Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jellen en Mietje (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jellen en Mietje
Afbeelding van Jellen en MietjeToon afbeelding van titelpagina van Jellen en Mietje

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.42 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Editeur

J. Huyghebaert



Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jellen en Mietje

(1992)–Karel Broeckaert–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina I]
[p. I]

Woordverklaring

Voornaamste bron: L. LIEVEVROUW-COOPMAN, Gentsch Woordenboek, 2 dln., Gent, Kon. VI. Acad. voor Taal- en Letterkunde, 1950-51.

p. 41  
 
ticheldekker leidekker
 
geirnaert garnaal
 
schurren gedroogde scharren
 
notten noten
 
kerrekolen (Fr. caricoles) zeekronkelslakjes
 
den zelven dezelfde
 
moeye tante
 
nog geenen pennen-lekker noch een pennelikker
 
regtzweir broers of zusters kind
 
opregt waarachtig
 
zwalpey drinkebroer
 
p. 42  
 
schans-looper korte mansjas (winterdracht); in de edities-Cannaert (1837, 1842), verkeerdelijk schranslooper
 
vierpot vuurpot, lollepot (voet- en benenverwarmer)
 
jaech ja g(ij)
 
moeste moest ge
 
drenten drentelen
 
uy u
 
wa wat
 
ten es maer 't en is maar (en: ontkenning)
 
verstaede-my verstaat ge mij

[pagina II]
[p. II]

dat 'ne keer dat het een keer, als het eens
 
zoo genomen in de veronderstelling, bij voorbeeld nu
 
nuy nu
 
apprentie (Fr. apparence) schijn
 
g'en zilt ge (en) zult (en: ontkenning)
 
en zoek uy niet (en) zou ik u niet
 
m'hooren we horen
 
aes als
 
moe moet
 
amezeren (Fr. s'amuser) zich vermaken, hier: voor het lapje houden
 
dat en waer niet fraey voor uy dat zou van uw kant niet mooi zijn
 
g'en zou ge (en) zoudt
 
mé met
 
p. 43  
 
va van
 
ziede wel ziet ge wel
 
van te veuren van te voren
 
't en es dade nie dat is het niet
 
toet 't doet, bet.: toch wel
 
al en hedde geen ook al hebt ge geen
 
kloefkens klompjes
 
diene lap die verwerpelijke kerel
 
meyën mijden, zich wachten
 
da 'k geen oogen en haè dat ik geen ogen had, bet.: ik kon er onmogelijk naast kijken
 
hy drynkt hem hij drinkt zich
 
toens dan
 
aereme arme
 
en benediktie een zegen, bedoeld: een foltering

[pagina III]
[p. III]

ommers immers
 
hy en was van uy gat niet schuppelyk hij kon van uw achterwerk niet weggeschopt worden
 
koefferke koffertje
 
wa koeste kik wat kon ik
 
me moeten we moeten
 
auwe-wyven oude wijven (kraakamandels, gerimpeld fruit)
 
my mijn
 
p. 44  
 
huy, zoek wel u zou ik wel (gaarne zien)
 
't es dade gy het is dat gij, dat wil zeggen dat gij
 
aes gêt wete wilt als ge het weten wilt
 
dakker dat ik er
 
hoe kunde hoe kunt ge
 
zaken zulke
 
'k gevoel tekik ik, ik voel het
 
agtereens onmiddellijk
 
'k kome op myn lappen ik voel me al beter
 
dan de kraeyen gaepen dat...
 
halve deure deur waarvan de bovenste helft kan opgelaten worden terwijl de onderste helft toe is
 
azoo alzo
 
vanveuren voorkant
 
taeken aanraken
 
t'jopke topje
 
gezoed ge zoudt
 
bezeekt bezijkt

[pagina IV]
[p. IV]

p. 45  
 
propost (Fr. propos) gespreksonderwerp
 
transitie (Fr. transition) overgang
 
'k en hedder ik (en) heb er (en: ontkenning)
 
onthauwen onthouden
 
niet dat dogt niets dat deugde
 
gekokt gekookt
 
pataeters aardappelen
 
moortel mortel
 
veurezettegen (die ze ons) voorzetten
 
hart hard
 
keiremelk botermelk, karnemelk
 
stroffe strofe, lied
 
vint vindt
 
nievers nergens
 
auwen oude
 
p. 46  
 
haender hadden er (hier: waren er)
 
pourtant (uit het Fr.) nochtans
 
kurtewaegen kruiwagen
 
hên hebben
 
aessen ze als ze
 
hedde hebt ge
 
essepikker (scheldwoord)
 
verraere verrader
 
zy vaere gespauwen zijn vader gespogen (van het Fr.: c'est son père craché: hij is helemaal zijn vader)
 
g'het ge hebt
 
preye kreng

[pagina V]
[p. V]

p. 47  
 
hedde hebt ge
 
dan ze dat ze
 
dat en meugeme dat (en) mogen we (en: ontkenning)
 
aesser als er
 
zom willen somw ijlen, somtijds
 
'k wille kik wel ik wil wel
 
allebaede (Fr. aubade: ochtendmuziek) geschreeuw, kabaal
 
aes ge gy als gij
 
rûyze ruzie
 
hek heb ik
 
fyte (uitspr.: feite) fout
 
heuren levenen teye haar levenstijd
 
peêken vadertje
 
hy en koest (...) nie hij (en) kon (...) niet (en: ontkenning)
 
decisief (Fr. décisif) beslissend
 
p. 48  
 
aes dust als duizend
 
zakenen zulk een
 
'ne steen en half steen: gewicht van zes pond (drie kg)
 
waerem-appels warme appels
 
spreên spreiden
 
min minder
 
kunde kunt ge
 
veur te om te
 
pandoerke munteenheid: negen oordjes
 
newaer' nietwaar
 
dyngen (dingen) kleren

[pagina VI]
[p. VI]

zyt (uitspr.: zeit) zout
 
mutsaerts bussels brandhout
 
niede niet
 
zuygende zogende
 
me we
 
p. 49  
 
blikskens blikjes
 
over da ge my ziet zoals gij mij ziet
 
uytzet benaming van een befaamd Gents (Wetters?) bier
 
toens dan
 
vente (uit het Fr.) verkoop
 
esser is er
 
vensteriggen ventster (dubbele vrouwelijke vorm ventster-igge)
 
g'en zilt gy mynen wurtel nie schrepen gij zult bij mij geen succes hebben
 
betraepen betrappen
 
ten zoeder niewel uyt zien het zou er niet goed uitzien
 
veuren op vooraf
 
in teye op tijd
 
p. 50  
 
abslut absoluut
 
'k en benekik ik (en) ben (en: ontkenning)
 
hy gê hij geeft
 
dieter die er
 
mynen vlieger op te steken te vertrekken
 
benyd (uitspr.: beneid) benauwd, bang
 
beuntjens boontjes
 
oploopen(d)heyd opvliegendheid

[pagina VII]
[p. VII]

p. 51  
 
prejuditie (Fr. préjudice) schade, nadeel
 
agtereens onmiddellijk
 
pronken pruilen, weigeren te spreken
 
p. 52  
 
kalamande(n) wollen stof
 
p. 53  
 
leérn lederen
 
capellekens nissen met beeld van heilige
 
sintje-waeyens sintje, zeintje, sanctje: stichtelijk prentje; -waeyens (mv.) doet aan bedevaartvaantjes denken (A. Jacob in Den jongen Tobias, p. 215, verklaart sintje-waelens enkel in deze zin); - waelens (-wale)betekent veeleer‘image d'Epinal’, mannekensblad
(Deze passus wordt in de versie-Cannaert: kapellekens, beeldekens, vaentjens van Halle, van Machelen, van Ste-Godelieve)
 
koukou (Fr. coucou) koekoek(sklok)
 
Maria-Theresia keizerin van Oostenrijk, algemeen geliefde vorstin van de Zuidelijke Nederlanden (1740-1780)
 
Karel van Lorreinen populaire landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden (1744-1780)
 
bewilligde toestemde
 
p. 54  
 
voor de eerste reys voor de eerste keer
 
gedwylt gedweild
 
spiessche spiesenhout, soort eikehout

[pagina VIII]
[p. VIII]

capucienenlap wollen doek waarmee men meubels
 
  wrijft
 
taskens kopjes
 
p. 55  
 
botram boterham
 
calissewaeter aftreksel van zoethout
 
ik doen 'er 't myne veuren af ik besteed wat ik nodig heb om (goed) te leven
 
krebbyten gebrek aan eten hebben, gierig zijn
 
genuyver jenever
 
spellemaeker speldenmaker
 
kloeffers klompen
 
rykoorden rijgsnoeren
 
hinnekens kleine bussels hout
 
bessems bezems
 
werk afval van gehekeld vlas
 
zant zand
 
p. 56  
 
hy bestol my hij bestal mij
 
kotereere pook
 
stove kachel
 
p. 57  
 
opgebrogt opgevoed
 
dame dat we
 
besinne bazin
 
familde familie
 
opschieten uitvaren
 
iemand te naer spreken onheus spreken met iemand

[pagina IX]
[p. IX]

en meugde moogt ge niet (versterkend toevoegsel)
 
zilt zult
 
dwyl (uitspr.: dweil) dweil
 
zyt (uitspr.: zout) zout
 
p. 58  
 
kniezers gierige schrapers
 
klieke aanhang
 
p. 59  
 
kaffévisiet koffievisite
 
voorderen verder zetten
 
droeven ellendige
 
p. 60  
 
dame dat we
 
meendege meende
 
zooge zo ge
 
weget weet het
 
keur kans
 
dak dat ik
 
kykte kijkt ge
 
al ofge alsof ge
 
p. 61  
 
werver ronselaar
 
ik moê ik moet
 
dade dat ge, als ge

[pagina X]
[p. X]

p. 62  
 
hunder hen
 
gunder gij (mv.)
 
zakken zulke
 
hunder uw (mv.), niet te verwarren met hunder = hen
 
in den oogenblik op dat ogenblik
 
de hel geblazen de hel aangeblazen
 
nog zyn leven nog van zijn leven, nog ooit
 
meenenze menen ze
 
sletzen pantoffels
 
dage dat ge
 
p. 63  
 
langt bezorg
 
kwestie heeft... (vraagwoord, bet.: ik vraag me af, of)
 
zoe zou
 
gae ziet ga zien
 
stikken stukken
 
dasser dat ze er
 
op uytgevallen tegen uitgevaren
 
slaepkoetzeken ledikantje
 
p. 64  
 
bomben (Fr. bombes) bommem
 
betraept betrapt
 
gezyget gy gij zijt het

[pagina XI]
[p. XI]

p. 65  
 
drummer (scheldwoord)
 
heé heeft
 
speleken spelletje
 
doe get? doet het? (is het zo? werkelijk?)
 
tryspelul onnozelaar
 
cadé (Fr. cadet) kerel
 
wilde 'nen keer wilt ge eens
 
deken onofficieel gezagspersoon in Gentse stadsbuurt
 
p. 66  
 
klappen praten, babbelen
 
in conscientie (Fr.) in geweten
 
procureur van de smalle wet officier van justitie; de smalle wet (Gent, onder het Ancien Régime) oordeelde in geschillen van betrekkelijk gering belang; deze procureursfunctie werd jaarlijks vernieuwd door de zgn. schepenen van de keure
 
min minder
 
graviteyt (Fr. gravité) ernst, deftigheid
 
van de grootste aengelegenheid van het grootste belang
 
krolperuyk krulpruik
 
rost roest
 
paryssche snêe Parijse snit
 
patten korte stroken of lappen, met het ene uiteinde aan een deel van een kledingstuk bevestigd, en aan het andere einde door middel van een knoop vastgemaakt

[pagina XII]
[p. XII]

p. 67  
 
furnissementzak zak met gestorte geldsommen
 
toegeschikt uitgedost
 
bailliuw gerechtelijk ambtenaar (eveneens uit het Ancien Régime; opvallend hoe in dit verhaal, dat zich afspeelt onder een bewind dat op alle vlak met het Ancien Régime had gebroken, de afgeschafte functies in werking blijven op het niveau van het alledaagse leven van het geringe volk)
 
ergeren verslechteren
 
verweering verweer, verdediging
 
p. 68  
 
als het veraccyst is als de voor het vat verschuldigde accijns betaald is
 
voorder verder, straks
 
zoo genomen verondersteld
 
't waer nu zoo het was nu zo
 
constitutien wetten
 
p. 69  
 
pardik krachtterm: bij God (pardie)
 
contrarie preuve maken het tegendeel bewijzen
 
wie heeft het geweest? wie is het geweest?
 
dat meer is wat meer is
 
houd haer gebeten houdt zich kloek (?)
 
Sparten Sparta
 
suspect verdacht
 
hadde hadt ge
 
laet ons hier een spel in steken laten we hier een mouw aan passen
 
hoofdig koopig

[pagina XIII]
[p. XIII]

p. 70  
 
ondertrouw aangifte van voorgenomen huwelijk bij de ambtenaar van de burgerlijke stand
 
Dampoort een stadspoort van Gent, richting Antwerpen
 
gesupprimeerd afgeschaft
 
trokken vooren uyt trokken voorop
 
recollect minderbroeder
 
Byloke Bijloke (Gents hospitaal)
 
roklyfsteppen korsetten stikken
 
p. 71  
 
contvleuen met gekruiste benen neerzitten zoals de kleermakers, naarstig bezig zijn met beuzelwerk
 
schailledekker schaliedekker, leidekker
 
zwikskens houten pennen of pinnen voor het luchtgat van een vat
 
geprononceert (Fr.) uitgesproken
 
p. 72  
 
members (Fr. membres) leden
 
intricate ingewikkelde
 
assignaten (Fr. assignats) waardeloos papiergeld onder de Franse Republiek
 
het uytwerkende directorium het Directoire, de uitvoerende macht in de Franse Republiek van 1795 tot 1799
 
p. 73  
 
de justitie voordert de rechtvaardigheid eist
 
concordat (uit het Fr.) overeenkomst tussen paus Pius VII en Napoleon Bonaparte, eerste consul (15 aug. 1801)

[pagina XIV]
[p. XIV]

hakeberd (voetnoot: psalterion) muziekinstrument met snaren
 
speeltrumpje soort trompetje
 
engelsche compositie Engels muziekstuk(?)
 
convief (Fr. convive) gast (aan tafel)
 
p. 74  
 
kustjen korstje
 
stoop hesp stuk hesp, ham (?)
 
cavisse bier, gebrouwen te Lier
 
p. 75  
 
m'n we hebben
 
patryske hier in de betekenis van mooie vogel waarop door velen jacht wordt gemaakt
 
effen meteen
 
p. 76  
 
hulder hun
 
van haer eygen uit haarzelf
 
duymken in d'hand gierig
 
koest kon
 
van passe passend, in orde
 
viggelen slordig snijden
 
moete moet ge
 
dé deed
 
kinderagie kinderachtig mens
 
p. 77  
 
schol scheelde
 
flankaerd pand, slip van jas
 
waer loopte waar loopt ge

[pagina XV]
[p. XV]

vrydagmort Vrijdagmarkt
 
rollebaene bollebaan, bolletra
 
naer na
 
lof kerkdienst op zondagmiddag
 
p. 78  
 
da was nuy al oogenblikken te doen dat kon nu ieder ogenblik gebeuren
 
om verleen te verleiden
 
wa gebuerdeger? wat gebeurde er?
 
in de vrauwestraete weunen zich door zijn echtgenote laten domineren
 
dompelen verloren lopen
 
het gaet veur goed het gaat van kwaad naar erger
 
verleet verleid
 
de roê lag in de pisse de roede (waarmee zij hem wilde slaan) lag (gereed) in de pisemmer
 
verraerellynge op het onverwachts
 
p. 79  
 
wade wat, iets
 
moek moet ik
 
hulder u (mv.)
 
't upperste het opperste, de zolder
 
aesge als ge
 
pyst peinst
 
hulder hun (niet te verwarren met hulder hierboven)
 
de moeme zeggen dat moeten we zeggen
 
vinde vindt ge
 
me zaken met zulke
 
heur ten onderen geven zich laten overtroeven

[pagina XVI]
[p. XVI]

p. 80  
 
eesch hees
 
h'ek heb ik
 
viel ook wel uyt werd ook wel bewaarheid
 
p. 81  
 
'k hêt ik heb het, (hier) ik ben
 
hedde hebt ge
 
da nie gaende toen dat niet werkte
 
dakker dat ik er
 
dak dat ik
 
kunde kunt ge
 
ziede ziet ge
 
schrapae schapraai
 
p. 82  
 
dage dat ge
 
dat es pront vast en zeker
 
moek moet ik
 
verlong verlangde
 
doo-huys dodenhuis
 
keunen kunnen
 
sterlinge starlings
 
p. 83  
 
wa komt 'er heur nuy over wat overkomt haar nu
 
agter eens dadelijk
 
zyn vrauwens en arm zijn vrouws arm
 
kloksken teugje
 
est van uy goeste? is het naar uw zin?

[pagina XVII]
[p. XVII]

dan zal 't ik dan zal ik het
 
muyzeleere doedelzakspeler; ‘adieu mynen...’ wordt gezegd wanneer het uit is met de pret, of wanneer men een kans heeft laten ontglippen
 
taeter getater
 
ramel gerammel, gekrakeel
 
van onder te boven onderste boven
 
gink zynen auwen treyn (Fr. aller son train) ging zijn vertrouwde gang
 
veur goed helemaal
 
zy vertelde g'heur (lees: verteldege heur) zij vertelde haar
 
hoe dat zy gevaeren was hoe het haar vergaan was
 
p. 84  
 
g'hen hêt niet dat uy let ge hebt niets dat u hindert
 
een stik dyngen een kledingstuk
 
affairkens (Fr. affaire) zaakjes
 
p. 85  
 
buyten d'een of d'ander poorte buiten een van de stadspoorten
 
den herder Coridon Corydon, naam van een herder in de vierde idylle van Theocritus. Ook van de herder die de tweede ecloga van Vergilius spreekt en die ook in diens zevende ecloga optreedt; vandaar een van de meest gebruikte namen in de latere arcadische poëzie (Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal)
 
uy uw
 
zaken bier zulk bier
 
totjens kusjes


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken