten: de gunsten, de genadeblijken.
voetnoot104
voor dezen: vroeger; of: ten overstaan van die predikant.
voetnoot105
dat ick: datgene wat ik.
voetnoot106
wel: goed.
voetnoot108
u handelingh moocht dryven: bezig moogt zijn, moogt leven.
voetnoot110
moet: moge.
voetnoot112
nu al gelijck: nu allen samen.
voetnoot113
verciert: luister... op.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken