Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 286]
[p. 286]

XLVIII Bruylofts-Liedt

I: 190-191

Feestlied behorende bij het voorafgaande bruiloftsgedicht en dus ook uit het najaar van 1613. Nadat het gedicht was voorgedragen, kennelijk door de dichter zelf (zie vs. 125-128), zongen de gasten gezamenlijk dit lied; de tekst moet dus beschikbaar zijn geweest, maar is als privédruk niet bewaard gebleven.

Beginregel: Ghy wack're Nimphjens en Dryaden,

Vindplaatsen: Apollo 1615: 37; Groot Lied-boeck 1622: 72 (vel I); Kalff 1890: 308-309; Knuttel 1929: 326-327; Van Rijnbach 1944: 107-108.

Omvang: 35 verzen, vijf strofen van 7 regels.

Versvorm: jambisch metrum met vier heffingen in vs. 1-5, en met vijf heffingen in vs. 6-7. In vs. 18 is een syllabe te weinig; Apollo 1615 heeft de betere versie. Evenzo vs. 35.

Rijmschema: a b a b (c) c (c) d d. In iedere strofe is de eerste helft van vs. 6 identiek aan de eerste helft van vs. 5.

Melodie: Matter 1979, blz. 231, 232.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Apollo 1615
5 Io jo, Paean (tweemaal) Io, jo Paean jo (tweemaal)
6 Io jo Paean Io, jo, Paean jo
18 vriendelijck vriendelijcke
19 deucht deuchds
28 hare haaren
- (niets) Prince
32 sonden sonde
34 dien goeden die goede
35 wille geboden

1 Nimphjens en Dryaden: In de klassieke mythologie godinnen of halfgodinnen van bergen, bossen, bronnen of bomen. Aan het slot van het eerste Boeck heeft Van Mander een uitvoerig hoofdstuk Vanden Nymphen, Dryaden, Hamadry-aden, Oreaden, Najaden en dergelijcke. (ed. 1616, folio 10 b). Het hele lied, met de rom. lentegodin Flora en met de rom. wijngod Bacchus, maakt althans in de eerste strofe de indruk van een soort vertoning met optredende personages. Overigens is een bloemenstrooiende Flora bij een Hollands huwelijk in november wel opmerkelijk. Misschien was het huwelijk aanvankelijk op een eerdere datum vastgesteld.

5 Io, jo, Paean: griekse uitroep, veelal van vreugde, terwijl Paean een aanroeping is van Apollo als de reddende god, de god van de geneeskunst Tezamen

[pagina 287]
[p. 287]

hebben deze woorden de betekenis gekregen van een lied ter ere van Apollo.

8 Nuery-dillen: meisjes die van zingen houden, die zingende hun werk doen; zie WNT IX, kolom 1889. Het woord komt voor bij Spiegel: Hertspiegel, boek v, vs. 9, en betekent daar meisjes die zingende het linnen bleken. Als Bredero het woord aan Spiegel heeft ontleend, heeft hij de betekenis gewijzigd in Muzen. De situatie in de vzn. 8-11 doet denken aan de Rey van Harderinnen in Hoofts Granida, speciaal vs. 1706-1709.

13 'tsuye nani pop: Blijkbaar een wiegeliedje: suja nanepop. Nane is het friese woord voor wieg, pop(ke) voor zuigeling. In het Hollands is nane of nani niet bekend, pop in deze betekenis wel.

27 Dats aen haer disch://kints kind'ren moghen zien: Toespeling op psalm 128, vs. 6: En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede zij Israël.

29 Ghy Vorst des Lichts, en Heer der Heeren: In dit vs. gaat de dichter over van de klassieke godenwereld naar de God van het christendom. Voor de manier waarop de renaissance-dichters de klassieke godennamen hanteerden zie de aantekening bij lied XLVII, vs. 128.

32 Waer door dat alle sonden groeyt: Dit vs. wijst uiteraard alleen terug naar tweedracht, twist (vs. 31) en niet naar afkeeren. De vorm sonden is, gezien het enkelvoud groeyt, wel als sonde bedoeld, zoals trouwens in Apollo 1615 staat.

34 dien goeden gaven geeft: Bij deze zin zijn twee interpretaties mogelijk:

a. dien is betr. vnw. en vormt het ond. van een bijv. bijzin met geeftals gezegde; dien wijst dan terug naar Vader goet;

b. dien is aanw. vnw. en hoort bij goeden gaven: De zin is een hoofdzin met de geb. wijs. geeft als gezegde.

Gezien de structuur van de strofe met van vs. 30 af overwegend imperatieven, verdient de tweede interpretatie de voorkeur. De ongewone woordorde met de geb. wijs achteraan is ook aanwezig in vs. 33. (+)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken