Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bron-swaan, of mengeldigten (1686)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bron-swaan, of mengeldigten
Afbeelding van De bron-swaan, of mengeldigtenToon afbeelding van titelpagina van De bron-swaan, of mengeldigten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.05 MB)

ebook (3.40 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bron-swaan, of mengeldigten

(1686)–Titia Brongersma–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 202]
[p. 202]

Lijk-Gesangen,

Lyk-klagt Op het haastigh Overlijden van de Hoog Edele Personen: voor de eerste de Deugtminnende Heer mijn Heer Oene van Glinstra, ende daar naa de uytmuntende, wijse, en Eerwaardige Vrouw Mevrouw Eleonora Bouritius, anders Glinstra, Soon en Moeder.

 
WAt Hecuba bejammert Polydoor,
 
Wat Moeder siet m'om Faëton besterven,
 
Om Memnon weer, verbleken een Auroor,
 
Ag! ag! kan ook. Eleonora derven
 
 
 
Haar Oene! haar Kroost haar jongen Benjamijn,
 
Haar Stam'pijlaar daar soo veel heldedaden,
 
Van Deugt uytblonken als een puyk Robijn
 
Gestreeken op de Keur van pracht-cieraden.
 
 
 
Dien Thetis ach! besweek op't kouwe Graf
 
Van haar Achill, en golfde met'er tranen
[pagina 203]
[p. 203]
 
(Eer haar de ziel glee van de lippen af)
 
Gelijk een stroom, om soo de wech te banen.
 
 
 
Maar ag! siet daar een Hector staat omgort
 
Met Rouw, en weent om't sneven van sijn broeder,
 
En op het Lijk een zee van tranen stort,
 
Om 't sterven weer op nieu sijns waar de Moeder.
 
 
 
Wiens luyster sal de lichten van de Maan
 
Bereyken, en de glinsterende sterren,
 
Het vlik'ren door haar Glinster doen vergaan,
 
En ook de Lof straal in haar praal verwerren.
 
 
 
Wat hert souw niet, al waar't van Mermersteen
 
Versmelten, om haar beyder overlijden,
 
En om soo'n zede Son, die elk bescheen
 
Niet truyren, schoon haar zielen sig verblijden
 
 
 
In't Lusthof van de saal'ge Eng'len schaar,
 
Waar Elohim de heyl'ge Lauwerkronen
 
Sal stellen op haar kruin, en quelen daar
 
Het hemel-liet geset op Davids Toonen.
 
 
 
O! Glinstra eenig Erf, van dese Suylen
 
Sluyt toe de kranen van u Ooge Bron
 
Haar staat: is voor u staten niet te ruylen,
 
Sy wonen in't Paleys van Helion.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken