Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Begin. Eynde. Vyt-komste.

HEt gheen met wijsheyd was verzint, / Wel dickwils een quaed eynde vint.
Een goed begin, een goed behaghen, / Maer 't eynde moet den last al draghen.
Een goed begin is niet met al, / Heeft 't eynde niet een goeden val,
Yets vvel beghonnen, Is half ghevvonnen.
[pagina 183]
[p. 183]
Staet op 't begin niet al te sterck, / Het eynd' alleen, dat kroont het werck.
Aen de leste zal-men vveten, / Wie het speck heeft op-gheeten.
Het waeyt zoo langh uyt een ghewest, / Tot dat de reghen valt op 't lest.
't Begin van alle dingh is swaer, / Maer 't wert veel lichter achter naer.
Al wat beghinssel heeft ontfaen, / Dat moet eens tot zijn eynde gaen.
Watter oyt gheboren vvas, / 't Moet al sterven, traegh of ras.
Daer is niet dier, als d'eerste pint, / De rest zijn zelven zoetjes vint.
Wel aen-ghevallen met den deghen, / Is half ghevochten, en ghesleghen.
't Begin is wel de helft van 't heel, / En veeltijds oock het meeste deel.
't Hooft uyt het kussen op-gherecht, / Is half ghecleet, ghelijckmen zeght.
Den boogh te spannen, helpt niet veel, / Maer in 't af-schieten light het heel.
Neemt altyds uvven tyd te baet: / Te vroegh is beter, als te laet.
't Is beter raed in 't eerst ghezocht, / Als op het eynd daer op ghedocht.
Wanneer de zaeck' is in 't begin, / Op raed en baet, by tijds, verzinn'.
Die eerst komt aen den heeten heert, / Die zet zijn pot, waer hy begheert.
[pagina 184]
[p. 184]
't Fenijn dat deert, Licht in de steert.
Eerst komt, eerst maelt, / Eerst bringht, eerst haelt.
Met quaed begin yet aen te slaen, / Zal zelden met gheluck vergaen.
't Is alles wel, als 't eynd' is wel, / Want 't eynde maeckt ons dickwils spel.
De eerste fout, Wert licht verdout.
De eerste mis-slagh, diemen doet, / Wert licht verschoont, of wel verzoet.
. . . . die vvel begint, / Oock een gheluckigh eynde vint.
Geen dingh, diens eynd niet wert bekent, / De langhste dagh heeft oock zyn end.
. . . . die vvat begint, / En niet en eyndight, is een kind
Een dingh begonnen, / Moet zijn vol-sponnen.
Gheen dingh bekent, Of 't heeft zyn end.
Let op uw zaeck, wie dat ghy bent, / En ziet gheduerigh op het end.
Het eynde loont, en 't vverck bekroont.
Het eynd zal gheven goed berecht, / Wie datter heeft het beste recht.
Van quaed begin, een eynd oock quaed, / Van goet begin, vvat goeds ontstaet.
Het eynd ons leven prijzen magh, / De avond wijst en prijst den dagh.
De eerst van tyd, de eerst van recht; / Die achter comt, die heeft het slecht.
[pagina 185]
[p. 185]
Men zal op 't eynde zeer wel weten, / Wie dat het speck zal hebben gh'eten.
Of breet, of smal, het eynd is 't al.
Hy heeft gerockt, en 't werck begonnen, / Een ander heeft het af-ghesponnen.
. . . . begint met God, / En vvacht dan een gheluckigh slot.
Een zuer begin, dat scherp ons bijt, / Het eynd daer van wel zoet ghedijt.
Hy is van gheest en vvijsheyd net, / Die altijds op het eynde let.
Aen de preuv' en aen het end, / Wert het goed en deughd bekent.
Ghenucht begint met spel en jock, / En eyndight met krackeel en wrock.
De vorsch zoo langh ghetreden wert, / Tot dat hy quaeckt, en spuyght zijn hert.
Een dingh bestaen, Is half ghedaen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken