De dwaze rondschouw

De Wachter

Sirenenlied is geen hinder
voor een aapjeskoetsier
hij draagt zijn silinder
machtige zuilzwier

Vooraan de kokasse karos
haverhuivert het koerspaard op pensioen
is de zweep gevallen oriflam
over macadam
glijbaan voor taxitoeren
handhaaft de menner zijn standpunt kordaat
hij die nooit zijn eigen douloureuse verlatenheid verlaat

[p. 39]

 

Autos zijn ringstekers door horizonnehoepels

 

jeugdjacht naar de lijn waar hemel en aarde raken

 

en zonzoenen mekaar verguld op snee

 

karos knakt keien

 

hort holderdebolder roestraderen

 

waar wegeltjes doordeinen het groen dooraderen

 

zonneland

 

geenzijds in papaverbrand

 

gepuurd

 

 

 

Aan het terminus

 

angelus

 

 

 

zo zwaait het manteltje van een aapjeskoetsier

 

en omsluit innig het avendhart met stille zwier

 

in hemelkleur

 

 

 

de patentplaat bloost hoogrood

 

 

 

Dreundaverdada

 

Juju Pegasuspaardeken ju

 

van Brussel naar Honolulu