Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Liederen (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Liederen
Afbeelding van LiederenToon afbeelding van titelpagina van Liederen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.41 MB)

Scans (17.13 MB)

ebook (3.95 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

E.K. Grootes



Genre

poëzie

Subgenre

bloemlezing
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Liederen

(1985)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 108]
[p. 108]

Aantekeningen

De nummers verwijzen naar de strofen.

Boeren-gezelschap (Arend Pieter Gijzen) 7

1 of' ereên bij het ganstrekken rijdt men onder een opgehangen levende gans door en probeert men deze de kop af te rukken; 2 kuin parmantig; 5 tuigje schaartjes e.d., hangend aan de onderriem (gordelriem); 'egtiurd opgepronkt; 6 't selsip de gelagkamer; gedreumeld geduwd; gekangst gegokt; langst hele kerel; 8 aalwerige chagrijnige; greep mestvork.

Van Gijsje en Trijn Luls (Zo gauw) 9

1 z'n tuig, z'n poppegoed zijn mooie spulletjes, maar ook: zijn seksuele gereedschap; eerlijk fatsoenlijk; 2 sangt sint, aanbedene; 8 uit me kracht buiten mezelf.

Tweespraak van twee buurwijven (Lieve kinderen) ii

1 deun klucht; slechte simpele; 2 spijtig humeurig; iten giest, wat geldt 't hongderd een vent van niks; 3 welig rijk; 5 trots iemand meer dan iemand; 7 goede mannen vertrouwenslieden (voor het opstellen van de huwelijkse voorwaarden); 8 't selsip de gelagkamer; doeken kleden.

Een oud bestevaartje, met een jong meisje (O Jannetje) 13

3 ter ere en ter ee tot een eerbaar huwelijk; 5 lansje jongeman; 7 genoegt tevreden is.

Een oud besje met een jongman (Nu Hereman) 16

1 hou wat stal blijf even staan; 2 kevelkin puntkin; 3 gierig bloed begerige sukkel; 7 gongs een klap van de molen; kwee wijf.

Van Fobert en Lobbetje (Onze Lobbetje) 20

1 prachen vleien, smeken; stikken kapot; 2 versieren verzin-
[pagina 109]
[p. 109]
nen; verweende prachtige; 4 mient strik straks al waars denkt meteen dat het ernst is; 5 moet 't zo wat dekken ik moet het niet te veel laten merken; en als hij schoon zijn hangden hil maar als hij zijn handen thuishield; 7 je hebt een brief je verbeeldt je te veel.

Van Gierige Gerrit, en Modde van Gompen (De Gierige Gerrit) 22

1 lebbige dief zure vent; 4 vermaalde wangen bliek beschilderde vale wangen; 5 louter in de vang sterk in de flanken (als een paard); 6 snof (mode)-snufje; snee snit; versierd bedacht; 10 een stempel nl. om dit gezicht na te drukken.

Tweespraak, tussen Kniertje Knelis en Lijsbet Leffers (Hou sik hou) 24

1 hou sik hou hallo; wel in jouw bouw goed naar je zin; 2 ala moer de Franse naam van een dans; 3 doorstrijken berispen; prat trots; 4 niet een mijt nergens naar; spijt grieft.

Tweespraak tussen Jaapje Jans en Fijtje Floris (Fijtje Floris) 25

Titel: Jaapje Jans en Fijtje Floris zijn twee vriendinnen; 1 speulmeisje vriendinnetje; op de tril op stap; 2 ien blankje een munt van zes duiten; 4 groen geil; 5 veer verreweg; brieven rechten; goed mijns erg op mij gesteld; 6 trouwen met ien veter een trouwbelofte doen door een pand uit te wisselen (hier de veter van zijn gulp?); bouwen bovenrok; 7 toemaken uitdossen; 9 al wat aars in 't til heel wat anders aan de hand.

Van Dieuwertjes vrijer (Dieuwer is verliefd) 27

2 op' enomen in de zevende hemel; 6 Heintje Peus de duivel; 9 klauwen op ofslaan haken op smeden; is er iemand om begaan wil iemand dat; 10 verweende prachtige; 11 hoddebek blaaskaak.
[pagina 110]
[p. 110]

Koortsig liedje (Als Dirkje) 30

1 lette kwelde; beid wacht; bij te zetten te schenken; 4 loegen lachten.

Lied (Nadat ik) 31

1 schots schamper; 4 beoogd bekeken; 7 Of gij... en of je hem nu smalend vertelt.

Avondlied (Ach proper dier) 33

7 de daad een werkelijk blijk van liefde; 8 wel mengt zien goedgezind bent; troost lief.

Nieuw liedeken (Zondag, zondag lestleden) 36

1 ommeslag drukte; verdrag afspraak (voor een ritje); 2 kneukels kinkels; opgesteld vastgesteld; 3 klatterden klapten met de zweep; 4 zonder rooi onbehoorlijk; gorlegooi schorremorrie; 5 prachen afbedelen; drogers gierige Haarlemmers; 6 broedse gekke; geelgarstige hespen ranzige hammen; 10 bezeid bezaaid; geleid verstomd; 11 zandridders scheldwoord voor Haarlemmers; kloeken flinke kerels; u wel verdwalen de tel kwijtraken.

Nieuw liedeken (Haarlemse droge harten) 38

2 kitters drinkebroers; vanen kannen; 3 rustig kloek; blazen drinken; geweld vermogen; 5 veegt zuipt; nuwe moord grap; 6 molik vogelverschrikker; 8 Al schijnen...al lijken 't gauw simpele sullen; veeg drink uit; 9 druistig driftig; stort noch zet ermee morst of het neerzet; 10 voeder groot vat; staat hem dier komt hem duur te staan; 11 Lansmissaten net als adelborst een onderofficiersrang; Provoost militair die toezicht houdt op de krijgstucht; brommen pronken; 12 optrekkers drinkebroers; strekt u inspant; 13 een bloem iemand die zichzelf het beste vindt; 14 Drogisten droog uitgedroogde Haarlemmers; straks direct; 15 met staat met een hoge waardig-
[pagina 111]
[p. 111]
heid; Maakt... diets maak de waardin maar wat wijs; te ontmompen af te troggelen; en geeft... niets en trek je van haar niets aan.

Liedeken (Maar ziet) 43

1 sluit doet de deur dicht; scheurtje kiertje; eurtje uurtje; 3 borgen uitstel geven; 4 vruchtte vreesde; 5 tempteerden kwelden; 7 maakte 't gedroeg u; schots schamper; niet veel slots niet veel zin.

Kokje (Truitje) 46

Titel: Kokje kookster, of hoertje; 1 te hoven op te dissen; versieren verzinnen; 3 bij de schok bij de vleet; 4 aterlings hufters; basters bastaards; 5 botters oneerlijke dobbelaars; 6 schooiers bierhandelaars; schrapers gierigaards; nok hik; 7 slacht lijkt op; Gods blok een offerblok.

Cupido's lied (Ik hadde nooit) 48

1 wijlen tijden; schutterkind Cupido; 2 gelepperd met kleine slokjes gedronken; 3 onlijd'lijk houdt voor niet te verdragen houdt; 5 zeverbekt kwijlt; 6 verkracht krachteloos maakt; vrome moedige; 9 ent peilt; 11 die mij... afmalen die voor mij in haar ogen zo levensecht afgeschilderd staan; herkennen beseffen; 12 ambt taak.

Liedeken (Wat onvertelb're vreugd) 50

1 onbewaand onverwacht; 3 gebleekt verhelderd; 6 properheden sierlijkheden; 7 van geloofden... te wezen het is loffelijk geprezen te worden door wie zelf geprezen zijn.

Liedeken (Al ben ik) 51

2 staatzuchtigen degenen die op macht uit zijn; 4 braveert en puft trotseert en tart.
[pagina 112]
[p. 112]

Amoureus liedje (Ai schone dochter) 52

1 hulsel en paruiken kapsel en haardos; verdooft dof maakt; 2 me men; 3 zonderlinge bijzondere; raak kunstwerk; 6 paai stil, verzacht; 7 schimmer schittering; belamfer befloers, omsluier.

Amoureus lied (Waar is nu) 53

2 geweld macht; 4 deunt de draak steekt; 5 wrijten kritiek hebben.

Amoureus liedje (Nu dobbert) 55

1 zee bewaren op zee verblijven; 3 Dedalus figuur uit de Griekse mythologie die kon vliegen met zelfgemaakte vleugels; 4 bij hem vergeleken met hem; vard ver; 5 Aeolus god der winden; bekollen beheksen; stoker harde wind; 6 hipp'lende sterren dwaalsterren, planeten; Ceyx koning die bij een schipbreuk verdronk; 7 Alcyone zijn treurende echtgenote.

Klaaglied (Mooi Aaltje) 57

2 vrienden verwanten; dik vaak; 4 straks meteen; 6 leurtjes aardigheidjes; 7 iets ongemeens zal spelen op een onverwachte manier wraak zal nemen; 8 courtisane snol; blote bloed bange sukkel.

Lied (Ha licht vervlogen wijlen) 59

1 wijlen uren; verweend luisterrijk; 2 heusheid welwillendheid; 3 vromen deugdzamen; 4 afgemende afgematte; 6 lachtertap smaad; 7 hun troetelkind te spelen als hun troetelkind te behandelen; leider onaangename; 8 in staten tot hoge posities; onbescheiden maten onredelijke toedeling (door de Fortuin); het dwarlen het wispelturig gedrag.
[pagina 113]
[p. 113]

De droevige vrijer (Wat baat mij) 62

4 geval lot; 5 speelnoot vriend, of bruidsjonker.

Amoureus lied (De minne die) 65

3 jonst genegenheid; 6 dorperheid grofheid, onbetamelijkheid; 8 razerij dwaasheid; redekavelt...brande geeft me argumenten om het gedicht in het vuur te gooien.

Enigheid is armoed (Wat baat u) 66

3 van musk naar muskus, een parfum; dartelheid weelderigheid; 4 lust begeerte.

Liedeken (Prinsessen preuts) 67

1 preuts en prat trots en fier; 3 bestoet omgeven; gesnor gevolg; drijft en por' opdringt en het waagt; verblaas uit de voeten maakt; bevang inademt; 5 Jupijn Jupiter, de oppergod; 7 niet onwaardig op de juiste wijze; Cithera andere naam voor Venus; groots zelfingenomen; 9 na daarna; spijt hoon; Akkersloot dorpje aan het Alkmaardermeer.

Adieulied (Vaarwel mijn lief) 69

1 krank zwak; 2 neet'lig prikkelbaar; 3 bruine donkere; zo ze mochten zover ze konden; 4 door inbeeldings bewelven overstelpt door wat het zich voorstelde; 5 gunst liefde; 6 Gij nl. Venus, geboren uit het schuim van de zee; schift doe uiteen gaan; scharen nl. de golven; driftig snel voortdrijvende.

Nieuw liedeken (Ogen vol majesteit) 72

3 te vrijen naar uw hand te dingen; 5 speest spijzigde; 7 van staat als ik van mijn positie; 8 ziet...in hebt begrip voor; ken beken 't; 9 landwinning het recht om bij u terug te keren; gewan ter wereld bracht.
[pagina 114]
[p. 114]

Liedeken (Godinne die) 74

1 't schiprijk eiland Tessel: het gedicht is gericht tot Maria Tesselschade, de mooie en begaafde dochter van de koopman-dichter Roemer Visscher; 3 schimmert wordt verblind; pracht afbedelt; voldoet zijn grote jacht zijn grote tocht volbrengt; brallerd pronker; ziet...door bekijkt grondig; 8 wezenlijk uw wezen weerspiegelend.

Liedeken ('s Nachts rusten) 76

2 het zwierig drijven de beweging van de wolkenlucht; slacht gelijkt; 4 om vrijt om werft, naar dingt.

Bruiloftslied (Gij moet het feest) 77

2 niet en mijdt aarzelt niet; 3 bediên betekenen; Of...wist indien jullie niet weten wat dat is; dus zo; 5 bloed nakomelingen; staat positie; Heeden, Westerhof toespeling op de namen van het bruidspaar; of weg; frei fraai; mei meiboom, die men plantte voor het huis van de geliefde, hier tevens aansporing tot (vruchtbare) geslachtsgemeenschap.

Geestig lied (Wat dat de wereld is) 79

Titel: Geestig geestelijk; 1 verzoeken ondervinden; 4 zucht ziekte; die leide droes de lelijke duivel; 5 verwoed uitzinnig; 6 kruifde kroezige; mijn tijds lenten de eerste bloeitijd van mijn leven; zwoord huid; 8 ongeboren morgen het aanbreken van de nieuwe dag.

Lied (Als 't oog) 81

2 schichtig haastig; 3 Recht als net als; 4 schijnriet iets wat ten onrechte stevig lijkt; 5 haar zotte lievers degenen die zo dwaas zijn de wereld lief te hebben; 6 en is die niet is die dan niet; een levendige dood een levende dode.
[pagina 115]
[p. 115]

Aandachtig liedeken (Mijn zieltje schreit) 83

1 verkorelingen uitverkorenen; 5 leven volwassen leven; waardelijk ernstig, waardig; 6 kort snel; als door letters te lezen dan uit boeken valt te leren.

(Wat raas je, dolle mens) 84

1 klamp je klemt gij u vast; overoude oeroude; 't wanen of sektisten misvattingen of sektarisme; de erfleer en voorgang port het van huis uit meegekregen geloof en het (slechte) voorbeeld zetten ertoe aan; piek wrevel; 2 schim nietswaardige mens; heen hiervandaan; te gissen uit te glijden; vorm schepping; schermutst vecht zo maar wat; 3 hartspieg'len zelfonderzoek; duistmaal duizendmaal; de vader van de logen de duivel; 5 alleen niet letterwijs niet slechts vol boekenwijsheid; beleeft en daad'lijk doet in praktijk brengt en metterdaad uitvoert; na daarna.

Geestig liedeken (O God, die de gedachten) 86

Titel: Geestig geestelijk; 1 betrachten overwegen; 2 mij verbloemen mij mooi voordoen; dekken met de liên een voorwendsel zoeken zoals andere mensen; te ver getreden te vergezocht; voor uwe goedigheid om uw goedertierenheid te beseffen; 3 gruw'len onbepaald talloze gruwelijke daden; van eigen wil verwoed door mijn eigen wil meegesleurd; 4 gierig naar belust op; noest hevig; 5 meren merries; zij nl. de zinnen; 6 inspraak vermanende stem; bekende door mij erkende; geloospand op mijn hart waarvoor mijn hart als pand van aflossing dient; 8 kraaltjes koraaltjes, engelenkoren.

Een ziekes klaagleed (Gij maagden en jongelingen) 89

Titel: klaagleed klacht uit leed; 4 't beste van mijn leven mijn jeugd; 5 't innerlijk dat alles naar zijn wezenlijke aard; ontspringen ontsnappen; 6 rif gebeente; ingeweid ingewanden; scheiden af te scheiden; al mijn zinlijkheid mijn hele gemoeds-
[pagina 116]
[p. 116]
gesteldheid; 9 wellust genoegen; 10 onzuiv're zondige, onkuise; lopen de hort op gaan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken