Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

XIX Aen-spraeck van een ghetrouwde Vrouw,
en een ghevryde Vrijster

I: 98-100

Gedicht in direkte rede waarin een gehuwde vrouw op grond van trieste ervaring een meisje raad geeft haar eigen keur te volgen en zich te verzetten tegen de aandrang van haar moeder die haar wil uithuwelijken aan een rijke oude man. Een soortgelijke ervaring komt tot uiting in lied LXXXV van het Antwerps Liedboek.

Beginregel: Neen Trijntje, doetet niet:

Vindplaatsen: Geestigh Liedt-boecxken 1621: 59-64; Groot Lied-boeck 1622: 27-28; Liedt-boeck 1644: 8-9; Lied-boeck 1677: 9-10; Kalff 1890: 250-252; Knuttel 1929: 146-147; Van Rijnbach 1944: 60-61.

Omvang: 72 verzen, negen strofen van 8 regels.

Versvorm: jambisch metrum met drie heffingen, tamelijk regelmatig; omzettingen in de zvn. 2, 18, 25, 34, 58, 66 en 69; met name in dit laatste vs. is er een duidelijk emfatisch effect.

Rijmschema: a b a b b c b c; door de plaatsing van het viervoudige rijm b

[pagina 233]
[p. 233]

overeenkomstig een bekend middeleeuws patroon, heeft de strofe een zeer hechte structuur.

Melodie: Matter 1979, blz. 216-222.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Geestigh LB 1621 Liedt-boeck 1644
17 bloemtje bloemtje bloempje
70 overlegget overlegtet overleghtet

- ghevryde Vrijster: huwbaar meisje dat een aanzoek heeft gekregen. In deze woorden ligt niet speciaal uitgedrukt dat het meisje al enige ervaring op seksueel gebied zou hebben.

3 Ick raeje: Het gebruik van het vnw. voor de aangesproken persoon is in Bredero's taal heel afwisselend: in dit lied vindt men je als onderwerp (vs. 5) naast ghy (vs. 8, 19, 26); je als meewerkend vw. (vs. 3) naast u (vs. 44); u als lijdend vw. (vs. 15, 25), u als bezittelijk vnw. (vs. 4, 9, 17) en uws als bezittelijk vnw. tweede naamval (vs. 20). Dat je in dit lied niet voorkomt als lijdend vw., mag men als toeval zien. Dit systeemloze systeem zal wel in overeenstemming zijn geweest met de destijds in Amsterdam gangbare volkstaal. Zie Verdenius 1946, blz. 214-223 en Stutterheim 1974, blz. 103.

16 An: aan, om te huwen met.

23 't Sel selden soo ghelucken: Het proclitische vnw. 't duidt hier, evenals in vs. 53, op de seksuele omgang; zie ook vs. 42 en vs. 46. Het is duidelijk dat de verhouding tussen de gehuwde vrouw en haar jonge vriendin vertrouwelijk genoeg is om geen enkel misverstand te laten bestaan over wat er aldus wordt bedoeld.

51 Hy staet as ien kapoen: Dat kapoen, gesneden haan, gebruikt wordt als pejoratieve aanduiding van een impotente of althans weinig viriele man, ligt voor de hand; vgl. WNT VII, eerste stuk, kolom 1510-1514. Men mag aannemen dat staen as in dit vs. behalve de gebruikelijke bet. van: zich gedragen als, zijn (WNT XV, kolom 73) ook een toespeling in seksuele zin bevat.

52 hem: zich.

56 Syn meyt, syn weeuw, sijn wijf: Een vrijwel gelijke formulering met de eendere quasi climax vindt men in lied VII, vs. 47.

72 Ien Hemel of ien Hel: De overtuiging dat een goed huwelijk het allerhoogste geluk, en een slecht huwelijk het allerergste ongeluk betekent, vindt men op gelijke wijze uitgedrukt in lied XXXVII, vs. 55-56.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken