Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 30]
[p. 30]

Koortsig liedje

Stemme: Onlangs vroeg in 't morgenrood, etc.

 
1 Als Dirkje in zijn koortse lag,
 
die hem het bloed besmette
 
met een brandende hette,
 
hij sloeg zijn oogjes op en zag
 
dat zijn lieve Lijsbette
 
dezelfde ziekte lette.
 
Toen heeft hij gezeid:
 
Mijn vriendelijkheid,
 
hoe deert mij uw leid!
 
Och sterf niet, maar beid,
 
want zie ik ben bereid
 
mijn ziel u bij te zetten.
 
 
 
2 De vlammen stegen aan zijn hart,
 
zijn tong hield op van klagen,
 
zijn pols begon te jagen;
 
het scheen dat hij veel stijver smart,
 
ja dodelijker plagen
 
om harentwil moest dragen,
 
maar toch niettemin
 
zo nam hij nog in
 
zijn zoete vriendin
 
en ziektsgezellin,
 
met ziel en met zin,
 
een wonder welbehagen.
 
 
 
3 Zij sloot haar oogjes half toe,
 
als hij zich nederspreidde
 
en tot de dood bereidde,
 
zij zag wel aan zijn lipjes doe
 
hoe zijn ziel arrebeidde
[pagina 31]
[p. 31]
 
en al zijn kracht uitbreidde.
 
Zij riep toen zozeer, met een stemmetje teer:
 
Mijn engel, mijn eer!
 
Ik zwijm, och mijn heer!
 
En ik, zei hij weer,
 
ga van mijn zieltje scheiden.
 
 
 
4 De woorden kleefden aan de tong,
 
zij bleven liggen zwoegen,
 
met liefelijk vernoegen,
 
hun harten hijgden en de long,
 
en dat in zulker voegen,
 
dat al de aders sloegen.
 
Die tuigden ter nood
 
hun jammeren groot,
 
en kwellingen snood.
 
Hij stierf in haar schoot
 
een suikerige dood,
 
waar zij zich slap om loegen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken