Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 121]
[p. 121]

Goedheyd. Lijdzaemheyd. Onlijdzaemheyd.

GHeen beesten zouden dat verdragen.
Men zoud het aen gheen Turcken doen.
Het zoude zelfs een hond verdrieten.
Hoe beter man, hoe min hy meent, / Dat ander boos is, en versteent.
De zon en zach noyt beter man.
Met goeden ist zeer goed om doen.
Een goet lied, en van goede dinghen, / Dat magh-men vry wel dry maels zingen.
Daer God ons gheeft maer een gheluck, / Daer comt terstont by dobbel druck.
Die zacht en laf oud leed verdraeght, / Wilt met een nieu leed zijn gheplaeght.
Het lijden is een heyligh werck. / Voor die ghenoegh daer toe is sterck.
Hoort toe en ziet, swijght en verdraeght, / Zoo weet geen mensche wat ghy jaegt.
Hy roept Gods hulpe, aller tijd, / Wanneer hem maer een vloo en bijt.
Lijd en verdouwt, En u ont-houdt.
. . . . hy svvelght de kelck, / Zoo zoet, of 't waere zoete melck.
't Is veel beter zich te buyghen, / Als te vallen heel in duyghen.
't Is best te lijden voor een man, / Het gheen' hy niet verbet'ren can.
Een ezel is daer in het stroo.
[pagina 122]
[p. 122]
Schrijft wat ghy wilt, op 't schapen vel, / Het lijt het al, 't is alles wel.
Wilt niet door ongheduld vermeeren, / Dat ghy van u niet af kont weeren.
Dat ghy niet en kond vermijden, / Wilt met goed gheduld dat lijden.
't Papier lijdt al, en nimmers kijft. / Wat dat de mensche daer op schrijft.
Al wat u over-komt, zijt stil, / En zeght, 't is goed, want 't is Gods wil.
Ick lijd' en draegh, Om 't gheen ick jaegh.
Die lijdt en mijd, Die wint de strijd.
Die lijden connen, Zijn niet ghewonnen.
Men moet wat lijden, om te weten: / En aerbeyd doen, om 't hebben t'eten.
Die een aenbeeld wilt ghelijcken, / Moet niet voor een slach besvvijcken.
Gheduld en zoeckt gheen zachte rust, / Zy heeft in harde daghen lust.
't Papier is zoet, het lijd van als, / 't Zy dattet waer mach zijn of vals.
Men schrijft en wrijft op 't schapen vel, / Wat datmen wilt, al ist niet wel.
Ghemeyne zeden, menschen feylen, / Verdraeght, als die niet zijn te heylen.
Menschen feylen, en haer zeden, / Moeten zachtjens zijn gheleden.
Lijd en mijd, en niemant bijt.
Gheduldigheyd te veel gequetst, / Dat wert een dulheyd op het letst.
[pagina 123]
[p. 123]
De sleutel van gherusticheyd, / Dat is ghedult en lijdzaemheyd.
De sleutel van een blijd ghemoed, / Dat is gheduld in teghen-spoed.
Die wijs is, en van goet bescheet, / Verdraeght d'on-wijze, zonder leet.
Den dranck, al is hy bitter, drinckt, / Die God, naer zijnen wil, ons schinckt.
Beter buyghen, als te breken.
. . . . de lijdzaemheyd, / Gheeft veel ghemack, die maer en beydt.
Tot harden aen-beeld, lieve vriend, / Een hamer best van pluymen dient.
Een mensch niet wel yet quaeds en lijt, / Die 't niet gheleert heeft voor dien tijd.
Hoe zeer yet druckt, en 't herte bijt, / Hy wint het die 't met wijsheyd lijt.
Die lijt, en mijdt, wint metter tijd.
Men moet volherden, Om sterck te werden.
Die sterck is, wilt hy God behaghen, / Hy moet der swacken kranckheyd dragen.
Lichter draegh-je zand en zout, / Als ghy vvel een dwazen zoud. (Syr. 22.18.)
Een goeden aenbeeld, zoomen ziet, / En vreest den swaren hamer niet.
Twee harde steenen, zijnd' op een, / En connen niet wel malen cleen.
Ghedult dat niet gheoeffent wert, / Wat nut heeft daer van 's menschen hert.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken