Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De verlaten man (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van De verlaten man
Afbeelding van De verlaten manToon afbeelding van titelpagina van De verlaten man

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.72 MB)

Scans (5.61 MB)

ebook (2.88 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De verlaten man

(1928)–Kees van Bruggen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

XVII.

...Juliaan Pregel...

Wat drommel heb ik met Juliaan Pregel te maken...

Hij wel met mij, zoo schijnt het. Hij heeft met mij te maken als een vlieg met een slaper. Hij is er. Is er met zijn pooten, zijn zes kleefpooten. Met zijn kribbelig zwartharig lijf, zijn waterige vliegvliezen.

Zijn vleugels zijn als kinderhersens, men kan er niet naar kijken.

Hij is er met zijn ongeduur. Hij moet wat van me, aldoor moet hij wat van me, hij kan niet leven zonder wat van me te moeten.

Ik ben zijn aas.

Want Jeanne, Jeanne schrijft over hem. Wat schrijft Jeanne?

Jeanne schrijft een langen, langen brief. Waarom aan mij? Waarom schrijft Jeanne aan mij, niet aan een ander? Ben ik aan de beurt vandaag? Heeft zij de stemming - wie ging vóór, wie volgt? - aan mij te schrijven?

Weerloos ben ik op dien afstand. Zij kan mij schrijven wat zij wil. Haar brief ploft midden in mijn lande-

[pagina 160]
[p. 160]

rig besef - jaja, ik weet het immers wel, menschen laat mij toch met rust! - dat het werk hier voor mij is afgedaan, dat ik best naar huis kan, naar alles, alles terug.

Pees put zich uit in zijn dwaas, reden-loos verdriet. Het is iets zonder bestaan: een baak, en men verbeidt het keeren zijner flikkering, maar de lichtwachter is gestorven, zijn vuur zal niet meer schijnen. Niets kan hem troosten, wijl zijn verdriet denkbeeldig is, zelfs opgehouden heeft in negatie te bestaan. Herinnering, als een uit-gewerkte zalf, gaat steken en het verband verkorst.

De post brengt brieven, - vroolijke Postino! Zingende nadert hij, van hoog, van honderd treden, een bode, die weet dat hij goede boodschap brengt.

Maar hoe kan hij dat weten, hij zoekt alleen de fooi, die wij hem blijven schenken uit slapheid en uit hoop.

Verduiveld hoog daarboven, in het landhuis van een groot heer, die vergeten heeft, dat hij het bezit, woont met den tuinman een versleten gravin uit Lithauen of daaromtrent, niemand weet om wat reden van haar land vervreemd, een leeg insect en 't lijkt alleen nog levend, - die woont daar nog, zich voedende met brieven. Dank zij haar, zakt Postino zoo vaak er post is ook voor ons de steile zigzag af, wel zeker van zijn doel, zijn onmisbaarheid voor menschen van ons slag, gelijk een bakker of een slager, en dubbel daarvan verzekerd wegens onze idiote fooi.

[pagina 161]
[p. 161]

Pees en ik zien elkander in 't gezicht, wij zeggen:

- Daar is Pepino!

- Ja, daar is de post.

En zwijgen plotseling of we elkaar beleedigd hebben.

Ik, zeer als een gevilde, hoop dat er maar niets voor mij zal zijn. Geen aanmaning van Blok, geen roman van Philine, gezeur nog altijd over dat teekenmeisje, na Bus weer in een onzer andere employé's verslingerd. Ik kèn het, ik kèn toch alles al. Eenmaal heeft juffrouw Joosten mij geschreven; zij durft, op dezen afstand, duidelijk te zijn. Wanneer ik terugkom, zal ik haar moeten missen bij mijn werk. Menschen hinderen elkander met hun dierbaarheden nog het meest van al.

Pees hoopt en vreest bericht van onze tweeling. Het wonder, dat zijn manlijke graviteit dit dubbelgesternte uit elkaar zal voeren. Hij hoopt en vreest... wie harer?

Inmiddels is Pepino reeds benee. Een geitensprong zijner naakte knieën en omwikkelde laarzenbeenen zet hem neer op het weitje voor ons huis.

- Dammi, Pepino!

- Signore! - Prego Signore - Signore, tante grazie!

Voor hem is het al weer uit. Hij heeft zijn fooi, een glas chianti, hij slaat het in zijn wijden mond als een baggeremmer om, hij veegt zijn knevel, hij is reeds weg.

- Salute, Signori - buon giorno!

[pagina 162]
[p. 162]

- Giorno, Pepino!

De krant, - een stapel ligt nog in het bandje binnen -; een vaktijdschrift voor Pees.

Voor hem geen brief.

Als ware een ramp, die onvermijdelijk scheen, niet gebeurd, zoo kijkt hij. Hij kijkt naar de lila enveloppe in mijn hand.

- Jeanne... denk ik, geprikkeld.

- Een brief van een vrouw, denkt hij.

Laf loop ik er mee naar binnen. Wat heb ik te verbergen? En Pees hoor ik, op zijn spijkerlaarzen, het pad opknerrelen naar de machineloods, waar hij niets te maken heeft.

Jeanne schrijft:

‘Je zult er van opkijken: Juliaan gaat trouwen!

't Is er ineens, geen sterveling wist ervan. Everdine de Latere van Saemsfoort, - oude adel, veel geld.

Wat zeg je? Heb je nooit anders van hem verwacht? Ja, Pregel weet te leven. Hij bouwt zijn carrière naar een plan. Geld, goede parentage, dat hebben allen geweten die hem kenden. Maar een snoes van een freuletje, nog geen twintig, ik zeg je: een bééldje!

Geen onzer kende haar. Gister, op een intiem fuifje, werd zij ons voorgesteld: Dorry Jonkers - je kent haar niet - Toos van Galen - haar heb je ontmoet, denk je nog wel eens aan haar? - Josine en Gracia. Zij zijn vol van den heerlijken uitstap daar bij jullie en verzoeken de groeten. Er waren nog meer menschen, die je niet interesseeren. Als jij bijtijds terug komt

[pagina 163]
[p. 163]

- is 't alhaast niet drie maanden? - nood ik je op de bruiloft. Maar je moet haasten. Juliaan zegt: vóór den afloop van het kerstreces, met huwelijksreis en al. Wat zal hij pronken in de Kamer als triumfante bruigom!

Had je het van Pregel - je màg hem niet, daar heb je ongelijk aan - gedacht? Rijk, goed geparenteerd, van adel zelfs, maar ook: zoo jong, zoo'n schàt! We waren allen gecharmeerd van haar.’

Pees komt terug. Hij hoopt dat ik nog iets zal zeggen.

- Sommige menschen, preek ik, aan het eind van de gezwollen stilte, sommige menschen weten precies wat ze van hun leven zullen maken. Waar halen ze de zekerheid vandaan. - Ken je zekeren Juliaan Pregel?

Hij licht het hoofd, laat het weer zinken. Hij schijnt niet te begrijpen.

- Kom kerel, spreek ik, opstaande, bemoedigend, het kan je ook niet schelen wat die Pregel doet en wat ik erover heb te kletsen. - Josine en Gracia zijn vol lof over onze buitenpartij. Zij laten de groeten doen, maar ik ben er niet zeker van of de bode wel opdracht heeft.

Volgenden ochtend komt de kaart: ‘de heer en mevrouw’... wederzijdsche ouders hebben de eer...

Heer in den hemel, wie heeft er ooit van den heer en mevrouw Pregel gehoord! Zonderling dat zoo'n kerel ook ouders heeft. Ze wonen - wat dóén ze? - in Zwammerdam.

[pagina 164]
[p. 164]

Tegelijk schrijft Blok. Boos ditmaal.

Ja, ik moet een eind aan mijn gelummel maken. Dan maar meteen.

Terug.

Naar alles.

Naar juffrouw Joosten, die ik niet houden kan. Naar de kwestie Bus... of hoe heet de gelukkige opvolger? Naar Philine's avonturen, zij is weer op weg naar huis.

Weten is een verkeerde gewoonte.

Aan het station drukken we elkaar de hand, Pees en ik, zwaar of wij saam hadden verkeerd in doodsgevaar.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken