Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verlatene (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verlatene
Afbeelding van De verlateneToon afbeelding van titelpagina van De verlatene

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.51 MB)

Scans (14.64 MB)

ebook (3.04 MB)

XML (0.59 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verlatene

(1910)–Carry van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Een roman uit het Joodsche leven


Vorige Volgende
[pagina 242]
[p. 242]

XXXVI

Dagen lang na de ontmoeting met Hein Bonten was ze peinzend en verstrooid gebleven. In haar bewogen en toch oppervlakkig leven van de laatste jaren had ze zelden meer aan huis en familie teruggedacht. Haar zucht naar zinnelijk genieten, naar onbekrompen weelde had ze uitgevierd, uitgeleefd tot oververzadigens en walgens toe; niets in haar was op natuurlijke wijze ontbloeid, op natuurlijke wijze gerijpt; een verwoestende brand, een schroeiend vuur had in haar binnenste huisgehouden en daar alles op eenmaal verwoest en verteerd. Het was daar nu stil en verstorven als in een woestijn, waar geen bloei bloeit en geen vogel fluit. Ze begeerde nu niets en niemand meer en aanvaardde met gelatenheid alles wat over haar kwam. Ze wist volstrekt niet, wat er verder van haar zou worden, bekommerde zich daar maar heel zelden om. Zoolang ze mooi was, zou alles wel goed gaan, wat daarna kwam, zou ze afwachten en aanvaarden in eenzelfde gelatenheid.

Nu had ze dan bereikt, wat ze als jong kind reeds als het hoogst-bereikbaar ideaal had gedroomd, rijkdom en weelde; en alles, ook het genot om het bezit was reeds geno-

[pagina 243]
[p. 243]

ten, lag ver achter haar. Ze had zich, zonder evenwicht, zonder stuur op zich zelf, zonder moreel besef laten gaan in zingenot, in de bevrediging van verlangens, die op onnatuurlijke wijze in haar waren opgewekt. Ze had zich geen rekenschap gegeven, welke richting ze op die manier aan haar bestaan gaf, tot welk een toekomst ze zich bestemde, totdat ze ontwaakte uit haar stuurloozen duizel en ze er voor goed in vastzat, er geen ontkomen meer aan wist.

Toen bedacht ze met bitterheid de wenschen van haar kindertijd: ze had meer dan rijk en vrij, ze had ook aanzienlijk willen wezen, aangezien en geëerd. Ze had zich een voornamen echtgenoot gedroomd, blond, koel, hooggeplaatst, en kinderen met fijne, voorname gezichtjes ze had zichzelf een benijde, gevierde, rijk-rustig levende dame gedacht.

Ze had het vervloekt een Jodin te zijn, omdat Joden geminacht waren, achteruitgesteld, niet in tel. En zij, zij wilde niet tot de laagsten, maar tot de hoogsten, niet tot de geringgeschatten, maar tot de benijden en gering-schattenden behooren.

Nu wist ze precies, wat ze was, waartoe ze gerekend werd, minder dan de armste Jood, tot de uitgestootenen, de verdorvenen, de buiten de maatschappij geplaatsten.

Soms scheen het haar toe, alsof dit allemaal buiten haar zelf was omgegaan, en nog ging buiten haar zelf om. Ze leefde werktuigelijk, zonder dat ooit het gevoel van versuffende spanning diep in haar hoofd haar losliet, zonder zich ooit meer om iets te verheugen, of ergens intens van te genieten. De korte, felle vlam van opgedreven genotzucht had alles in haar leeggebrand, de stuw van haar stuurlooze zinnelijkheid had haar gedreven naar een bestaan, dat ze nooit had vermoed te zijn, naar een verstooten wereld, waaruit geen terugkeer mogelijk was.

Ze besefte het uit de minachtende wijze, waarop vrou-

[pagina 244]
[p. 244]

wen haar aanzagen op straat, in de winkels, in restaurants, uit de hoffelijkheid der mannen, hun woorden, hun blikken, hun glimlach, die anders waren dan de hoffelijkheid en de woorden tegen vrouwen van hun eigen kring. Ze bespiedde en vergeleek en onderscheidde dit alles nu scherp.

In het begin had het volle besef, van wat ze was geworden, haar hevig aangegrepen; als kind had ze weliswaar haar eerste liefkoozing, haar eerste kussen weerzinnig verkocht voor een horloge en een armbandje aan een ouden man, doch zonder te vermoeden, wat dit in maatschappelijken zin later beteekenen zou. Als kind had ze geleden onder de geringschatting van de voornamere niet-Joodsche kinderen, die den neus voor haar optrokken omdat ze een Jodin was en op een buurtje woonde; rijkdom, weelde, vrijheid en verloochening-van-haar-afkomst leken haar de onfeilbare middelen tot bereik van het felbegeerde, nu was ze dieper dan ooit verzonken in ieders minachting en smadelijkheid, verder dan ooit van aanzien en voornaamheid verwijderd. En ze wist het pas goed toen er geen ontkomen meer aan was.

Ze begreep ook, dat er van trouwen, van een huwelijk, dat haar vroeger het natuurlijk einddoel van iedere verhouding met een man had geschenen, voor haar nimmer iets zou komen, dat, zoolang ze jong en mooi was, het tegenwoordige leven zou voortduren en dat daarna het onzekere, het duistere, het onbestemde aanbreken zou. En nu al bedacht ze soms, met een vaag gevoel van geruststelling, dat ze het leven tenminste niet langer dan zijzelf wilde, zou behoeven te dragen.

Plotseling nu had ze dien jongen teruggezien, den jongen uit het dorp, uit haar jeugd, die zoo lang scheen geleden, Hein Bonten. Ze had hem aangesproken, lachenden overmoed veinzend, hem tartend gevraagd, of hij haar nu wel wilde kennen, nu ze een rijke en welgekleede dame was geworden.

[pagina 245]
[p. 245]

Hij was beduust geweest, had haar weinig geantwoord, ze had onmiddellijk gevoeld, dat hij begreep, wat ze was geworden en hoe ze leefde. En voor het eerst had ze zich geschaamd voor hem, voor haar vader, voor alle bekenden, voor de oude geburen, het geheele dorp.

Terwijl, aan haar eigen tafeltje, het praten van de anderen wegdoezelde langs haar ooren, was ze stil weggesoesd in oude herinnering.

Ze zag het buurtje, waar het nu, in winter, morsig en duister zou zijn tusschen de oude, vervallen huisjes, ze zag het schemerige winkeltje, met de stapels doozen tegen den wand, de mansbroeken aan de zoldering, het bruine trapje tegen het beschot, ze zag het kamertje erachter, met de oude, bruine meubels, het vergulde ‘mizrach,’ het blinkend chanoeka-ijzer aan den muur, ze zag het erfje en de sloot en de nette, kleine huizen van de overbuurt, waarin te wonen, haar als jong kind het toppunt van weelde en geluk had geschenen. Ze dacht aan vader; ze wist niet, wat er van hem was geworden, ze dacht aan gestorven moeder, aan Jozef, aan Daniel, aan Roosje. Heel haar innerlijk leven was van hen vervreemd, ze dacht aan hen als aan vrienden, waarmee ze jaren geleden vredig en stil had geleefd, en die ze wel graag weer eens had willen ontmoeten. En met bitterheid bedacht ze ook, dat ze nu minder was aangezien dan één van hen, ondanks haar mooie kleeren, haar weelde en haar schoonheid.

Toen zag ze Hein opstaan, om te vertrekken. Ze durfde niet meer naar hem toegaan, vragen en vertellen, ze zei haar weinige woorden en liet hem gaan.

Dagen daarna liet haar een stille, diepe wanhoop niet los, de wanhoop om het juiste besef der eigen levens-wer-kelijkheid, de wanhoop omdat ze niets meer te verlangen, niets meer te verwachten had en niets meer te hopen, niet meer terug kon en niet meer verder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken