Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verspreid werk (1986)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verspreid werk
Afbeelding van Verspreid werkToon afbeelding van titelpagina van Verspreid werk

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.68 MB)

XML (0.83 MB)

tekstbestand






Editeurs

B.C. Damsteegt

Garmt Stuiveling



Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verspreid werk

(1986)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Omtrekken van een verantwoorde Bredero-biografie

Van de man achter Bredero's poëzie was honderden jaren lang zo weinig bekend dat men het de romantische negentiende-eeuwers niet kwalijk mag nemen de lacune te hebben opgevuld met alle lieftallige vrouwen waartoe zijn amoureuze liederen hun de kans gaven. Men behoeft hem dit jolige gezelschap niet te misgunnen, maar ieder bewijs ontbreekt. De archivalia en de gegevens uit de gedichten in en buiten het Groot Lied-boeck verplichten ons tot een ánder Bredero-profiel.

Opgegroeid als oudste in leven gebleven zoon uit een gezin van twaalf kinderen van wie er meer dan de helft jong of zeer jong stierven, heeft hij de onontkoombare wet van geboorte en dood nog vóor hij vijftien jaar oud was, als aan den lijve leren kennen. Waarschijnlijk hebben deze ervaringen, méer dan de leerstellingen van de calvinistische predikanten, zijn christelijke geloofsovertuiging bepaald. Trouwens, zijn moeder kwam niet uit een gereformeerde familie (Van Eeghen 1968, blz. 159).

In het snel tot economische bloei komende Amsterdam werkte Bredero's vader zich als pachter van de impost op tot het niveau van de gegoede burgerij, zonder echter de grens te naderen van de gefortuneerde handelaars en het sinds

[pagina 79]
[p. 79]

de Alteratie, 1578, heersende patriciaat.

Vanwege zijn leergierige aanleg kreeg Bredero onderwijs boven zijn eigenlijke stand; zo was hij een tijdlang op de franse school, maar de klassieken bleven hem ontzegd. Zijn bewonderenswaardige kennis op dit gebied heeft hij zich later grotendeels uit vertalingen eigen gemaakt. Daarnaast heeft hij zich, waarschijnlijk aan de hand van Spiegels Rederijck-kunst (1587), grondig verdiept in de retorica (Damsteegt 1981).

Het meest opmerkelijke van de jaren 1600 tot 1615 is Bredero's intensieve contact met leeftijdgenoten uit zuidnederlandse families die in de jaren '80 uit vrees voor de opdringende spaanse troepen naar het vrije Noorden waren uitgeweken. Eerst zijn leerjaren als schilder bij Francesco Badens die zijn italiaanse naam te danken had aan een verblijf van vier jaar in Italië, maar zich daarna toch weer in Amsterdam had gevestigd. Kunstschilder te zijn was een erkend, in het Sint-Lucasgilde gereglementeerd beroep, dat Bredero levenslang bleef beoefenen zonder zich daarin echter te onderscheiden. Dan zijn omgang met schrijvers van zuidnederlandse afkomst voor wie hij liminaria schreef: Karel Kina, Joost van den Vondel, Abraham de Koning en Jan Siewertsen Kolm. Tenslotte zijn omgang met de befaamde, uit Antwerpen afkomstige schermmeester Gerard Thibault, die in de jaren 1612-1615 in de bovenzaal vlakbij Bredero's geboortehuis in de Nes schermles gaf, theoretisch en praktisch, schermlessen waar Bredero blijkens een gedicht diep van onder de indruk was.

Maar in diezelfde periode valt ook het samenwerken met Reinier Telle voor de berijming van lied-teksten uit de Tragische Historien, waardoor hij kennis kreeg van de franse poëzie in de stijl van de Pléiade. Stellig heeft de classicus Telle hem ook de beginselen van het Latijn bijgebracht.

Het is een probleem hoe de tegenstellingen tussen de rederijkersstijl van de Zuidnederlanders en de renaissancistische stijl van de Pléiade bij Bredero juist zijn belangstelling voor de volkstaal van Amsterdam en omgeving hebben versterkt. Misschien doordat hij zich de relativiteit van alle taalgebruik bewust werd en inzag dat de lévende taal zijn wortels had en moest hebben in de volkstaal. Zijn liederen in rederijkersstijl, zijn liederen in de renaissancistische stijl en zijn bij de kluchten aansluitende liederen in de volkstaal zijn dan waarschijnlijk ontstaan in de opeenvolgende fasen van deze periode, waarin zich overigens ook enkele niet meer achterhaalbare verliefdheden hebben afgespeeld.

Na het jaar 1615 is Bredero's dichterschap in een stroomversnelling gekomen, waarbij de erkenning door Petrus Scriverius en diens verzorging en inleiding van het Geestigh Lied-Boecxken (1616) een factor van belang is geweest;

[pagina 80]
[p. 80]

1616 is ook het jaar dat drie toneelstukken van Bredero's hand verschijnen en dat Samuel Coster zijn lovende essay over Bredero's werk schrijft met de mededeling dat de opvoering daarvan - d.w.z. kennelijk van Moortje - het uitzonderlijke bedrag van ƒ2000.- voor het Oude-Mannenhuis hadden opgeleverd. In of omstreeks 1616 valt ook de niet beantwoorde liefde voor Tesselschade. In hoeverre men daar, buiten hen tweeën om, enige kennis van heeft gehad, is een open vraag.

Sindsdien is Bredero als dichter een erkende persoonlijkheid. Niet enkel koos hij in de tot ruzies ontaarde tegenstellingen binnen De Eglentier krachtens zijn voorkeur voor kwaliteit resoluut partij tegen de talentlozen en querulanten, maar tezelfdertijd toonde hij zich openlijk aanhanger van de vrijzinnigen tegen de dogmatische en fanatieke calvinistische predikanten. Het oprichten van de Nederduytsche Academie betekende blijkens het gedicht ‘Der Musen welkom’ niet enkel een literaire, renaissancistische daad, maar ook een poging om de vrijzinnigheid een centrum te geven tegen de opdringende orthodoxie.

De jaren 1617 en 1618 bevestigen, vooral door het opvoeren en uitgeven van Den Spaanschen Brabander, Bredero's roem als dichter van liederen en toneel stukken, uiteraard in de altijd beperkte kring van literair geïnteresseerden. Tezelfdertijd echter werd zijn maatschappelijke status bepaald door zijn bescheiden ambacht als kunstschilder en de even bescheiden zij het eervolle functie van vaandrig van de schutterij. In dit opzicht stond hij achter bij Hooft, wiens status werd bepaald door zijn hoge ambt te Muiden. Mede daardoor omvatte de wereld van Bredero niet meer dan Amsterdam en Amstelland, die van Hooft echter daarenboven het Hof en Den Haag, en een deel van het Westeuropa van de Renaissance. In de korte tijd dat Bredero in De Eglentier en de Academie zijn dichterlijke werkzaamheid kon ontplooien is daarin geen verandering gekomen. Dat hij in deze jaren mede door invloedrijke oudere vrienden als Samuel Coster en Reinier Telle toegang kreeg tot het vrijzinnige deel van de hogere stand in Amsterdam waar hij Magdalena Stokmans ontmoette, heeft zowel door haar huwelijk als door zijn ontijdige dood het karakter van een epiloog.

Het statusverschil tussen Bredero en Hooft heeft in de waardering voor hun poëzie eeuwenlang doorgewerkt en is eerst in de negentiende eeuw doorkruist, toen Vondel door het werk van Alberdingk Thijm en Van Lennep de eerste plaats ging innemen. De goedbedoelde maar slecht aangepakte activiteiten van Ten Brink voor Bredero hebben de rangorde van de twee groten: Vondel en Hooft, en daarná de drie kleineren: Huygens, Cats en Bredero, niet kunnen wijzigen. Dat Bredero als toneelschrijver, zij het in een ander genre, over een

[pagina 81]
[p. 81]

groter dramatisch vermogen beschikte dan Vondel en Hooft, en als dichter van liederen állen overtreft, kan sinds de uitgave van De Werken geen probleem meer zijn.

 

G.S.

[pagina 82]
[p. 82]


illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • De werken van Gerbrand Adriaensz. Bredero

  • Nederduytsche poëmata

  • Nederduytsche Rijmen


auteurs

  • Garmt Stuiveling

  • B.C. Damsteegt


organisaties

  • Nederduytsche Academie

  • Eglentier