Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio H1v]
[fol. H1v]


illustratie

Psalm xliiij.

 
O Godt, wy konden met ons' ooren
 
Uw' wonder-wercken heel wel hooren;
 
De vaders wesen ons het aen,
 
Wat Gy in d'oudtheydt hebt gedaen.
 
Gy hebt de Heyd'nen met Uw' handt
 
Geplaegt, en uyt 't besit gedreven:
 
Maer haer-liên hebt Gy voort-geplant,
 
En wasdom wijdt en zijdt gegeven.
 
 
 
2    Want 't landt is van haer niet gekregen,
 
Door erffenisse van haer' degen;
 
En harer armen dapperheydt
 
Heeft haer het heyl niet toebereydt.
 
Maer Uwe rechterhandt, Uw' kracht,
 
Uw' arm, Uw' licht, het welck' sy sagen,
 
Om dat Gy haer hebt groot geacht,
[Folio H2r]
[fol. H2r]


illustratie

 
En hadt in haer een wel-behagen.
 
 
 
3    Gy selve zijt, ô Heer der heeren,
 
Mijn' Koning, en mijn Vorst der eeren;
 
Gebiedt, Gy die almachtig zijt,
 
Dat 't zaedt van Iacob werd' bevrijdt.
 
Wy sullen door U ons' party
 
Met hoorn-gestoot ter neder vellen.
 
In Uwen Naem vertreden wy
 
All' die, die tegen ons sich stellen.
 
 
 
4    Want ick en will' in 't minst' niet bouwen
 
Op mijnen boog, noch 't sweerdt vertrouwen,
 
Dat dit my uyt het ongeval
 
Verlossen ende redden sal.
 
Maer, Heer, alleenig Uwe handt
 
Redt ons van onse ziels bestrijders.
 
Gy maeckt alleen tot schaemt' en schandt
[Folio H2v]
[fol. H2v]


illustratie

 
All' onse haters en benijders.

j. Pause.

 
5    In Godt moet all' ons' roemen wesen;
 
En all' den dag Hy zijn gepresen;
 
Uw' Naem' sal wesen lof geseydt,
 
Van nu aen tot in eeuwigheydt.
 
Maer, Heer', nu hebt Gy ons veracht,
 
Verstooten en gemaeckt tot schanden;
 
Dewijl' Gy met ons' oorlogs-macht
 
Niet uyt-recht door Uw' arm' en handen.
 
 
 
6    Gy hebt ons achterwaerts doen keeren,
 
Van die partijdigheydt begeeren;
 
En onse haters rooven 't goedt
 
Van ons, het welck' haer rijck zijn doet.
 
Gy geeft ons, Heer, gelijckerwijs
 
De schapen, diemen brengt te slachten,
[Folio H3r]
[fol. H3r]


illustratie

 
Op datmen die gebruyck' tot spijs';
 
Gy stroyt ons door de vloeck-geslachten.
 
 
 
7    Uw' volck verkoopt Gy om geen' waerde;
 
En Gy weerdeert het niet op aerde,
 
En als daer bieden na geschiedt,
 
Verhoogt Gy hare prijsen niet.
 
Gy stelt den bueren ons tot smaedt,
 
Tot spot van all' die by ons woonen,
 
Tot schimp van elck die by ons gaet,
 
En sich rondtom ons komt vertoonen.
 
 
 
8    Gy maeckt by volck'ren ons oneere,
 
Gy stelt ons tot een spreeck-woordt, Heere;
 
En tot een schudding' van het hooft,
 
By Heyd'nen, van Uw' woordt berooft.
 
Mijn' schand' en smaedtheydt sie ick staen,
 
Den gantschen dag, voor mijne oogen;
[Folio H3v]
[fol. H3v]


illustratie

 
Men sie de schaemt' mijns aensichts aen,
 
Die heel is over my getogen.
 
 
 
9    Om 't hoonen en de laster-woorden,
 
Die, Heere, mijne ooren hoorden,
 
Van wegen de wraeck-gierigheydt,
 
Van wegen die my lagen leydt.
 
Dit altemael quam op ons aen;
 
Noch hebben wy U niet vergeten,
 
Noch valsche handeling gedaen,
 
Noch Uw' verbondt van ons versmeten.

ij. Pause.

 
10    Ons' hert is rugg'lings niet geweecken,
 
Noch onse gang en is besweecken,
 
Of achterwaerts gekeert, van 't padt,
 
't Welck Uwe Wet geboden hadd'.
 
Hoewel Gy ons in draecken-noodt
[Folio H4r]
[fol. H4r]


illustratie

 
Verplettert hebt, in wreedtheydts plecken,
 
En met een' schaduw' van de doodt
 
Ons' aengesicht quaemt over-decken.
 
 
 
11    Soo wy de name Godts, des Heeren,
 
Vergaten, en de handt, ter eeren
 
Van eenig vreemde majesteyt,
 
En afgodt, hadden uytgebreydt;
 
Soud' sulcks van Godt niet zijn door-grondt?
 
Soud' sulcks de Heere niet door-soecken,
 
Die alle tijdt seer licht'lick vondt
 
All' 's menschen herts verborgen' hoecken?
 
 
 
12    Maer, om dat wy by U volherden,
 
En blijven by Uw' wille, werden
 
Wy all' den dag gedoodt, geslacht;
 
Slacht-schapen zijn, als wy, geacht.
 
Waeckt op, en slaept doch niet, ô Heer;
[Folio H4v]
[fol. H4v]


illustratie

 
Wat soude zijn Uw's slapens reden?
 
Ontwaeckt, verstoot ons niet te seer;
 
Verstoot ons niet in eeuwigheden.
 
 
 
13    Waerom soudt Gy Uw' heyl verhoolen,
 
En houden 't aengesicht verschoolen?
 
Waerom vergeten onsen druck,
 
En ons' ellend', en ongeluck?
 
Want onse ziel' is in het zandt
 
Gebogen, als van geener waerde,
 
Veracht, geheel gebracht tot schand',
 
En onse buyck kleeft aen de aerde.
 
 
 
14    Staet op, en komt ons hulpe bieden,
 
Verlost ons van de boose lieden;
 
Maeckt U tot onse hulp' bereydt,
 
Om Uwe goedertierenheydt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken