Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Davids psalmen (1656)

Informatie terzijde

Titelpagina van Davids psalmen
Afbeelding van Davids psalmenToon afbeelding van titelpagina van Davids psalmen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (95.40 MB)

ebook (110.66 MB)

XML (0.57 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Davids psalmen

(1656)–Henrick Bruno–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm Cxlvij.

 
LOoft Godt, want onse Godt te singen,
 
Zijn goê behoorelicke dingen;
 
Dewijl de Heer is lieffelijcken,
 
Soo is Sijn' lof betamelijcken.
 
Dewijl dat Hy 't is, die genadig
 
Ierusalem heeft opgeheven,
 
En opgebouwt, en die gestadig
 
Vergadert Israëls verdreven'.
 
 
 
2    De Heer geneest gebroocken' herten;
 
De Heer' verbindt haer in haer' smerten.
[Folio Aa12v]
[fol. Aa12v]


illustratie

 
De Heere heelt haer van de wonden,
 
Die Hy heeft in haer' ziel gevonden.
 
All' 's hemels sterren, al te samen
 
Telt Godt de Heer, en haer' getalen,
 
En haer by aller eygen' namen
 
Weet Godt de Heere te verhalen.
 
 
 
3    Godt, onse Heer is groot van machten,
 
Hy is van velerhande krachten,
 
En Sijn seer groot verstandts getalen
 
Die zijn onmoog'lick te verhalen.
 
De Heer' hieldt staende, Hy bewaerde
 
Altijdt sachtmoedige van zielen,
 
Maer Hy vernederde ter aerde
 
Godtloose, dat sy heenen vielen.
 
 
 
4    Psalm-singt by beurten, danckt den Heere.
 
Singt op de harpe, tot Godts eere.
[Folio Bb1r]
[fol. Bb1r]


illustratie

 
Die d'hemelen ging overdecken,
 
En haer met wolcken overstrecken;
 
Die voor het aerdtrijck Sijne regen
 
Bereydet, en doet neder-dalen;
 
Die 't gras op bergen, door Sijn' zegen,
 
Uytspruyten doet, en wasdom halen.

Pause.

 
5    Die aen het vee sijn broodt gaet geven,
 
En doet het door sijn voeder leven,
 
En die geeft aen de jonge raven,
 
Wanneerse roept sijn' spijs' en gaven.
 
De Heer', de groote Godt heeft geenen
 
Lust aen der peerden kracht met allen;
 
Hy heeft aen stercker mannen beenen
 
In 't allerminst' geen wel-gevallen.
 
 
 
6    De Heere heeft een wel-gevallen
[Folio Bb1v]
[fol. Bb1v]


illustratie

 
Aen die Hem vreesen; aen haer allen
 
Die op Sijn' goedigheden wachten,
 
En hopen op Sijn gunst en krachten.
 
Ierusalem, roemt doch den Heere;
 
Wilt uwen Godt, ô Zion, loven,
 
Ierusalem, biedt Godt doch eere,
 
O Zion, looft uw' Godt daer boven.
 
 
 
7    Want Hy gaet door Sijn krachtig wercken
 
De grendels uwer poorten stercken;
 
Hy gaet Sijn' milden zegen geven
 
Aen kinderen die in u leven.
 
Die all' uw' landen in de vrede
 
En in de rust en stilheydt sette,
 
En Hy vervult, versadigt mede
 
U alle met het tarwen-vette.
 
 
 
8    Hy sendt Sijn woordts bevel op aerden,
[Folio Bb2r]
[fol. Bb2r]


illustratie

 
't Welck Hy doet alle ding aenvaerden;
 
Sijn woordt, Sijn seggen, wil, en reden
 
Loopt met seer groote snelligheden.
 
Hy is 't die sneeuw geeft, 't welck de wolle
 
Gelijckt in wesen uytterlijcken;
 
Die rijm en nevel stroyt ten volle',
 
By 't asch uyt-stroyen te gelijcken.
 
 
 
9    Hy werpt Sijn ijs, Sijn' hagel-steenen,
 
Als groote stucken, ginder heenen.
 
Wie is 't die soo hardt wesen soude,
 
Dat hy bestondt voor Sijne koude?
 
Hy sendt Sijn woordt en kracht beneden;
 
En doetse smelten, doetse breecken;
 
Waeyt maer Sijn' windt van mogentheden,
 
Daer vloeyen dan de water-beecken.
 
 
 
10    Hy doet Sijn woordt aen Iacob weten,
[Folio Bb2v]
[fol. Bb2v]


illustratie

 
Aen 't Ioods volck, 't geen Hy heeft geheten,
 
Aen Israël Sijn recht en wetten,
 
En keuren, die Hy quam te setten.
 
Op sulcken wijs' was niet Sijn' handel
 
Met gene heydensche geslachten;
 
Daerom is 't dat sy in haer' wandel
 
Sijn' rechten kennen noch en achten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken