Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 410]
[p. 410]

CXXXIX Nieu-liedeken

I: 460-462

Afscheidslied in het voorjaar van 1618 geschreven voor Magdalena Stockmans; zie Memoriaal van Bredero, blz. 167-173, met facsimile van het handschrift.

Beginregel: Ooghen vol Majesteyt

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622 II: 81; Kalff 1890: 468-470; Knuttel 1929: 304-305; Van Rijnbach 1944: 246-247.

Omvang: 63 verzen, negen strofen van 7 regels.

Versvorm: jambisch metrum, met drie heffingen; ritmische omzettingen in de vzn. 1, 6, 13, 15, 19, 25, 43, 57, 58, 61, 62.

Rijmschema: a b a a a a b.

Melodie: Matter 1979, blz. 118.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Handschrift
7 Aanneemdy aenneemt gij
19 die de
29 myn... met me... me
32 Voornaamlijck voornamentlijck
De zesde strofe is in het hs. de zevende, en omgekeerd.  
36 oogjens oogiens
37 het aent
41 op in
43 eender ijmant
46 oft off
49 myn... mogen mij... meugen
51 inderlijck innerlijck
52 kent ken
54 Maer doch
55 uyt wt
57 ist is
59 eens mij

- Magdalena Stockmans, op 12 april 1598 te Dordrecht geboren als dochter van een uit Antwerpen afkomstige brouwer, verbleef in de winter 1617-1618 in Amsterdam; zij was een rijke wees, en huwde 18 juni 1618 met de oudere uit Antwerpen afkomstige koopman Isaac van der Voort, te Napels gevestigd. Na de dood van haar man, in 1629, woonde zij enkele jaren in Antwerpen, van 1632 af in Amsterdam, de jaren 1638-40 in Den Haag, en daarna weer in Amsterdam tot haar dood op 19 juni 1660. (Zie Memoriaal, blz. 242).

[pagina 411]
[p. 411]

2 grootsche Heerlijckheden: verheven luister.

3 dat ghy nu scheyt Van u Eerwaerdigheydt: dat gij nu afstand doet van die kwaliteit waar ik u om eer.

36 Maar lieve oogjens bly: Ofschoon de omgekeerde volgorde van de strofen 6 en 7 in het handschrift een belangrijke variant betekent, is de consequentie zó gering dat het niet mogelijk is uit te maken welke tekst de authentieke is. Er is immers geen zekerheid dat het handschrift een autograaf is. De eerste vraag die moet worden beantwoord, is deze: welke strofe past na strofe 5 het best, strofe 6 of strofe 7? Er is eigenlijk geen verschil: de inzet van strofe 7 sluit even goed bij het slot van strofe 5 aan, als de inzet van strofe 6 dit doet. De tweede vraag is: welke strofe past vóor strofe 8 het best, strofe 6 of strofe 7? Ook hier is er nauwelijks verschil, daar zowel strofe 6 als strofe 7 - en eigenlijk ook strofe 5 al - uitloopt op een verklaring van grote terughoudendheid.

Toch zijn er twee kleine argumenten die ervoor pleiten om aan de volgorde in het Lied-boeck de voorkeur te geven: 1. de herinnering aan de vele aanmoedigende gedragingen van Magdalena (vs. 37, 38, 39 en 40) past beter in een wat vroeger stadium van het gedicht; 2. indien men, wat overigens niet noodzakelijk is, het woord dencken (vs. 44) beschouwt als een herhaling van ditzelfde woord in vs. 42, volgt daaruit dat vs. 36-42 inderdaad de zesde strofe is en vs. 43-49 de zevende, tenzij men meent dat Bredero zo'n herhaling juist zou hebben vermeden.

48 soo veel quaat: zoveel schade, zoveel nadeel.

50 Ghy ziet... in: gij beschouwt, gij aanschouwt.

51 Met inderlijck meedooghen: met onuitgesproken medelijden, met stilzwijgende meewarigheid.

58 lantwinning: Volgens WNT VIII, eerste stuk, kolom 1104, betekent dit woord het als gratie aan een balling toegekende recht om in zijn vaderland te mogen terugkeren. Gezien vs. 56 voelt de dichter zich inderdaad als iemand die verbannen is. Op grond daarvan zou men de vzn. 57-58 kunnen opvatten als: ben ik iemand die niet mag rekenen op gratie inzake déze ballingschap? Dus: staat ge mij niet toe weer genadig in uw vriendschap te worden opgenomen?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken