Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verlatene (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verlatene
Afbeelding van De verlateneToon afbeelding van titelpagina van De verlatene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

Scans (14.64 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verlatene

(1910)–Carry van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Een roman uit het Joodsche leven


Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

XXI

Ze zaten, een namiddag in 't vroege voorjaar, met z'n drieën voor de ramen van Hein Bonten's studentenkamer op een hoog bovenhuis in de Amsterdamsche Pijp. Ze keken gedachteloos naar de ramen van de overburen, waarvoor een gore dienstmeid stond, die een stuk of wat spichtige plantjes water gaf en ze rookten zwaar uit lange steenen pijpen. Daniel rookte niet, hij zat meer achter in de kamer bij de met een dofbruin kleed overspreide vierkante tafel en bladerde in een paar boeken. Z'n vingers beefden koortsig over de bladen, z'n hoofd gloeide; alles wat in die boeken stond en in dat stapeltje andere dat daar naast hem lag, moest hij leeren, voor hij het staatsexamen zou kunnen doen! Hoe begeerde hij ze te begrijpen, nu al, te kunnen lezen die bladzijden nog onbegrepen Latijn, te kunnen ontcijferen die vreemde Grieksche letters, en hun schoonen zin te ontraadselen. Zoo verdiepte hij zich in z'n verlangen, dat hij de aanwezigheid der anderen vergat, en opschrok toen Hein Bonten hem wat vroeg. Zoodat die zijn vraag moest herhalen.

‘Ga je straks met ons eten?’ En hij lachte erachter.

[pagina 131]
[p. 131]

‘'t Is heelemaal geen royale invitatie hoor, wij eten gewoonlijk in de gaarkeuken.’

‘Bij ‘Riche,’ verbeterde de ander, droog-komiekerig. Hein lachte.

‘Nou ja, dat wou 'k zoo niet zeggen, hij moest eris denken dat 't waar was!’

Ze rookten weer. Hein Bonten bij 't eene raam en bij 't andere, languit in een wrakke fauteuil, Dries Bieker, zijn vriend. En geen van beiden letten nog op Daan of drongen aan op antwoord. 't Sprak vanzelf immers, dat hij mee ging eten met hen.

Dries was een paar jaar ouder dan Hein, maar later aangekomen en dus evenals hij, tweede-jaars-student. Hij zat voor z'n candidaats klassieke letteren en had beloofd Daan les te geven voor 't staatsexamen. Zoo verviel voor den jongen de noodzaak van het zelf-lesgeven en kon hij al zijn tijd aan de eigen studie besteden. Ze zouden niet wachten tot hij zijn eindexamen had gedaan, daarvoor immers voelde hij zich ruimschoots klaar en een paar uur per week konden er al wel bij.

Hij zat weer gebogen over de boeken maar hij las niet meer. Of hij mee ging eten met Hein en z'n vriend, hadden ze hem gevraagd, eten in de gaarkeuken, meeëten van onkoosjere spijzen, van ‘treife’ vleesch. En zoo natuurlijk vonden ze het blijkbaar, dat hij ging, dat ze niet eens z'n antwoord wachten. Wat moest hij doen? Sinds lang al had hij in zichzelf uitgemaakt, dat het dwaasheid was, slaafs-weg te leven naar spijswetten, die voor andere landen en in andere tijden noodzakelijk en nuttig waren geweest en door den verstandigen wetgever van een weerspannig en tuchteloos volk - dat zich aan geen wereldsche wet zou hebben gestoord - wijselijk tot rang van Godsgebod verheven. Eenmaal in dit redeneer-systeem gevangen, had hij er alle mogelijke Joodsche wetten aan getoetst en telkens meer bewonderd het diepe inzicht

[pagina 132]
[p. 132]

van den wijzen man Mozes, die in allen deele voor de gezondheid en de zedelijkheid in ruimsten zin van zijn Volk had gewaakt. Maar daarmee verviel meteen ook ieder gevoel van persoonlijke verplichting, hij gevoelde meer en meer zich volkomen los en vrij en dat gevoel smartte hem meer dan het hem vreugde gaf. De wroeging om het zondigen vervloog voor het klare besef van zijn volkomene vrijmachtigheid, maar tegelijkertijd besefte hij scherp, dat het zóóver nooit met hem zou gekomen zijn, als hij de liefde voor de Joodsche wetten, de warme liefde, die niet uitspint en niet redeneert, uit zijn kinderjaren, diep in zich had kunnen levendig houden en bewaren.

Maar die was, haast onmerkbaar, vervlogen en vergaan en zelfs de wijding van feest en hoogtij verbleekte in de scherpe belichting van zijn nu altijd waakzamen kritischen zin. Wat hij vroeger niet gezien had, zag hij nu, pijnlijk scherp, zich naar voren dringend als tot een marteling voor hem alleen, 't verlagen van de feestdagen tot achtelooze smulpartijen, 't neerhalen van Heilige-Sabbath in een poel van naargeestige verveling, 't uitvieren van kleine wraakjes en kleine oogendienarij en kleine zelfzucht in 't verdeelen en wegschenken der Mitswe's, de gewijde kerkelijke plichten, de vervulling waarvan een ongerepte eer aan de waardigste moet zijn en een heilige vreugde. Hij had immers al zoo vaak opgemerkt, dat ze een arm man lieten staan zonder ‘Minjan’ in Sjoel, als hij de rust afbad voor zijn gestorven ouders, dat ze den Rebbe in bedwang hielden met hun fooi, de ‘metono’ en dat hun eenige zorg scheen het vermijden van wat ze noemden ‘Gillel Hasjem’ - hetwelk beteekent: de schending van Gods Naam - in waarheid niets dan laffe vrees voor opspraak door het openbaarworden van hun kleine schendingen en onderlinge ruzie.

Was niet altijd de Joodsche gemeente - die zich Kille

[pagina 133]
[p. 133]

Koudesj, heilige gemeente heette! - verdeeld geweest door kleinzielig krakeel en benepen wangunst?

Wreekte zich de ‘parnes,’ de ‘Heer-der-Gemeente’ niet op de kleine Jodenjoggies, die hem ‘druipneus’ nariepen, door hun in sjoel de mitswe van het vastgrijpen der wetsrollen te onthouden, welke voor de kinderen bestemd is, en Boom des Levens heet?

Niemand scheen het te hinderen, geen mensch leek het op te merken, hij alleen zag alles, hem alleen griefde iedere ontwijding van het Geloof, dat zijn onverdeelde liefde had gehad en waarvoor velen der Voorouders martelaar gestorven waren. Voelde geen enkele Jood dan meer den levenden trots, omdat het Oude Testament, het Jood en Christen heilige Boek, hun eigen Vaderlandsche Geschiedenis was?

‘Zit je nou al Latijn te poeren?’ vroeg Dries Bieker. ‘Kerel, je hebt een kop als vuur.’

‘Laten we 'm smeren, zeg,’ vond Hein Bonten. ‘'t Is nou droog buiten en hier is 't knap benauwd. Dan wandelen we zoetjes aan naar Riche. Dan kan-je meteen kennismaken met de andere lui, dat's leuk voor later.’

Daan antwoordde niet. Hij zette z'n hoed op en ging mee de trappen af, het huis uit en de stad in. De prille voorjaarslucht was schraal en frisch, die koelde lekker om z'n verhitten kop.

Redeneeren was makkelijk, maar doen, maar doen. Spijswetten waren verouderd, hadden nimmer iets met Goddelijkheid te maken gehad - hoe konden volwassen menschen gelooven aan een Opperwezen, dat zich bemoeide met de samenstelling van een menu! - maar verboden dingen eten ging zoo makkelijk niet. Hij voelde het wèl: deze eerste ‘treifene’ maaltijd was de verwerkelijking van een besluit, dat dáárdoor pas onherroepelijk werd, was de breuk tusschen hem en zijn Voorouders, zijn grootouders, zijn ouders. Hoe toch zou hij ooit weer

[pagina 134]
[p. 134]

aan den wonderlijken Rabbi Akiba durven denken als vroeger, en wat zou hij vanavond zijn moeder zeggen, als ze vragen zou, wat hij gedaan en waar hij gegeten had......


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken