Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

LXXX Aen Ian Iacobsz Visscher,
Schilder en Glaes-Schryver

I: 285-288

Gelegenheidsgedicht, gewijd aan de moeilijkheden in de rederijkerskamer De Eglantier.

Beginregel: V vraegh ontfaen, gesien, bedacht,

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622: 108-109; Kalff 1890: 364-366; Knuttel 1929: 413-414; Van Rijnbach 1944: 151-153.

Omvang: 54 verzen, negen strofen van 6 regels, voorafgegaan door 5 regels als opdracht en besloten door 4 plus 5 regels als conclusie en naschrift.

Versvorm: jambisch metrum met vier heffingen.

Rijmschema: a a b c c b.

Melodie: Matter 1979, blz. 128-129.

 

- Ian Iacobsz. Visscher: Uit de tekst blijkt dat Visscher, evenals Bredero, lid was van D'Eglantier; ze waren bovendien beiden schilder. Maar over Visscher is verder niets bekend.

- Rusland: Korte straat tussen Oudezijds Voorburgwal en Kloveniersburgwal, dus in het hartje van Amsterdam, dicht bij de huizen waar Bredero heeft gewoond. Zijn vader bezat bovendien sinds 6 januari 1594 een huis op de toenmalige Ooster-achter-burgwal, nabij het Rusland. (Zie Memoriaal, blz. 52). Het Rusland dankt zijn naam niet aan biezen die er groeiden (Rusch; Juncus communis), evenmin aan het oost-europese rijk, maar ‘aan een persoon, die in de middeleeuwen in Amsterdam woonde: in 1430 lag daar ter plaatse nl. de Willem Ruusschentuin; later ontmoet men de naam 't Ruyssenlandt, 't Russeland en reeds in 1565 't Rusland.’ (Wijnman 1971).

- stil: Waarschijnlijk een achtergeplaatste bijv. bep. bij Rusland, maar het kan ook een bijw. bep. zijn bij Leyd.

[pagina 335]
[p. 335]

- die God bewaer: Deze heilwens voor de vriend die de brief bezorgde, zou in het bijzonder kunnen slaan op Bredero's vriend Karel Quina, gezien diens zinspreuk: Qui-na Dieu, na rien (Memoriaal, blz. 239).

8 gulle gunst: ongeveinsde vriendschap; zie WNT V, kolom 1239 en 1286.

13 het Eglentiertjen, ach!: Aan de breuk in de amsterdamse Kamer, die in 1617 leidde tot de oprichting van de Nederduytsche Academie, zijn jaren van toenemende moeilijkheden en venijnige ruzies voorafgegaan. Bij deze moeilijkheden zijn Coster en Bredero actief betrokken geweest (zie Memoriaal, blz. 133-149). De kinderachtige ijdelheden die men in vs. 37-48 beschreven vindt, zullen wel eigen ervaringen van de dichter betreffen, bij de voorbereidingen voor het opvoeren van bijv. zijn Griane. Al in 1613 heeft Hooft ernstig geprobeerd tot een beter statuut te komen. (Zie van Tricht 1976, blz. 183 en 838-843.) Daar de vzn. 49-54 blijk geven van nog enige hoop op verbetering, zal men dit lied van Bredero stellig niet later dan 1615 mogen dateren. Trouwens, de aanduiding van een jong Klerck in de toevoeging (I: 288) wijst bepaald op iemand die jonger is dan dertig jaar. Het is alleen de vraag of deze toevoeging wel bij dit lied behoort; het kan even goed zo maar een bladvulling zijn waarbij gebruik is gemaakt van een tekst van veel vroeger datum.

23 door spijt of pieck: door verbittering en wrok, onmin; zie WNT XII, eerste stuk, kolom 1526.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken