Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rodd'rick ende Alphonsus (1616)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rodd'rick ende Alphonsus
Afbeelding van Rodd'rick ende AlphonsusToon afbeelding van titelpagina van Rodd'rick ende Alphonsus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.51 MB)

ebook (2.98 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

tragikomedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rodd'rick ende Alphonsus

(1616)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio A4v]
[fol. A4v]

Ghedicht,
Ter eeren den E. Garbrant Adriaansz. Brederode, op syne Rodderick ende Alphonsus.

 
Indien het Vriendtschaps trouw verbondt
 
Van Pythias, wel eertijts kondt
 
Tot inderlijck medoogh 't Tyrannigh hert vercrachten //
 
(Dat hy woud' zijn hun derde Vriendt)
 
Aensiende dat hy onverdiendt
 
Voor Damon sterven woud'; die sijn beloft betrachten:
 
Hoe seer behoort dier, Vrientschaps Schat,
 
Dan zijn gheviert, en hebben vat,
 
Int oprecht edel hert, van onghemeene sinnen;
 
Dat (g'lijck Sons warmt de Vruchten voet,)
 
Der Menschen herten door Liefd's gloet
 
Ghemeensaam t'samen bindt, door weder-zijds beminnen.
 
Doch Vriendtschaps Liefd', en Minne blindt,
 
Men zonderlingh verscheyden vindt:
 
De Vriendtschaps trouwe Liefdt, oprecht, gul, openhertigh,
 
Gants ongheveynst, zijn lieven Vrundt
 
Soo veel goets als sich zelven gunt,
 
Bruyckt alle goet ghemeen, goetdadigh en bermhertigh:
 
De Min; een zonderlingh beroert,
 
Die ons van Reden gants vervoert,
 
En na 'tverkoren Schoon, so noest en woest doet haacken,
 
Dat ons ziel selfs onmachtigh sweeft;
 
Is liever daarse lieft, als leeft,
 
Gants inghenomen van't inbeelde schoons vermaacken;
 
De Min en Trijck zijn van natuur,
 
Lyden Ghesellen 'tgheener uur.
 
De Min bemindt om loon, op hope van ghenieten;
 
Niemandt verlaat 'tgheen hy bemindt,
 
Ten baat noch Broeder, noch goedt Vrint,
 
(Men is sich self naast,) hoe seer 'thun soud' verdrieten.
 
Alphons die Vrunt van kindts been af
 
Met Rodd'rick was, seer haastigh, straf,
 
Hun vrundtschap aver-oudt met felle woorden scheyden;
 
Om de gheliefd' Elysabeth,
 
Waar beyd' hun liefd' was opgheset:
 
Wat hebt ghy blinde Min! al Oorloghs gaan bereyden;
 
Ghy die óón reen oft onderscheyt
 
De Menschen wuste zin beleydt:
 
En doet dat meest gheniet, die't vake minst is waardigh;
[Folio A5r]
[fol. A5r]
 
Den Douw (men seyt) sich neder-stort,
 
En valt so haast op struyck verdort,
 
Als op een schoone Bloem, gheciert met verwen aardigh.
 
Rodd'rick gheniet sijn lieve lust:
 
Sijn liefd' met weer-liefd' werdt gheblust;
 
(De meeste vreucht die'r is in 's Wereldts rondt te vinnen)
 
Alphonsus wat hy doet of laat,
 
(Hoe wel hy beyd' hun 'tleven baat)
 
Nochtans en kan hy Liefs gheliefde liefde winnen.
 
'k Heb dickmaals by my self ghedocht,
 
VVat inde Mensch 'tverkiesen wrocht,
 
Soo sonderlingh, en maackt in Liefd' hem so verslonnen;
 
Oft ons natuure daar toe dringht:
 
Oft ons de Parque daar toe dwinght,
 
'k En heb ghevoeghent noyt daar reden af ghevonnen.
 
Doch met verlangh' en goed' aandacht,
 
Dees rechte reden ick verwacht
 
Van u, O Bred'ro! die deur gonst der Pierinnen
 
Naarkompt 'tghebroken Snaar-gheluyt,
 
Van Nazoos wel ghestelde Luyt,
 
En singht in duytsche Taal een and're Konst der Minnen.
 
Gaat voort, vervolght den Lauren Croon;
 
Haast waar met wel verdiende loon,
 
d'Oprechte Liefd' beloont u veerssen die zoet vloeyen;
 
Elck heeft sijn tijt; 'tmoet zijn verwacht,
 
Het comt wel dickwils onverdacht,
 
Dat gun u Godt naar wensch, in Heyl en Liefd' te bloeyen.

Men spieghelt sacht aan anderen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken