Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio F1v]
[fol. F1v]

Psalm xxxiiij.



illustratie

 
ICk sal altijdt de Heer
 
Lof-singen; Sijnes lofs geschal
 
Sal wesen in mijn mondt; ick sal
 
Steeds spreecken van Sijn' eer.
 
Mijn ziele stelt haer vreugt
 
In Godt; van het sachtmoedig hert
 
Sal 't zijn gehoort; en daer door werdt
 
Sijn' ziele heel verheugt.
 
 
 
2    Maeckt groot en aengenaem,
 
En prijst de Heere Godt met my.
 
En laet ons al te samen bly
 
Verhoogen Sijnen Naem.
 
Ick heb door mijn gebedt
 
Gesocht des Heeren hulp: Hy heeft
 
Geantwoordt: my, die heb gebeeft,
[Folio F2r]
[fol. F2r]


illustratie

 
Heeft Hy uyt vrees geredt.
 
 
 
3    Sy sagen in haer noodt
 
Op Hem; ja liepen, als een vliet,
 
Hem aen, haer aengesicht wierdt niet,
 
Van wegen schaemte, roodt.
 
Dit seer ellendig mensch
 
Riep, en de Heere heeft gehoort;
 
En uyt sijn' angst hem, na Sijn woordt,
 
Verlost, na herten-wensch.

j. Pause.

 
4    Den Engel stelt sijn' bend',
 
En legert sich rondtom de geen',
 
Die in des Heeren vreese treên,
 
En ruckt haer uyt ellend'.
 
Smaeckt, merckt het, en aenschouwt,
 
Dat d' Heere goedt is; en de man
[Folio F2v]
[fol. F2v]


illustratie

 
Wel-gelucksalig is, die dan
 
Op Hem alleen betrouwt.
 
 
 
5    Gy heyligen betoont
 
Dat gy den Heere vreest en eert;
 
Want hy heeft all' wat hy begeert,
 
Die in Sijn' vreese woont.
 
De jonge leeuwe lijdt
 
Gebreck en honger; maer die Godt
 
De Heere soeckt, die heeft genot
 
Van alles goedts altijdt.
 
 
 
6    Gy kinderen van my,
 
Komt hier gesamentlick, en hoort
 
Uyt my, de leere, door mijn woordt,
 
Wat 's Heeren vreese zy.
 
Wie is doch sulcken mensch,
 
Die sijne lust ten leven heeft,
[Folio F3r]
[fol. F3r]


illustratie

 
Die geern een lengt' van dagen leeft,
 
Om 't goed' te sien na wensch?
 
 
 
7    Bewaert uw 'tong van 't quaed';
 
Siet dat gy geen bedrog en segt;
 
Maer dat de waerheydt en het recht
 
Uyt uwe lippen gaet.
 
Vliedt 't quaed', en doet het goed',
 
En soeckt de vreed', en jaegt die na:
 
Met oog en oor slaet Godt het ga,
 
't Welck 't biddend' vroom hert doet.

ij. Pause.

 
8    Des Heeren aensicht is
 
Vertoornt op doenders van het quaed':
 
Op dat Hy op der aerd' niet laet'
 
Tot haer' gedachtenis.
 
Het vroom hert roept en schreyt
[Folio F3v]
[fol. F3v]


illustratie

 
Tot Godt, en Hy verhoort, en redt
 
Die sijn vertrouwen op Hem set,
 
Uyt alle bangigheydt.
 
 
 
9    Des Heeren handt is dicht
 
By die gebroocken is van hert,
 
En de benauwde ziele werdt
 
Door Sijne hulp verlicht.
 
De vrome man heeft seer
 
Groot ongeluck en tegenspoedt.
 
Maer van all' dat de quade doet,
 
Verlost hem Godt de Heer.
 
 
 
10    Hy is 't, die 't soo bestiert,
 
Dat sijne beend'ren zijn bewaert,
 
En altemael geheel gespaert,
 
Dat geen gebroocken wierdt.
 
Des goddeloosen doodt
[Folio F4r]
[fol. F4r]


illustratie

 
Sal boosheydt zijn; die vrome haet,
 
Sal schuldig zijn, om sulcken daedt,
 
Dat Godt sijn ziel' verstoot'.
 
 
 
11    Godt maeckt Sijn' knechten vry;
 
Een yeder die op Hem vertrouwt,
 
Sal voor soodanig zijn geschouwt,
 
Dat hy niet schuldig zy.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken