Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Cix. Stem: 28.

 
O Godt mijns lofs, en mijner eere,
 
En swijgt voor my niet still', ô Heere;
 
Want, siet, de mondt der godloosheden,
 
De mondt van het bedrog is heden
 
Op my geopent; valsigheydt
 
Is van my door haer' tong geseydt.
 
 
 
2    Met haets-spraeck zijn sy toe-getreden;
 
'k Ben sonder oorsaeck oock bestreden;
 
Voor mijne liefd' staen sy my tegen.
 
Maer ick was tot 't gebedt genegen.
 
Ick riep de Heer geduerig aen,
 
Om haer, die my soo tegen-staen.
 
 
 
3    Sy hebben 't quaedt voor 't goed' doen komen,
 
En haet voor liefd' op my genomen;
[Folio V5v]
[fol. V5v]


illustratie

 
Wilt over hem een boosen stellen;
 
Laet hem van een godloosen quellen;
 
De Satan tegen hem gekant,
 
Sta, Heer, aen sijne rechterhandt.
 
 
 
4    Als hy voor 't recht sal zijn verschenen,
 
Ga hy ten straffe schuldig henen;
 
En laet, wanneer hy is verwesen,
 
Hem sijn gebedt tot sonde wesen:
 
Dat sijne dagen weynig zijn;
 
Een ander neem' sijn ampt voor 't sijn'.
 
 
 
5 Wilt sijne kind'ren weesen maecken,
 
Sijn wijf laet weduws droefheydt smaecken;
 
Dat hier en daer sijn kind'ren sweven,
 
En op de bedel-sacken leven,
 
En soecken haer' noodtdruftigheydt,
 
Uyt plaetsen van de dorrigheydt.
[Folio V6r]
[fol. V6r]


illustratie

 
6    Dat sijn schuldt-eysscher all' het sijne
 
Gantsch aensla; dat de vreemd' verschijne,
 
En roof sijn arbeydts winst gestadig;
 
Dat niemandt over hem weldadig
 
Sich uyt-streck'; niemandt biedt in 't landt
 
Sijn' weesen der genaden-handt.

j. Pause.

 
7    Dat sijn' nakomelingen, Heere,
 
Gantsch worden uytgeroeyt; haer eere,
 
Haer' name word' in na-geslachten
 
Gantsch uytgedelgt; laet Godts gedachten
 
Zijn over d'ongerechtigheydt
 
Der oude vaderen geleydt.
 
 
 
8    En laet oock sijnes moeders sonden
 
Noyt uytgedelgt te zijn bevonden.
 
Dat die voortaen gedueriglijcken.
[Folio V6v]
[fol. V6v]


illustratie

 
Door Godts des Heeren aensicht blijcken.
 
En dat Hy haer' gedachteniss'
 
Uytroey', en uyt der aerden wissch'.
 
 
 
9    Om dat hy noyt en had gedachten
 
Van gunst en weldaedt te betrachten;
 
Maer heeft, die in ellende lagen
 
En noodt, vervolgt, om haer te plagen,
 
En den verslagenen van hert,
 
Om hem te dooden in sijn' smert.
 
 
 
10    Dewijle hy den vloeck beminde;
 
Dat die nu koom' en hem verslinde;
 
En geenen lust had tot den zegen,
 
Soo zy die verr' van hem gelegen.
 
Hy zy met alle vloeck en leedt,
 
Als met sijn' kleeding, heel bekleedt.
 
 
 
11    Dat allerhande ongelucken
[Folio V7r]
[fol. V7r]


illustratie

 
Hem gaen tot in het binnenst' drucken,
 
En diep, gelijck als water-stroomen,
 
En oly in zijn' beenen komen.
 
Dit zy sijn kleedt, 't welck hem bedeckt;
 
't Welck steets hem tot een gordel streckt.
 
 
 
12    Dat sulck een werck-loon haer verteere,
 
Die mijn' party zijn van den Heere,
 
En die, met lasteren beladen,
 
Quaedt-spreecken, en mijn' ziel' versmaden.
 
Maer om uws naems will', Heere, gy,
 
Gy, Heere, maeckt'et wel met my.

ij. Pause.

 
13    Dewijl gy zijt vol goedigheden,
 
Verlost my uyt ellendigheden,
 
'k Ben in ellend' in noodt, in smerten,
 
Door-wondt in 't binnenste des herten.
[Folio V7v]
[fol. V7v]


illustratie

 
Ick gae, gelijck een schaduw' heen,
 
Wanneer s'haer neygt, en haest verdween.
 
 
 
14    'k Word uyt-geschuddet, ick moet sweven;
 
'k Word als een sprinck-haen omgedreven;
 
Mijn knïen struyck'len, sonder krachten,
 
Van vasten dagen lang, en nachten;
 
Mijn vleesch is mager en vergaen,
 
En gansch geen vet en is daer aen.
 
 
 
15    Noch ben ick hen tot allen tijden
 
Een spot een smaedt in all' mijn lijden.
 
Als sy my in 't gesicht vernamen,
 
So schuddeden sy 't hooft te samen.
 
Helpt, Heer, my uyt d'ellendigheydt;
 
Verlost my, na uw' goedigheydt.
 
 
 
16    Op dat van haer mag zijn vernomen;
 
Dat dit is van Uw' handt gekomen;
[Folio V8r]
[fol. V8r]


illustratie

 
Dat Gy dit werck, mijn Godt, mijn Heere,
 
Gedaen hebt; my herstelt in eere.
 
Laet haer vry vloecken tegen my,
 
Maer, Heer, verlost en zegent Gy.
 
 
 
17    Laet haer vry tegen my sich stellen;
 
Maer wilt met schaemt' haer neder-vellen;
 
Doch wilt Uw' knecht met vreugd' verhoogen.
 
Laet mijn' party zijn aengetogen
 
Met schand'; dat haer beschaemtheyt deck',
 
En als een mantel haer verstreck'.
 
 
 
18    Mijn' mondt sal d' Heer veel lofs bewijsen;
 
'k Sal hem in 't veeler midden prijsen:
 
Want hy sal die in noodtdruft leven,
 
Ter rechter-handt staen, noch begeven,
 
Tot zijn' verlossing van die zijn'
 
Ziels-richters en veroord'laers zijn.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken