Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

CLX Liedt

I: 512-515

Liefdeslied voor een meisje, Florinde genaamd, dat bezig is haar minnaar ontrouw te worden, door op aandringen van de ouders een man te kiezen van hoger stand en groter rijkdom.

Beginregel: Ach Florinde! mijn beminde?

Vindplaatsen: Groot Lied-boeck 1622 II: 102-103; Angeniet 1623: 12 vzn; ed.

[pagina 437]
[p. 437]

Verkuyl 1982, blz. 150; Liedt-boeck 1644: 33-34; Liedt-boeck 1677: 39; Kalff 1890: 502-504; Knuttel 1929: 495-497; Van Rijnbach 1944: 272-274.

Omvang: 72 verzen, twaalf strofen van 6 regels.

Versvorm: trocheïsch metrum met vier heffingen, over het algemeen strak volgehouden, maar met afwijkingen in vs. 12, 33, 45, 58, 59, 64 en 65.

Rijmschema: a a b c c b. In vs. 1 ook binnenrijm (a).

Melodie: Matter 1979, blz. 202-203.

Varianten
Groot Lied-boeck 1622 Angeniet 1623
64 vreed' 426 vrede
65 lieve 427 de lieve
66 d'Onverdeyld' 428 d'Onverdeylde
67 statigh 429 stadich
70 Twisten 432 De twisten
en quaade de quade
71 Overspel 433 Het over-spel
72 Rasery 434 De rasery

Groot Lied-boeck 1622 Liedt-boeck 1644
3 myn my
22 Vrienden Vriendin

1 Ach Florinde!: De ongewone meisjesnaam zal wel een vrouwelijke vorm zijn naast Floris, zoals Chlorinde naast Kloris; zie lied CXIX, vs. 39. Het vraagteken aan het einde van dit vs. heeft de waarde van een uitroepteken.

3 Die: Na de onzijdige vorm t'loon (vs. 2) heeft Die als niet-onzijdig betrekkelijk vnw. iets vreemds. Het is echter de vraag of t'loon wel onzijdig is: volgens WNT VIII, tweede stuk, kolom 2789, kwam loon eeuwenlang voor als onz. én als manlijk. Waarschijnlijk is t'loon dus enkel een spellingvariant van d'loon.

9 In het hartje van u tijdt: in het beste, het vitaalste deel van uw leven. Vgl. WNT VI, kolom 37: Tijd der krachtigste ontwikkeling, bloeitijd.

10 de oude: Niet de ouderen in het algemeen, maar de ouders. (+)

38 Een van de hoogher stam ghebooren En driedubbelle wel soo Rijck: Het gegeven van de minnaar die wordt afgewezen omdat er een voornamer en rijker pretendent is aan wie de ouders de voorkeur geven, komt bij Bredero herhaaldelijk voor, evenals de argumentatie dat het meisje een huwelijk-uitliefde behoort te verkiezen, aangezien een huwelijk-om-geld uitloopt op een rampzalig bestaan.

41 En van goonscher grootsche zeeden: Inzake goonsch merkt WNT V, kolom 417 op: ‘Slechts door enkele schrijvers uit de 17de eeuw - uitsluitend Amsterdam-

[pagina 438]
[p. 438]

mers - gebezigd; de beteekenis, hoewel alleen uit het zinsverband af te leiden, is duidelijk die van: gemelijk, knorrig, stuursch, wrevelig.’ En in kolom 418: Goonsche zeden, stijve manieren. De vorm goonscher behoeft geen vergroten de trap te zijn; het kan een datief zijn na van.

50 Doch mijn Rijckdom is gheleghen enz.: Zie voor deze tegenstelling tussen geldelijk bezit en geestelijke kwaliteiten ook lied LXXIX.

60 By de saerte Danae cuys: Over de geschiedenis van Danae en Jupiter en de zinnebeeldige betekenis daarvan handelt Van Mander in Het vierde Boeck (ed. 1616, folio 33b-35b, speciaal 35a).

61 Die om t'gelts wil enz.: De vzn. 61-72 passen veel beter in dit lied dan in de lange beschouwing van Roosen-daal aan het slot van de eerste scène van de Angeniet, zodat men moeilijk kan aannemen dat Bredero zelf dit fragment pasklaar zou hebben gemaakt voor zijn spel. Zie dienaangaande Angeniet (ed.-Voskuyl, 's-Gravenhage 1982) blz. 57-60.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken