Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1 (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1
Afbeelding van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.43 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

taalkunde/algemeen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Spraakkunst van het hedendaagsche Spaansch. Deel 1

(1946)–Johan Brouwer–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 101]
[p. 101]

Achttiende les
De rangtelwoorden

De rangtelwoorden (los numerales ordinales) worden in het Spaans over het geheel slechts tot aan het getal tien gebruikt. In verheven stijl gebruikt men ze ook nog wel tot aan twintig. Verder worden de twintigste, de dertigste, de honderdste, de duizendste nog wel gebruikt als bijv. nmwr. bij parte deel, de andere rangtelwoorden kunnen wij gevoeglijk buiten beschouwing laten. Het zijn geleerde leenwoorden, waarvoor wij naar de woordenboeken verwijzen. De rangtelwoorden richten zich in getal en geslacht naar het woord waar zij bij horen.

primero eerste
segundo tweede
tercero derde
cuarto vierde
quinto vijfde
sexto zesde
sé(p)timoGa naar voetnoot1) zevende
octavo achtste
noveno } negende
nono } negende
décimo tiende
undécimo elfde
duodécimo twaalfde
décimotercio } dertiende
décimotercero } dertiende
décimocuarto veertiende
décimonono negentiende
vigésimo twintigste
vigésimo primero een en twintigste
vigésimo tercero { drie en twintigste
- tercio { drie en twintigste
trigésimo dertigste
cuadragésimo veertigste
quincuagésimo vijftigste
sexagésimo zestigste
septuagésimo zeventigste
octogésimo tachtigste
nonagésimo negentigste
centésimo honderdste
milésimo duizendste

Primero, tercero en postrero (de laatste) verliezen de -o als zij voor het zelfst. nmwr. staan.

Het rangtelwoord wordt in het Spaans als nadere aanduiding bij de namen van vorsten zonder lidwoord achter de naam geplaatst. Boven de tien gebruikt men het hoofdtelwoord. Bijv.:

Carlos Tercero Karel de Derde
Felipe Cuarto Philips de Vierde
Carlos Quinto Karel de Vijfde
Alfonso Décimo Alfons de Tiende
Alfonso Trece Alfons de Dertiende
Luís Catorce Lodewijk de Veertiende

[pagina 102]
[p. 102]

Bij vermelding van bladzijde of hoofdstuk gebruikt men wel tot tien het rangtelwoord, gewoonlijk voor het zelfst. nmwr. met het artikel, la primera página. In de omgangstaal overheerst ook daar het hoofdtelwoord, capitulo siete, página dos enz. De eeuwen worden ook met het hoofdtelwoord aangeduid, el siglo ocho, el siglo veinte.

Gebroken getallen (numeros quebrados)

Medio half
Tercio derde
Uno y medio anderhalf
Mes y medio anderhalve maand
Dos y medio twee en een half
Dos semanas y media twee en een halve week
Dos y tres cuartos twee drie kwart

Boven de tien wordt de uitgang -avo toegevoegd aan het hootdtelwoord, cuatro treceavos vier dertienden. Men zegt zowel onzavo als onceavo.

 

Om een veelvoud aan te duiden zegt men in de levende omgangstaal.... veces bijv. tres veces tanto drie malen zoveel. Enkelvoudig is simple, tweevoudig, dubbel is doble. In verzorgde en verheven stijl gebruikt men de volgende geleerde woorden als bijvoegl. nmwr., welke als zelfst. nmwr iets minder plechtstatig zijn:

duplo tweevoudig
triplo } drievoudig
triple } drievoudig
cuádruplo } viervoudig
cuádruple } viervoudig
quíntuplo vijfvoudig
séxtuplo zesvoudig
óctuplo achtvoudig
décuplo tienvoudig
céntuplo honderdvoudig

Het woord voor negenvoudig bestaat niet. Dat begrip moet dus worden omschreven, nueve veces tanto, negenraaal zoveel.

El séptuplo de siete es.... het zevenvoud van zeven is....

Men merke op dat primero, segundo met het lidwoord dikwijls een adverbiale functie heeft (zie les XX) maar als bijv. nmwr. wordt gevoeld:

Se marchó la primera zij ging het eerst weg

Woordenlijst

florido gebloemd, bloemrijk
el giro de zinswending
quintuplas fuerzas vijfvoudige overmacht
emocionarse in ontroering geraken
la función de voorstelling
flojo slap, wankel
no tiene mérito is niet veel zaaks
la prueba de drukproef
la errata de drukfout
bastante voldoende, nogal wat

[pagina 103]
[p. 103]

el último de laatste
acertado juist, raak
el renglón de regel
la naranjada de sinaasappellimonade, ranja
el doble groot glas
el tercioGa naar voetnoot1) klein glas
la Banca de Bank, het bankwezen
cotizar noteren (v. koersen)
la acción hier: het aandeel
otro tanto even zoveel
tres veces tanto drie maal zoveel
fijarse letten op
siguiente volgende
en primer lugar } in de eerste plaats
primeramente } in de eerste plaats
estropear bederven, stukmaken, verknoeien
luego vervolgens
por último } ten slotte
últimamente } ten slotte
por lo menos op zijn minst
demasiado te, te zeer
denso dicht (v.bevolking)
ni mucho menos verre daarvan, allerminst
salvo error behoudens vergissing
subido hoog(v. prijs bijv.)
limpiar en seco uitstomen
alargar aangeven, aanreiken
lejos (bijw.) ver
el sistema } het metrieke stelsel
métrico } het metrieke stelsel
el tomo het deel (v. boek)
iniciarse beginnen, inzetten
estar ocupado en (of de) bezig zijn met
el novio, la novia de verloofde
de abajo van onder
lo que es estar enterado, no, no lo estoy op de hoogte ben ik eigenlijk niet
derrotar verslaan
caer en desuso in onbruik geraken
el vocablo culto het geleerde woord
coger frío kou vatten
estar corto de medios krap bij kas zijn
tener a su disposición tot zijn beschikking hebben
caer vallen, ‘zakken’
el número het nummer
supersticioso bijgelovig
coetáneo } tijdgenoot
contemporáneo } tijdgenoot
Rey de Romanos Rooms koning
mandar volver laten terugkomen
la factura de rekening
pagarlo con el siete tanto het zevenvoudig vergelden
amarillo geel
la mitad de helft
la batalla de (veld)slag
la dignidad de waardigheid
no se me ocurre het schiet me niet te binnen, het komt niet bij me op
la cerveza het bier
pues bien welnu
la cantidad de som gelds
o sea d. w. z.
ya lo creo en of!
Guillermo Willem

Oefening 18 A

El orador hablaba en un estilo muy florido y empleaba giros como el siglo décimonono, quíntuplas fuerzas, la quincuagésima parte. Anoche estuvimos en el cine, en la primera función. No nos gusta ir (= gaan) a la segunda función o sección porque empieza en Madrid a las once y se termina a la una de la noche. Nos emocionamos mucho (= erg) por el tercer acto, el postrero es un poco flojo. La cuarta escena del postrer acto no tiene mérito, es verdad. Mire, en las pruebas

[pagina 104]
[p. 104]

he encontrado erratas, por ejemplo, página cinco. Sí, en el primer capítulo hay bastantes erratas, pero fíjese en capítulo cinco, casi no hay ninguna (= geen enkele). ¿Qué (= welke, wat voor) opinión se forma usted de Alfonso Trece? Hay muchos libros sobre este asunto, tengo en manos el último, y el autor hace (= maakt) observaciones muy acertadas, fíjese en renglón quince del capítulo ocho. La vigésima parte de los estudiantes estudia por la ciencia, los otros se preparan para el diploma, no más. Tengo sed, tomo una naranjada, un doble. No me gusta la naranjada, yo tomo una cerveza, un tercio. Es poco, es un vaso muy pequeño. ¿Está usted muy enterado de las cosas de la Banca? Yo, no, pero mi hermano está (enterado), él sabe (= weet) a cuánto (= tegen hoeveel) por ciento están cotizadas las acciones. Hay acciones que dan (= die geven) cinco por ciento, otras dan otro tanto, o dos, tres veces tanto. Explíqueme por favor esta situación complicada. Pues bien, fíjese en las circunstancias siguientes: en primer lugar, han estropeado el telegrama, en segundo lugar, la traducción no es exacta, en tercer lugar no nos participan más que medias noticias, luego resulta que se equivocaron dos veces por lo menos, y por último están demasiado lejos para formarse buena idea de la situación. La población de España no es densa, ni mucho menos. España ocupa la vigésima parte de la extensión superficial de Europa, tiene pues, salvo error, el sexto lugar y no tiene más que veintiún millones de habitantes. ¿Qué (= wat) murmura el niño? Está aprendiendo el sistema métrico y repite (= herhaalt): el decilitro es la décima parte de un litro, y un litro es la centésima parte de un hectolitro, el gramo es la milésima parte de un kilogramo. En la última especulación ha ganado este banquero el duplo de la primera cantidad, o sea cien mil pesetas. Es mucho (= dat is heel wat), es cuatro veces más de lo que vale (= waard is) la casa de mi padre. Necesito unas corbatas, compraré media docena. ¿Y guantes, no los necesita? Sí, un par de guantes amarillos. El precio de los guantes es bastante subido, por eso (= daarom) los mando limpiar en seco una vez al mes. ¡Oye (= hoor eens) chacho!Ga naar voetnoot1) ¿Qué(= wat) es la mitad de tres doceavos? La mitad de tres doceavos es tres veinticuatroavos. Alárgueme usted, por favor, el primer tomo de la obra sobre Carlos Quinto. Tome usted. ¿Se interesa en Carlos Quinto? Sí. Busco las razones de la decadencia económica de España que (= welke) se inicia antes de la muerte de ese (= die) rey, Carlos Primero de España y Quinto de Alemania.

Oefening 18 B

Jan is bezig een brief te schrijven aan zijn verloofde, dat (niet vertalen) is de vierde brief van deze (= esta) week. Dat (= eso) zal hun heel wat

[pagina 105]
[p. 105]

tijd kosten. En of, de helft van zijn vrije tijd is hij daarmede bezig. Om de andere dag ontvangt hij antwoord, in deze maand heeft hij meer dan anderhalf dozijn brieven gehad, want hij was verleden week jarig. Waar staat het jaartal van de slag bij Aljubarrota? In het eerste deel van dit boek, hoofdstuk zes, bladzijde honderd acht, zevende regel van onder. Ben je op de hoogte van de omstandigheden van die slag, de eerste en laatste overwinning van de Portugezen op de Castilianen? Neen, op de hoogte, neen, dat ben ik niet, ik weet alleen (= sólo sé) dat Jan de Eerste van Portugal Jan den Tweeden van Castilië heeft verslagen. Jan den Tweeden niet, Jan den Eersten. Leer van buiten, een seconde is het zestigste deel van een minuut en een uur is het vierentwintigste deel van een dag. Ik dacht (= creí) dat de rangtelwoorden in onbruik waren geraakt. Zij zijn nooit (= nunca, vóóraan de zin) populair geweest, let op de vormen, het zijn geleerde woorden. Het denkbeeld van met zulke (= tales) fracties te rekenen komt niet bij het volk op. Het volk zal niet zeggen (= no dirá) ‘een peseta is het vijfde deel van een duro en een perra chica is het twintigste deel van een peseta’ en nog minder ‘een minuut is het zestigste deel van een uur.’ Zij vertrekken morgen niet, in de eerste plaats omdat het vandaag geregend heeft, in de tweede plaats omdat een van hen kou heeft gevat, vervolgens omdat zij krap bij kas zijn, en tenslotte omdat zij drie vierden van hun (= sus) vacantie niet meer tot hun (= su) beschikking hebben, daar zij beiden zijn gezakt en zich moeten voorbereiden voor het examen in het najaar. De generaal beweerde dat de vijand hem met vijfvoudige overmacht had aangevallen. Wat (= qué) is het nummer van zijn (= su) kamer? Dertien. Geeft u hem (= déle) een andere kamer, hij is bijgelovig. Is zesentwintig goed (is goed, hier = sirve)? Neen, dat is tweemaal dertien. Ik wed dat wij vijf procent van de winst ontvangen. GraafGa naar voetnoot1) Willem de Eerste was een (niet vertalen) tijdgenoot van Alfons den Tienden, niet? Neen, Graaf Willem de Tweede was in zijn waardigheid van Rooms koning de voorganger van Alfons. Hoeveel heb je gekregen? Een vijfde. Hij heeft den kleermaker zes maal laten terugkomen met de rekening. In het Spaans duidt men de regimenten met een hoofdtelwoord aan, niet met een rangtelwoord zoals (= como) in het Nederlands. Begrijp je waarom? (hier: el porqué?) Ik denk (= creo) dat het elliptische zegswijzen zijn, bijv., ‘het vierde regiment infanterie’, is in het Spaans el (número of regimiento) cuatro de infantería. De beroemde zin ‘hij zal het zevenvoudig betalen’ wordt in het Spaans op andere manier vertaald, namelijk (= es decir)? Zijn zusters kwamen het eerst aan en gingen het laatst weg. Wanneer heb je les (= clase)? Ik heb 's Woensdags en Vrijdags les, Zaterdags tennis ik. Hij is Dinsdag gekomen. Dinsdag (nu zonder lidwoord) de drieëntwintigste Januari.

voetnoot1)
De vormen séptimo en sétimo komen beide voor. De als correct aangegeven schrijfwijze is séptimo, de p wordt niet uitgesproken

voetnoot1)
El Tercio is de verkorte aanduiding van het Vreemdelingenlegioen. Een tercio is een onderafdeling van een regiment, een afd. van de Guardia Civil bijv. Zie het woordenboek van de Academie.

voetnoot1)
Gemeenzame afkorting van muchacho.

voetnoot1)
Voor titels staat in het Spaans het bep. lidwoord, zie les I.

Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken