Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spaanschen Brabander (1618)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spaanschen Brabander
Afbeelding van Spaanschen BrabanderToon afbeelding van titelpagina van Spaanschen Brabander

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.54 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.20 MB)

tekstbestand






Genre

drama

Subgenre

blijspel / komedie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spaanschen Brabander

(1618)–G.A. Bredero–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 7v]
[fol. 7v]

Inhoudt van't Spel.

Onder de weynich uytsteeckende of geestige Spangjaars, en is de Maker van Luserus de Cormes nerghens na de minste, maar (mijns oordeels) een van de meeste te houden, want hy seecker en bedecktelijck de ghebreecken sijner Lants-lieden, an wijst, en straft. Desen ist die wy volghen in sijn eerste boeckje, daar hy de hoverdye (die haar-lie schijnt ingheboren te zijn) levendich afbeeldt in sijn kaale Joncker: nu also wy geen Spangjert en hadde, of om dattet de ghemeene man niet en souw hebben kunnen verstaan. Hebben wy dese namen, de plaatsen en de tijden, en den Spangjaart in een Brabrander verandert, om dies-wille-dat, dat volckjen daar vry wat nae swijmt. Den inhoudt hebben wy na onse ghewoonten, in vijven verdeelt.

 

Eerstelijck, Ierolimo Rodrigo vertelt sijn overcomste uyt Brabandt, zijn oorsaack het verschil van Amsterdam en Antwerpen, de verscheydenheden van't Volck, en haar zeden, en sijn voorighe gróótheyt: alles met een verwaande hóóchmoedicheyt. Robbeknol een verloopen Bedelaar neemt hy in sijn dienst, waar niet hy nae sijn ydele gróótsheyt byder straaten gaat brageeren, tot endelingh in de mis. Drie ouwe klouwers bewijsen met haar slechte manieren, spraack en kleedinghe, de oprechte slechtheyt der Amstelredammers, en de Tijdt, namentlijck de Sterfte over meer dan veertich Jaren.

 

Ten anderen, Ierolimo wel gheveeght zijnde, ontmoedt ande Vesten by de Mont van den Emstel, twee lichte Vrouwen, waar by hy den volmaackten Hovelingh speelt. Sy meer gheneycht tot sijn gelt als tot sijn schoone woorden, willen dat hy haar sal leyden op de Klieveniers-doelen, hy alsoo kouwt van Buydel als heet van Maagh, maackt veel blaeuwe en loghenachtighe uyt-vluchten, en scheyt na veel stuypens en neyghens, eerbiedelijcken: sy begecken den wech-gaande, en verhalen den oorspronck van haar ontuchtich en onghereghelt leven. Den hongherigen Robbeknol tijdt terwijl uyt bedelen: het welck hem soo gheluckte, dat hy sijn ledighen buyck, en sijn eerlijck-hertighe doch arme Meester daar met spijsde: en ginghen voort wel versaat zijnde, 'tsamen te ruste.

 

Ten derden, Robbeknol verhaalt den loop sijns levens, en sijns avontuurs, Ierolimo niet byder hant zijnde, soeckt, vindt en doorsnoffelt sijns Meesters Beurs dien hy rijck van vouwen en arm van penningen bevonden heeft. De drie koele Troevers verwijten elck ander haare feylen: ondertusschen luytmen der Steden-klock, al waar ter puye werdt ghekundicht en verboden op lijf straffe de

[Folio 8r]
[fol. 8r]

Bedellerye, en de geraamde ordere over de rechte armen, het welck by elck ghepresen, maar by Robbeknol en sijns gelijcken, beklaagt werdt. Een kyve-kater kijft en raast onbescheyelijck, doch sy wert besadicht van twee spinsters haar ghebuuren: Robbeknol van de noot een deucht makende, komt by dese onwetende Wijven de Seven-salmen lesen, so kreegh hy de kost. Ierolimo vint eenich kleyn gelt: waant hem selven de rijckste die daar leefden, hy stuurt sijn knecht om spijs en dranck: Die ontmoet een Lijck-staey, hoort eenighe woorden, en loopt verbaast na huys. Doch dat over, doet hy sijn bootschap.

 

Int vierde, vertelt een Koppelaaster haar leven en haar neeringh. Robbeknol gheladen met eet-waren, werdt blydelijck ontfangen, en tyen daatelijck met gragen lust an 'tsmullen. Ierolimo vertreckt over maaltijdt sijn afkomst, en meer andere geckelijcke dinghen: ondertusschen komt Gierighe Gerret sijn Huys-heer, en Byateris de Uyt-draagster hem maanen, na veel belovens, gaat den Armen-duyvel deur en leyt een banckje.

 

Int leste deel, de Buuren verstaan hebbende sijn vertreck, gaven de Maanders en Schult-eyschers sijn Banckerot te kennen, daar een groote beroerte uyt ontstont, over sulcks de Schout, Notaris en Ghetuyghen ghehaalt, 'thuys gheopent, vonden niet dan een oudt beddetje, dat na veel woorden inde Stadts-koocken gebrocht wiert. Inder voeghen, dat sy allegader even veel ontfonghen, en onbetaalt en onvernoeght wech gongen. Daar hebjet al seyd' het Wijf, en sy spooch het hert uyt haar lijf.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken