Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Groot lied-boeck (1975-1983)

Informatie terzijde

Titelpagina van Groot lied-boeck
Afbeelding van Groot lied-boeckToon afbeelding van titelpagina van Groot lied-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.95 MB)

XML (3.28 MB)

tekstbestand






Editeurs

A.A. Keersmaekers

F.H. Matter

Garmt Stuiveling

C.F.P. Stutterheim

P.J.J. van Thiel

F. Veenstra

C.A. Zaalberg



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Groot lied-boeck

(1975-1983)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 228]
[p. 228]

55 Stemme: Op de voyse vanden 68. Psalm.

I: 560



illustratie
Melodie naar Dathenus 1614, f. F5r.
Bij Bredero ook voor: Het Jaer wert nuw, de Tijd is oudt (I: 620).


[pagina 229]
[p. 229]

 



illustratie

Met deze ‘stemme’ citeert Bredero één van de meest indrukwekkende melodieën uit het Franse en Nederlandse gereformeerde psalmboek. De melodie werd oorspronkelijk, door een Duitser, gecomponeerd bij psalm 119, later gebruikt voor de Franse psalm 36, maar pas bij psalm 68, danklied voor de overwinning, komt ze het beste tot haar recht: ‘God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden’, aldus de Statenvertaling. Zo heeft, denk ik, ook de 16de eeuw het opgevat, want de melodie wordt vrijwel steeds gebruikt bij liederen die de (komende) overwinning bezingen (ontzet van Leiden, slag bij Gibraltar etc.) of algemener bij liederen van partij versus tegenpartij. Meestal wordt ze aangehaald als psalm 68, een enkele keer als psalm 36 die een veel gematigder teneur heeft.

De melodie is zeer waarschijnlijk van de hand van de Straatsburgse cantor Matthias Greiter (c. 1500-1550), gecomponeerd bij diens berijming van psalm 119: ‘Es sind doch selig alle die’ en voor het eerst gedrukt in 1525Ga naar voetnoot1. Calvijn persoonlijk paste de melodie toe bij zijn berijming van psalm 36Ga naar voetnoot2, later herberijmd door Marot, terwijl Théodore de Bèze hetzelfde deed voor psalm 68 (eerste druk 1562). Utenhove introduceerde in 1551 de melodie in een Nederlands gezangboek voor zijn berijming van psalm 50Ga naar voetnoot3. Sinds Datheen (1566) is ze vast verbonden met psalm 36 en 68. Een beroemd geworden Duits lied op de melodie is ‘O Mensch, bewein dein Sünde gross’ van Greiters tijdgenoot Sebald Heyden.

De melodie werd spoedig populair en behoort nog steeds tot de meest bekende. Buiten het kerkboek circuleerde ze vóór en tijdens Bredero vooral in het Geuzen-

[pagina 230]
[p. 230]

liedboek. Kuiper-Leendertz geeft al acht contrafacten van vóór 1608, zes naar ps. 68, twee naar ps. 36Ga naar voetnoot1. Bij de antwoorden op een vraag van de Haarlemse kamer ‘De Wijngaertrancxkens’ in 1613 waren niet minder dan elf liederen op de melodie van ps. 68 (Springh-ader 1614, passim). Verder noem ik alleen nog het pamflet Knuttel nr. 2079 (1613).

Het godsdienstig-partijdige karakter van de meeste oudere contrafacten vindt men ook terug in de eerste strofen van dit lied van Bredero: een tirade die Camphuysen niet zou misstaan. Het tweede lied onder deze wijsaanduiding mist daarentegen dit aspect totaal, ik mag wel zeggen: helaas, want bij dit ingetogen nieuwjaarslied is deze melodie met recht zoals ze wel genoemd is een luidruchtige ‘hugenoten-Marseillaise’. Nog afgezien van deze merkwaardige keuze is het gebruik van drie enjambementen aan het einde van een strofe (1, 2 en 5) muzikaal gezien een onbegrijpelijke daad.

Andere psalmmelodieën zijn de nrs. 27, 35, 54 en 61.

 

Lit.: Pidoux, I nr. 36; Zahn, V nr. 8308.

voetnoot1
Das dritt theil Strassburger kirchen ampt, Strassburg 1525 (Wackernagel, Bibliographie nr. 190). Facs. van de melodie bij Hasper, p. 678, met onjuiste bronvermelding.
voetnoot2
Avlcvns psaulmes et cantiques mys en chant, Strassburg 1539. Facs. in Hasper, p. 456-471.
voetnoot3
Vyf-en-twintig Psalmen end andere Ghesangen, 1551 (geen ex. bewaard), herdrukt 1557; vgl. Lenselink, p. 290.
voetnoot1
Kuiper-Leendertz, I nr. 36 (1567), 54 (1572; wijsaanduiding: ps. 68 of ‘Ydt zijn doch salich alle die’, dat is de vertaling van Greiters ps. 119), 102 (1574), 121 (1576), II nr. 148 (1590), 154 (1593), 177 (1607) en 179 (1607).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken