De bron-swaan, of mengeldigten(1686)–Titia Brongersma– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Op de Af-beeldinge van Cefalus, en Procris daar zy hem de schigt, met de hont Lelapa vereert, die nooyt misten. HOe Procris gy schenkt aan Cefaal Soo 't schijnt u Lelapa van herten, En ook de goutschigt, wiens metaal 't Venijn uyt braakt om u te smerten, 'K sie Aura schuylt daar achter 't bos Daar gy u dootnet hebt gespannen, Zy maakt u Jagthonts banden los, En poogt u uyt haar oog te bannen [pagina 191] [p. 191] O blint Geval hoe licht raakt gy Door eygen stricken in de ly. Vorige Volgende