Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuwe wyn in oude le'erzacken (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.59 MB)

XML (0.66 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuwe wyn in oude le'erzacken

(2010)–Johan de Brune (de Oude)–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Teecken. Kennisse.

HEt aenghezicht ont-deckt ghewis, / Hoe yemant om het herte is.
Het aenghezicht, Wijst wat hy dicht.
Een Olyfant kent uyt zijn snuyt, / En uyt haer çierssel kent de bruyd,
En uyt zijn klaeuwe kent den leeuw, / En uyt de zond de snoode eeuw.
't Wert zomtijds hier of daer ghevaet, / Maer 't aenghezicht verraed de daed.
Een wijs man uyt het wezen ziet, / Of yemant schuldigh is of niet.
Elck vvert beticht, Van zijn ghezicht.
Het is uyt yemants oogh te zien, / Wat dat hy is, en van wat lien.
Het aenghezicht zal u verraen, / Als ghy yet leelicks hebt ghedaen.
Men kent den voghel aen zijn zangh, / Ghelijck de pot oock aen zijn klanck.
Men kent het laecken uyt de zoom, / En uyt de vrucht, de plant of boom.
Men kent den man zelfs aen zijn baerd, / Hoedanigh dat hy is van aerd.
Men ziet zeer vvel aen uvven mist, / Wat voor een voghel, dat du bist.
[pagina 401]
[p. 401]
Men oordeelt uyt de klaeu, den leeuw, / En uyt de zeden, van de eeuw.
De steert ghetuyght ons van de vos, / De horens van de koe, of os.
Den voghel kentmen by zijn zangh, / Den mensche by zijn mond gheklanck.
Die man moet hebben blocken aen, / Men hoort hem vvel van verre gaen.
Den ezel kent-men by zijn oor, / Den hane by zijn scherpe spoor;
Den voghel kent-men by zijn zangh, / Den bontsingh by zijn groote stanck;
Den appel kentmen by zijn smaeck, / Den mensche by zijn kout en spraeck.
Eens yders aerd zijn teecken gheeft, / Want 't vat gheeft uyt, dat t' inne heeft.
Die daer bitter galle zuyghen, / Konnen niet wel honigh spuyghen.
Ziet maer de nest, zoo kentje best, / Wat voghel dat daer inne nest.
Die bitter gall' heeft in de mond, / En spuyght gheen heunigh op die stond.
Aen de veren zietmen vvis, / Wat hy voor een voghel is.
De nest van elcke voghel thoont, / Wat voghel dat daer inne woont.
Elck uyt zijn spraeck bevvezen vvert, / Want yders mond verraedt zijn hert.
De schijn verthoont een yders zijn: / Want 't vat moet riecken naer zijn wijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken