Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CXLVI Liedeken

I: 478-480

Liefdeslied in rederijkerstrant voor een meisje dat de gevoelens van de minnaar nog niet kent.

Beginregel: Deur myn verschalckte ooghen

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622 II: 88; Kalff 1890: 480-482; Knuttel 1929: 79; Van Rijnbach 1944: 256-257.

Omvang: 56 verzen, zeven strofen van 8 regels.

Versvorm: jambisch metrum met drie heffingen; er zijn vrij veel afwijkingen; zie de vzn. 12, 20, 35, 36, 37.

Rijmschema: in strofe 1 a b a b c d d c; zo ook in str. 6;

in strofe 2 a b a b b c c b; zo ook in str. 4, 5 en 7;

in strofe 3 a b a b b a a b..

Melodie: Matter 1979, blz. 183-186.

 

3 Sou ick myn onwil dooghen: Het is de vraag hoe deze zin in het verdere zinsverband is opgenomen. De voorafgaande vzn. 1 en 2 behoren bijeen: achter vs. 2 denke men een punt. Vs. 3 kán met vs. 4 verbonden worden; dan zou men na vs. 4 of een punt of een dubbele punt moeten denken. In het eerste geval is vs. 3 als vragende zin datgene wat het hart zegt. In het tweede geval is vs. 3 een voorwaardelijke zin; dus: Indien ik mijn leed zou dulden, dan spreekt mijn onderworpen hart; met vs. 5 begint dan wát dit onderworpen hart uitspreekt. Het is tenslotte ook mogelijk vs. 4 te zien als een afzonderlijke tussenzin; in dit geval begint de ‘tekst’ die het hart uitspreekt al bij vs. 3, om te worden voortgezet in vs. 5: Indien ik mijn leed zou dulden - zo spreekt mijn onderworpen hart - dan is het gezag van mijn geliefde zoet en tegelijk wreed. (+)

13 Behalven dit soo ist: Tot en met vs. 12 beschikt elk viertal vzn. over twee rijmklanken, de eerste strofe (vs. 1-8) dus over 4 rijmklanken. Maar bij vs. 13

[pagina 420]
[p. 420]

begint een viertal versregels waarin éen rijmklank uit de vzn. 9-12 terugkeert. De tweede strofe heeft dus in totaal maar 3 rijmklanken, waardoor er uiteraard een hechtere structuur ontstaat. In de derde strofe zet dit proces van structurele verdichting zich nog voort: daar zijn maar 2 rijmklanken. In de verdere strofen heeft Bredero dit echter niet volgehouden. Volgens de melodie zijn er drie rijmklanken.

39 Bloot hart minde noyt Vrouwe: Geen vrouw beminde ooit een schroomvallig man. Dat Vrouwe onderwerp is en Bloot hart lijd. vw. volgt enkel uit de feitelijke mededeling. Dezelfde volkswijsheid komt ook voor in Bredero's Emblemata amatoria (Thronus Cupidinis (1618); 1620, folio C8v: noyt werde blooten bloedt van schoone vrou bemint, en bij Ogier in Haedt ende Nyt 1647, Derde Uytkomst: bloy Hert en minden noyt schoon Vrou.

55 t'Gheluck dat kan verkeeren: In dit vs. is dat geen betrekkelijk vnw. maar enkel een herhaling van het onderwerp. In het gezegde gaat Bredero's zinspreuk schuil. Vs. 56 kan een bijv. bijzin zijn bij t'Gheluck en dan is verkeeren dus een onovergankelijk ww. zoals ook in de zinspreuk. Het is echter ook mogelijk verkeeren als overgankelijk ww. op te vatten, dus met de bet. anders maken, en dan is vs. 56 een lijdend voorwerpszin.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken