Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen (1929)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen
Afbeelding van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturenToon afbeelding van titelpagina van De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.70 MB)

Scans (5.35 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geschiedenis van het huis. Een verhaal van vele avonturen

(1929)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 166]
[p. 166]

XXXII.
Het proces I.

Onder al deze bedrijven had de Kantonrechter rust gehad. Wel werd telkens zijn tukje bedreigd door geschillen en kibbeligheden: de Architect, de Aannemer, de Onderaannemers, ook de werklui hadden om zoo te zeggen den deurwaarder vóór in den mond, maar het was bij dreigementen gebleven en de goedige wil van den Bouwheer om voor ieders ongelijk te betalen had zich - om nogeens een hachelijk beeld te gebruiken - als een pleister gelegd op alle wonden.

Maar eenmaal wordt het zelfs zoo'n pleister deze lankmoedigheid te machtig, het bloed valt niet meer te stelpen.

Om het maar dadelijk te zeggen: de keukenkast was de schuld van alles.

De keukenkast werd aanleiding tot het proces, maar ergens moet toch de schuld hangen.

Want het proces behoort bij de bouwerij als de knobbel bij de knobbeljicht.

[pagina 167]
[p. 167]

Het was met de keukenkast zoo gesteld, dat ze niet op haar plaats wou komen. Zelf droeg ze daar weinig schuld aan, want ze werd van 't kastje naar den muur gestuurd, van de teekening naar de werkelijkheid en van den eenen wand naar den anderen.

Laat ons aandachtig vertellen hoe dat ging.

Een huis zonder keuken is een hospitaal zonder apotheek. In de voorstelling van de Bouwdame bestond het huis allereerst uit haar schrijfbureautje, vervolgens uit haar boudoir, vervolgens uit de mooie gordijnen, die ze nog van tante Mathilde had, en de vensters moesten daarvoor worden pas gemaakt, vervolgens, en niet in de laatste plaats, uit de keuken, want zij was een vrouw met huiselijken zin, vermaard om haar goede keuken - dat wil zeggen de spijzen, die daar werden bereid. Niemand kon als zij kalfsniertjes maken met een uitje en een appeltje, een scheutje rooden wijn, een laurierblaadje en een pepertje, en voor de crême brûlée waren haar gastmaaltijden beroemd.

Zoodat in haar keuken de kunst gediend werd. Wie weet wat het atelier voor den schilder beteekent, heeft ongeveer een denkbeeld van de beteekenis der keuken voor de Bouwdame.

Nu is een schildersatelier een hooge, lichte ruimte, waar de zon niet binnenkomt. Voor het verdere zorgen kunstzinnigheid en liefde.

Maar de keuken is een werkplaats, een museum en een boekerij. Men krijgt geen prof in de natuurphilosophie zonder hem het onmogelijke te hebben

[pagina 168]
[p. 168]

aangeboden van kostbaar ingerichte laboratoria, men krijgt geen Bouwdame in haar nieuwe woning zonder aan alle eischen van keukengemak en keukenweelde te hebben voldaan.

De keuken dus was hemelsblauw van glimmende dikke verf en blank van witte tegels. In zijn nis stond het geëmailleerd gasfornuis als een opgetuigde witte bruid. Boven den gootsteen, van donker witgespekt granito, een nuance tusschen leverworst en bloedworst, straalden de nikkelen kranen, één voor het koude water, één voor het warme water naar den aard. Er waren schappen en haken overal. Er waren kastjes onder de aanrecht en er was de kopjeskast met het vele glas, waarin een weelde van vaatwerk zou blinken.

Maar op een dag, toen de Bouwdame in haar keuken kwam, stuitte ze tegen de kast, die te dicht bij de deur was geplaatst. Het was op dat oogenblik dat het proces begon, waarvan de archieven van het kantongerecht de acten bewaren.

Het is bij een bouwwerk, wanneer iets verkeerds is geschied, niet gemakkelijk de aansprakelijke persoon aan te wijzen. De timmerman, die den eersten schok opving van der Bouwdame toorn, beriep zich op den opzichter, de opzichter (die er niet was) beriep zich ‘bij monde van’ een aankomend teekenaartje, dat hij als hoogste autoriteit ter plaatse had achtergelaten, op den aannemer, de aannemer beriep zich op de teekeningen, de teekeningen beriepen zich op den architect.

[pagina 169]
[p. 169]

De architect beriep zich op de afspraken, die gemaakt waren in de lang verleden dagen, toen de plannen voor het huis besproken werden, een periode even zeer verborgen in de deemstering der tijden als de middeleeuwen, die van oudsher hebben gegolden als bij uitstek ‘duister’ en ‘verward’.

Overmits uit dat ongewisse tijdsbestek geen documenten ten dienste stonden, kon niemand meer bewijzen wat hij meende, gemeend had of meenen zou, indien hij alles van te voren had geweten. Dus golden de teekeningen als onomstootelijk statuut.

- Men ruime die kast uit den weg! beval de Bouwdame, fier en onweersprekelijk als Anne van Bretagne, toen ze op de vestingpoort te Saint-Malo deed beitelen, dat iedereen kon weten, waar hij zich aan te houden had.

Qui qu'en grogne, ainsi soit, car tel est mon bon plaisir.

Waarop zij heenging, de aanwezigen overlatend aan hun sombere en opstandige gedachten.

De architect wees met een Nero-duim naar de verdoemde kast. Dat was haar vonnis.

Maar de aannemer kwam hem achterop, terwijl hij bezig was op zijn motorfiets te stijgen, zeggende:

- Wie geeft de order?

- De Bouwdame natuurlijk!

- O, dan is het goed!

Die twee verstonden elkander en elk woord was verder overbodig.

[pagina 170]
[p. 170]

Het jongmaatje kwam met een breekijzer en een hamer, hij sloopte de kast. Toen ze naar buiten was gesleept, was ze nog slechts een geraamte van zichzelf. Ze lag in het veld als een paardenrif, als een walvisch-cadaver, als de mislukte abstractie van iets overbodigs.

Doch in den keukenmuur had ze haar gaten achtergelaten, kraters en scheuren, die de stucadoor dichten kwam.

Toen de Bouwdame weder op de plaats des onheils verscheen, vroeg ze:

- Waar is mijn kast?

Het jongmaatje wees met zijn vinger.

- Ik moet toch een kast hebben.

- Ja, zei het jongmaatje, daar weet ik niet van. Dat moet u aan den baas vragen.

De baas, die toevallig de opzichter was, zei:

- Wil mevrouw een kast?

- Natuurlijk! zei Mevrouw.

- Goed, zei de opzichter. Wil Mevrouw de plaats maar aanwijzen?

Gegeven het fornuis, de aanrecht, de deuren naar binnen, naar buiten, gegeven de plaats waar de dienbak moest staan en de zwaairuimte van het theedoekenrekje, gegeven de strijkplank, het tafeltje voor de dienstbode, den stoel, het trapje dat tevens als klautermeubel dienen kon, gegeven voorts de krap toegemeten ruimte, was het aanwijzen van zulk een plek niet eenvoudig. Telkens wanneer Mevrouw het gevonden had, maakte de opzichter bezwaar: hier zwaaide

[pagina 171]
[p. 171]

een deur, daar ginds kon het venster onmogelijk open.

Eindelijk ried hij:

- Boven den aanrecht. Daar staat hij niemand in den weg.

De timmerfabriek kreeg opdracht, een nieuwe kast te maken. Met deuren en venstertjes, met verlegbare planken naar den aard. Vier timmerlieden konden het ding niet sjouwen.

Het werd met onwaarschijnlijk groote draadnagels aan den muur bevestigd, die telkens krom sloegen op den harden steen, dan begon men weltemoe van voren af aan, tot van al de gaten en koppen de houten stijlen op krentebrood geleken.

De glazenmaker kwam en zette de ruitjes in. De verver kwam met zijn blauwe emailverf. Hij dekte het krentebrood onder een laag plemuur, waarop hij met zware streken het taaie blauw uitstreek, tot het gemaltraiteerde hout er uit zag als Delftsch aardewerk.

Mevrouw....

Doch hier zal het geschikt zijn, de geschiedenis af te breken. Een nieuw hoofdstuk begint.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken