Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Xcv. Stem: 24.

 
KOmt, laet ons singen voor de Heer;
 
Laet ons de rotz-steen onser eer
 
Gaen juychen, en Hem vrolick galmen.
 
Laet ons des Heeren aengesicht
 
Ontmoeten met een lof-gedicht,
 
Hem vrolick juychende met Psalmen.
 
 
 
2    Want Godt de Heer is groot van macht;
 
Ia een groot Koning, en geacht
 
Verr' boven all' de aerdtsche Goden.
 
Die in Sijn handt ter aerden grondt
 
En hoogten van de bergen vondt,
 
Gebogen onder Sijn' geboden.
[Folio R4r]
[fol. R4r]


illustratie

 
3    Wiens oock de heele zee is, want
 
Hy die gemaeckt heeft, en Sijn' handt,
 
Die 't droog' der aerden ging formeren.
 
Komt, laet ons bidden, bucken neêr,
 
Komt, laet ons knielen voor de Heer,
 
Die ons gemaeckt heeft t'Sijner eeren.
 
 
 
4    Want Hy is Godt in eeuwigheydt,
 
En wy zijn 't volck van Sijne weyd',
 
En schapen die geleydet werden,
 
Sijn rechter-handt bestiert ons voort:
 
Soo gy Sijn stemme heden hoort,
 
En wilt uw' herte niet verherden.
 
 
 
5    Gelijckerwijs te Meriba,
 
Ter tijdt van Massa, voor en na
 
't Volck deed' in der woestijnen plagen.
 
Daer Ick versocht ben van 't geslacht
[Folio R4v]
[fol. R4v]


illustratie

 
Der vad'ren, en ten proef gebracht,
 
En daer sy oock Mijn' wercken sagen.
 
 
 
6    Ick had geheele veertig jaer
 
Verdriet en ongenucht met haer,
 
En hebb' geseydt, Sy zijn genegen
 
Tot dwalen, en haer hert en sin
 
Wil al 't verkeerde dool-padt in,
 
Sy zijn geen kenners van Mijn' wegen.
 
 
 
7    En daerom in Mijn' grimmigheydt,
 
In Mijnen toorn, hebb' Ick geseydt,
 
En met Mijn' heyl'gen eedt gesworen,
 
Dat dit verkeert en boos geslacht
 
Sijn leven noyt sal zijn gebracht
 
Ter ruste Mijner uytverkoren.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken